TOP

Makers tv-serie ‘Fashion Planet’ krijgen niet betaald

De makers van de dramaserie ‘Fashion Planet’ zijn vaak niet betaald voor hun werk. Dat meldt Het Parool.

De televisiemakers van de tv-serie ‘Fashion Planet’, iedere dinsdagavond te zien op Net5, hebben (nog) geen geld gekregen. Dat blijkt uit een Facebookoproep aan Net5 van enkele freelancemedewerkers.

Facturen
De Amsterdamse Dutch Digital Media Company (DDMC) heeft de medewerkers sinds januari 2014 niet meer betaald. “Elke dinsdagavond is bij jullie het programma ‘Fashion Planet’ te zien. Een programma waar we met een grote club freelancetelevisiemakers hard aan hebben gewerkt,” schrijven Eva van de Ven en Kim Visser. “Alleen zijn ze er niet voor betaald en zullen ze er misschien ook nooit iets voor krijgen, vrezen ze. Het productiehuis DDMC loopt maanden achter met betalen. (…) Sommige crew- en castleden zitten hierdoor in enorme financiële problemen.”

Regieassistent Kim Visser (28) zou zelf voor ongeveer 7000 euro aan facturen hebben liggen bij de DDMC. “Maar het gaat om een crew van ongeveer dertig man. Dus ik schat dat het in totaal om tonnen niet betaalde facturen gaat”, zegt Visser.

Oplossing
Het productiehuis is niet blij met de situatie en zegt dag en nacht te werken aan een oplossing. “We zien de ernst van de situatie in. Het gaat hier om mensen, niet om grote deals of bedrijven’, zegt Nathalie du Bruin, manager branded content bij DDMC.

DDMC heeft een expert ingehuurd en overlegt met banken. De regieassistent heeft weinig vertrouwen in een goede afloop. “Tot dusver waren het valse beloftes en er is geen plan voor de betalingen”, zegt Visser.

Blijven uitzenden
Volgens een woordvoerder van SBS, waar Net5 toe behoort, is niet uitzenden geen optie. “Dan betalen de sponsors niet en kunnen wij ook niet aan onze verplichtingen voldoen”. De woordvoerder laat weten de situatie ‘uitermate triest’ te vinden, maar geeft nadrukkelijk aan dat SBS aan al zijn verplichtingen heeft voldaan. “Daarom zijn we ook in gesprek gegaan met DDMC om te kijken waar we nog konden helpen. Wij hopen dat het goed zal komen.”