Het adviesbureau PwC Italië heeft in opdracht van de International Fur Association (IFF) een studie uitgevoerd naar de waarde van de internationale bontsector inclusief fokken, productie en handel. Daaruit blijkt dat de internationale bontindustrie een omzet heeft behaald van bijna 32 miljard euro in de periode 2012 tot 2013.

Advertenties
IFF heeft de uitkomst van de studie gebruikt voor een campagne. In The Economist waren paginagrote advertenties geplaatst van de IFF met de teksten: “het simpele feit is: de wereldwijde bonthandel wordt geschat op meer dan 40 miljard dollar” en “zelfs tijdens de economische vertraging heeft de bontindustrie sterk gepresteerd”. Mark Oaten, ceo IFF: “De studie is het definitieve bewijs van de bijdrage die de bontindustrie maakt voor de wereldeconomie.”

Bontsector
Wereldwijd zijn ongeveer één miljoen mensen werkzaam in de bontindustrie. De belangrijkste producenten zijn Griekenland, China, Rusland en Denemarken. Het fokken en de productie leveren jaarlijks een omzet van 5,7 miljard euro op. De omzet van handel in bont en bontkleding bedraagt 26 miljard euro.

Kritiek
The Economist weigerde commentaar te geven over de campagne en het feit dat de advertenties geplaatst zijn. Hierdoor is het tijdschrift onder vuur komen te liggen bij de dierenrechtenorganisatie Peta. “Publicaties die deze bloedige industrie promoten zijn medeplichtig aan het lijden van de konijnen, vossen en zelfs katten en honden die vaak levend zijn gevild voor niets meer dan iemands onwetendheid van wat aanvaardbaar is om te dragen”, zegt een woordvoerster van Peta.