Het zoemt in de gangpaden op de berurzen en ook in de straten ver van het beurscomplex Paris Expo. Is de recessie terrein aan het verliezen? Bij de beroemde winkel Colette aan de Rue Saint-Honoré kun je in elk geval over de hoofden lopen. Eenzelfde beeld levert een bezoekje aan Merci op, de winkel annex miniwarenhuis, gevestigd in een oud pand, gelukkig nog niet ontdekt door de lezers van de standaard reisgidsen. De combinatie van kleding, servies, tweedehands boeken, kantjes en bandjes en sieraden, gecombineerd met oude, opgeknapte meubels, appelleert aan een vooruitstrevend publiek dat op zoek is naar eenvoud. En dan wil je niet meer de hele stad afstruinen naar dat ene jurkje, die ene ketting, dat wijnglas en die stoel, je wilt alles bij elkaar zien.

Combinatie van extremen

Zo’n concept biedt de beurs Who’s Next. Op elke hoek doe je nieuwe ideeën op. Want waar vind je klassieke dameshoedjes naast streetwear en fijne lingerie tegenover stevige jeans? Het is niet de hoeveelheid merken, maar juist die combinatie van extremen die de beurs spannend maakt. Danyo Sarmo van Circle of Trust staat te stralen in zijn stand. Hij geniet van de beurs. Hij roemt de mix van streetwear, schoenen, mode, upcoming designers en de open atmosfeer. “Kijk om je heen, je wordt hier gekieteld aan alle kanten.” Ook de kwaliteit van de bezoekers is wat hem betreft erg goed: “Er is hier veel minder ruis dan bijvoorbeeld in Amsterdam op Modefabriek.”

Voor het ontwerpersduo Lew (Merel Wicker en Kim Leemans) is het de eerste keer dat ze op een beurs staan. Ze hebben hun aanwezigheid op het Fresh-gedeelte te danken aan een prijs die ze wonnen met hun bijdrage aan het Who’s Next Blog.

Naar Dubai

De beursorganisatie van Who’s Next en de tegelijkertijd gehouden Première Classe heeft ambitieuze plannen: het concept wordt uitgerold naar Dubai. Van 11 tot en met 13 oktober strijken 250 internationale mode- en accessoiremerken neer in het congrescentrum van Dubai voor een Aziatisch-Arabische editie van de beurs. (Ter vergelijking: de editie in parijs telde ongeveer 1.00 merken.) Hoewel het inkoop- en aankoopgedrag van de klanten in die regio’s heel anders is dan in de westerse wereld, ziet Xavier Clergerie, mede-oprichter van Who’s Next en première Classe, er toch brood in. De merken zullen zich op deze nieuwe beurs meer profileren met hun shop-in-shopconcepten en merchandising mogelijkheden, terwijl het in Parijs duidelijk om de collecties zelf gaat.

Dutch Fashion

Op Prêt à Porter zijn het met name de Italianen en Japanners die doelbewust de stands aflopen. Op de begane grond beurs laten zij zich zien bij de jonge Nederlandse delegatie in het Atmosphere-gedeelte. De Dutch Fashion Foundation heeft hier een toplocatie gekregen. Mada van Gaans, Conny Groenewegen, Mattijs, Bas Kosters en Marcha Hüskes presenteren hun collecties aan de internationale inkopers. Angelique Westerhof van de DFF maakt zich sterk voor een vervolg. “Willen we echt wat bereiken, dan moeten we volgende keer beslist weer in Parijs staan.” Ze is dan ook druk bezig met het zoeken naar funding voor een volgende deelname.

Voor de Nederlandse detaillist zijn op deze beurs vooral de afdelingen So Ethic en Shibuyan een aanrader. So Ethic biedt een selectie van kwalitatief hoogwaardige Europese ecolabels. Het Nederlands-Poolse Van Markoviec staat er voor de tweede keer en is na een ochtend al erg tevreden. Een eerste potentiële klant, een winkel uit Monaco, komt terug om een bestelling te plaatsen. Ook Studio Jux uit Nijmegen heeft veel aanloop in het So Ethic-gedeelte. Opvallend is dat de inkopers die deze merken aandoen, vooral geïnteresseerd zijn in de hoogwaardigheid van de ontwerpen zelf.