TOP

Merkrechten V&D verkocht voor half miljoen, schuldeisers zien er niets van terug

In het tweede faillissementsverslag wordt steeds meer duidelijk over het bankroet gaan van warenhuisketen V&D en de toekomst van de merknaam. De merkrechten zijn verkocht, de schuldeisers zullen er weinig van terugzien en de strafzaken zijn behandeld. Negen belangrijke punten uit het verslag.

V&D bezat 62 winkels toen het bedrijf eind 2015 failliet werd verklaard. Na 128 jaar in het standaard straatbeeld van Nederland te pronken, moest de warenhuisketen uiteindelijk toch echt de deuren sluiten. In de filialen huisde verschillende shop-in-shops van merken die een groot deel van hun omzet weg zagen vallen en zelf ook in de problemen kwamen. Ook La Place – onderdeel van V&D met 250 verkooppunten – ging mee met de ondergang, maar vond al snel de redding in supermarktketen Jumbo. In het tweede faillissementsverslag, dat verscheen op woensdag 19 juli, wordt meer duidelijk over de oorzaak, de stand van zaken en de toekomst.

1. Overname Retail Ventures Holding

Veel partijen hebben interesse getoond en een bod uitgebracht op de merkrechten van V&D – samen met de submerken, zoals Liv, Soho en Schoolcampus. Retail Ventures Holding (RVH) (een samenwerkingsverband tussen Roland Kahn, Jaco Scheffers en Ronald van Zetten) heeft uiteindelijk de rechten gekocht voor € 500.000,-. Daarnaast moet er ook vijftig procent van de winst vanaf de periode van overdracht tot 1 november 2016 aan de curatoren worden betaald. “Indien de winst van RVH niet resulteert in een winstdeling voor de boedel van ten minste € 2.000.000, wordt de winstverdelingsafspraak eenmalig met een periode van zes maanden verlengd.”

2. Verkoop handelsvoorraad

Na de uitverkoop na het faillissement, was er nog een grote hoeveelheid handelsvoorraad over. Deze is opgekocht door Gordon Brothers Europe, die de filialen nog een aantal weken heeft geopend voor een liquidatieverkoop. Bij de overeenkomst hoorde ook dat Gordon Brothers Europe de panden bezemschoon zou opleveren zodat de curatoren deze kunnen overhandigen aan de verhuurders. Het laatste filiaal sloot op 23 april en momenteel zijn ze allemaal teruggegeven aan de verhuurders.

3. Opbrengst

Bij het voortzetten van de activiteiten van 22 december 2015 tot en met 14 februari 2016 door de curatoren, zijn er bruto-verkoopopbrengsten gerealiseerd van afgerond € 91.619.000. Na afdracht van btw, betalingen aan CC/CS, voldoening van kostprijs goederen, betalingen aan dwangcrediteuren en voldoening van operationele kosten bleef er een nettoresultaat van € 35.197.020 over. Daar komt een netto-opbrengst van iets meer dan € 10 miljoen bovenop na de liquidatieverkoop. La Place had een netto-opbrengst van € 22.847.033.

4. Gewone schuldeisers

Voor de meer dan 1800 gewone schuldeisers van V&D en La Place ziet het er niet goed uit. Zij eisen meer dan € 200 miljoen euro, terwijl de curatoren momenteel nog maar € 54 miljoen van V&D en € 71 miljoen van La Place te besteden hebben. Dat geld is echter in eerste instantie bestemd voor belangrijke schuldeisers zoals het UWV, de Belastingdienst en voormalig eigenaar Sun Capital. Daarom is er een grote kans dat de schuldeisers – vooral van V&D – nooit hun geld terug zullen zien.

5. Strafzaken

Nog voor de surseance heeft een werknemer een procedure bij de kanttonrechter in beweging gezet vanwege een ontslag op staande voet. De kantonrechter heeft het ontslag vernietigd en geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst van de werknemer is geëindigd door opzegging door curatoren. De curatoren hebben het UWV over deze kwestie geïnformeerd in verband met een mogelijke loonvordering van de werknemer.

Daarnaast was er vóór het faillissement een lopende strafzaak over een milieudelict waarbij V&D door het Gerechtshof Amsterdam veroordeeld was tot betaling van een geldboete. Curatoren zullen de procedure niet voortzetten. Bij de merkenprocedures is het nu aan RVH om te kijken of die zullen worden voortgezet.

6. Oorzaak faillissement

Volgens de Raad van Bestuur van V&D heeft het faillissement van de keten deels te maken met een ‘algehele retail malaise waar veel ondernemers in de retail onder te lijden hebben (gehad)’. Daarnaast was het concept ook verouderd. In maart 2015 was een nieuw management aangetreden om een strategie te ontwikkelen welke vanaf 2016 in de winkels terug te vinden had moeten zijn. In de tweede helft van 2015 kreeg V&D echter te maken met drie incidenten met een grote impact:

  • De nieuwe webshop had een vertraging van twee maanden door problemen met de software waardoor er een negatief effect was op de omzet van 2015 van € 11 miljoen.
  • Door het faillissement van Dixons – die de verkoop van elektronica in de filialen deed – kwam de verkoop van deze items haast stil te liggen waardoor er een negatief effect was op de omzet van 2015 van € 6 miljoen.
  • Het warme najaar zorgde voor ‘extreem lage verkopen’ bij V&D van dames-, heren- en kinderwinterkleding waardoor er een negatief effect te zien was op de omzet van 2015 van € 17 miljoen.


7. Huurovereenkomsten

Alle huurovereenkomsten van V&D zijn dan wel door de verhuurder dan wel door curatoren opgezegd. In totaal gaat het om 74 huurovereenkomsten. Van de 52 zelfstandige La Place-vestigingen, zijn 24 overeenkomsten opgezegd. Met 28 niet-opgezegde vestigingen tracht Jumbo met medewerking van curatoren een indeplaatsstelling te realiseren.

8. Aandelen

V&D hield 13.333 aandelen in Loyalty Management Netherlands B.V. (LMN), de vennootschap achter Airmiles, met een nominale waarde van € 0,45. Door het faillissement werd V&D verplicht de aandelen te verkopen aan andere aandeelhouders. Op verzoek van LMN en haar (overige) aandeelhouders hebben curatoren de aandelen van V&D aangeboden aan de vennootschap zelf. De aandelen waren niet bezwaard met een pandrecht van Sun Capital of aan haar gelieerde partijen.

9. Verzekeringen

Sinds 1 maart is opgezegd: de transportverzekering, bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering, brand/bedrijfsschadeverzekering, zakenreisverzekering, autoverzekering incl. schadeverzekering inzittenden en recall verzekering. De verzekeringen die nog worden voortgezet tot 1 augustus zijn: de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering, brand/bedrijfsschadeverzekering en autoverzekering incl. schadeverzekering inzittenden voor de nog resterende leaseauto’s