TOP

Ondernemertips van Sander Lusink (Oger): ‘Houd contact met werkvloer’

Sander Lusink, brand director van Oger, draait al jaren mee in de mannenmodebranche. Onlangs deelde Lusink zijn vijf meest waardevolle tips voor succesvol ondernemen.

Sander Lusink voert samen met zijn broer Martijn Lusink, die ceo is, het bedrijf Oger sinds hun vader aftrad als algemeen directeur. Aan Sprout en 7DitchesTV vertelt de ondernemer wat belangrijk is in deze tijd waarin de retail enorm aan het veranderen is:

1. Teamwork

Lusink’s eerste advies is dat je nooit alleen moet werken, maar de beste mensen om je heen moet verzamelen. Ik ben ervan overtuigd dat je nooit iets echt helemaal in je eentje kan. Je moet elkaars talent gebruiken, maar niet op elkaars stoel gaan zitten”, zegt Lusink tegen Sprout. 

2. Service

Volgens Lusink zijn klanten tegenwoordig, ondanks de lage prijzen op internet, eeuwig op zoek naar comfort. “De reden dat klanten blijven komen is vanwege de gastvrijheid en gezelligheid. Van mijn mensen wil ik ook dat, wanneer er iets fout gaat, ze geen discussie voeren met de klant, want elke discussie is een verloren klant.” 

LEES OOK Hoe Oger winstrecords wist te verbreken

3. Kwetsbaarheid

Een andere tip van de ondernemer is: durf je kwetsbaar op te stellen. “Wees niet bang om advies te vragen, ook van je eigen personeel,” stelt Lusink. “De tijd van ‘ik kan alles’ is voorbij. Je moet het samen doen om tot een succes te komen. Je kan fouten bij kritische klanten voorkomen door je kwetsbaar op te stellen naar collega’ door ze om hulp te vragen. Schaam je hier niet voor en zet je ego opzij.” 

4. Innovatie

Lusink: “Zorg dat je elk jaar minstens op één vlak innoveert in je bedrijf. In mijn bedrijf organiseer ik de innovatie door lange dagen te maken. En door op rustige momenten, zoals op het einde van de dag, een van onze winkels binnen te lopen met de vraag: ‘hoe was je dag?’ Ik schrijf al m’n bevindingen op en zorg dat er iets mee gedaan wordt.”

5. Werkvloer

Volgens Lusink is het erg belangrijk contact te houden met de werkvloer en met verschillende soorten mensen te praten.“Op de werkvloer hoor je de dingen die er toe doen en op die plek heb je het echte contact met de klant. Van bijvoorbeeld een vrachtwagenchauffeur of schoonmaker hoor je net andere dingen die met de zaak te maken hebben, maar die net zo belangrijk zijn om iets mee te doen.”