TOP

Arthur Peute van Ogér kon eerder een knoop aannaaien dan lopen. ‘Op mijn zesde kreeg ik mijn eerste naaimachine’

Wie is Arthur Peute, senior tailor bij Oger? Wat is zijn favoriete geur, dierbaarste accessoire en wie is volgens hem de bestgeklede man? Je leest het in dit persoonlijke interview.

Portretfoto: Dylan Wink

Wat was je eerste baantje?

“Bollen pellen in de zomervakantie – voor 1,25 gulden per kistje – bij P. Pennings Bloembollenbedrijf in Noordwijkerhout. Later werkte ik op de vleesafdeling bij V&D in Amstelveen, waarna ik aan de slag ging bij Leopard, de boetiek van Arthur Reddering in de Amsterdamse Damstraat.”

Wat is je vroegste mode-ervaring?

“Ik kon eerder een knoop aannaaien dan lopen en op mijn zesde kreeg ik mijn eerste naaimachine. Voor een toneelstuk op school maakte ik op elfjarige leeftijd drie items: een bell-bottombroek van blauw lakleer met franjes, een gilet met roze biaisband en een overhemd van een beschilderd tafellaken.”

Waarmee kun je niet zonder?

“Vrijheid. Dat is de opening om je goed te kunnen ontplooien. Ik ervaar dit als ik op mijn scooter stap, naar Haarlem rijd en dan door naar de kust, richting de bollenvelden om de geur van de bloemen op te snuiven. Ik haal ontzettend veel energie uit de natuur. Daar kom ik tot nieuwe ideeën.” 

Je favoriete geur?

“Pure patchoeli-olie, dat ik bij mijn hals smeer. De lekkerste haal ik uit Frankrijk bij kleine drogisterijen. Patchoeli is een geur uit mijn jonge jaren. In de seventies werd dit gebruikt om de geur van Afghaanse jassen te verdoezelen.” 

Dierbaar accessoire? 

“Een emaillen margriet-speldje. Mijn vader kreeg het toen hij na acht jaar oorlog terugkwam uit Indonesië. Als ik een pak aan heb draag ik zo altijd mijn vader bij me.”

Wie zou je ooit nog willen kleden?

“Het lijstje dat ik had is al helemaal afgewerkt. Ik heb de mazzel gehad dat ik verschillende sportmensen heb mogen kleden. Het allerleukst vond ik Rinus Michels, een mooie, integere man. Momenteel vind ik het een geweldige uitdaging om maatkleding te maken voor een man in een rolstoel. Daarbij moet je totaal out of the box denken, om te zorgen dat bijvoorbeeld de schouderpartij bij het bewegen van zijn armen goed op zijn plek blijft.”  

Wie is de bestgeklede man?

“David Bowie heeft zich tot aan zijn dood steeds geweldig weten te transformeren. Verder hebben de stijl en stoffencombinaties van Jimi Hendrix mij altijd zeer geïnspireerd.”

Wat draag je altijd bij je?

“De Buddha Eye-ketting uit Nepal, die mijn meisje achttien jaar geleden voor me heeft meegenomen. Op mijn werk draag ik altijd de naairing van mijn opa, ruim 130 jaar oud, het vingerhoedje voor het fijne (borduur)werk en mijn meetlint bij me. In mijn leren jack zit ook altijd een meetlint.” 

Wat ligt er op je nachtkastje?

“Ik heb geen nachtkastje, maar in een la heb ik een stretchband. In de ochtend zijn stretchoefeningen het eerste wat ik doe.” 

Wat is je favoriete ontbijt?

“Op werkdagen ontbijt ik niet, maar als ik vrij ben houd ik van een ontbijttafel. Met zuurdesembroodjes, twee gekookte eitjes en veel koffie.” 

Wat is je favoriete plek? 

“Parijs is mijn tweede thuis. In 1978 was ik er voor het eerst met mijn meisje. Ik vind Parijs heerlijk. Als ik op inkoop geweest ben ga ik graag even naar Montmartre, Place des Vosges of een museum.”

Mooiste winkel?

“Santa Eulalia in Barcelona. Een prachtige, classy winkel van een heel fijne retailcollega met een heerlijk restaurant. Het is een familiebedrijf uit 1843 en de collectiekeuze is on point. Een andere imposante zaak vind ik de Giorgio Armani-vestiging in New York.”

Je favoriete boek?
“Voor mijn verjaardag kreeg ik ‘Heb ik dat gemaakt?’, een biografie van Berlage. Dit heeft me een nieuwe hobby opgeleverd. Ik ben nu de stijlen art deco, jugendstil en de Amsterdamse School aan het onderzoeken. Ontzettend kunstig hoe in die tijden werk werd gemaakt.”

Heb je een verborgen talent?

“Een aantal maanden geleden heb ik mijn eerste basgitaarles gehad. Volgens mijn docent heb ik er wel aanleg voor.”

Naar welke muziek luister je het liefst?

“Van funky discomuziek uit de jaren zeventig, zoals Bohannon en Rose Royce, en klassieke muziek als Beethoven, Chopin en Tsjaikovski tot salsa, merengue en soca.”

Ben je een verzamelaar?

“Ik ben dol op overjassen. Ik maak ze zelf met de hand. Een van mijn favorieten is een exemplaar van gekookte wol, waarbij ik een patroon uit 1902 heb gebruikt. En ik heb veel schoenen, een stuk of dertig paar. Van geborduurde cowboylaarzen tot paardenleren schoenen. De kwaliteit is perfect, dus ze gaan een leven lang mee.” 

Spannendste ooit gedaan?

“In 1983 heb ik tijdens de Israëlisch-Libanese Oorlog een wadi trail gelopen bij de Dode Zee. Iemand voor me gleed uit en die kon ik nog net vastpakken. Pas later kwam het besef dat het veel slechter had kunnen aflopen. Die omgeving en sfeer was ook al heftig. Die vakantie heeft me wel gevormd.”