TOP

Tips: Hoe pak ik overlastgevers in mijn winkel aan?

Ondernemers en winkelmedewerkers hebben in hun winkel meer rechten dan zij vaak denken. Het Hoofdbedrijfschap Detailhandel heeft een aantal hulpmiddelen om overlastgevers aan te pakken.

Individueel winkelverbod
“Je stelt zelf de regels vast. Mits je maar niet discrimineert. Iemand die lastig is in je winkel, een grote mond heeft of een strafbaar feit pleegt, zoals diefstal, kun je direct een winkelverbod opleggen”, aldus Hendrik-Jan Kaptein van het HBD. “Zo ontzeg je die persoon voor een bepaalde periode de toegang tot je winkel.”

“Het opleggen van een winkelverbod is niet ingewikkeld. Winkeliers hoeven alleen een formulier in te vullen, dat je kunt downloaden. Je vult de naam van de overtreder in en laat het formulier door hem of haar ondertekenen. Zelfs zonder handtekening is het verbod geldig, mits je het formulier aan de overtreder overhandigt in aanwezigheid van een getuige, bijvoorbeeld een winkelmedewerker. Ook al verscheurt de overtreder het formulier ter plekke: het verbod is geldig. Komt die persoon dan toch weer in je winkel, dan is er wettelijk gezien sprake van huisvredebreuk. En daar staan forse straffen op.”

Collectief winkelverbod
Kaptein: “Met een collectief winkelverbod kunnen  winkeliers ongewenste klanten de toegang tot alle aangesloten winkels binnen hun winkelgebied ontzeggen. Dat werkt zeer preventief. In winkelgebieden met een collectief winkelverbod daalt winkeldiefstal bijvoorbeeld tot maar liefst zestig procent.  In de praktijk blijkt dat ook de overlast flink afneemt, waardoor ondernemers, medewerkers en klanten zich een stuk veiliger gaan voelen.”

Standaard registratiesysteem
Voor het vastleggen van individuele en collectieve winkelverboden heeft het HBD een standaard registratiesysteem ontwikkeld, dat is goedgekeurd door het College Bescherming Persoonsgegevens. Dit systeem is onderdeel van de gratis HBD-verenigingswebsite: een ‘basismodel’ website die de lokale ondernemersvereniging kan uitbouwen tot een eigen site. De site bevat praktische tools die de onderlinge communicatie in het winkelgebied vergemakkelijken.

Kaptein: “Er zijn nu landelijk 160 verenigingswebsites in de lucht. Bij een deel daarvan is het registratiesysteem in gebruik. In 2011 zijn daardoor in Nederland zo’n duizend personen geregistreerd met een ontzegging of een waarschuwing.”

Communicatiemiddelen inzetten
Voor winkelgebieden die werken met een collectief winkelverbod heeft het HBD stickers en posters ontwikkeld. “Het is natuurlijk belangrijk te communiceren dat je winkelverboden kunt opleggen. Een artikel in de lokale krant, posters bij de ingang van het winkelgebied en stickers op alle winkeldeuren, dat werkt preventief”, denkt Kaptein. “Vooral de ‘gewone’ klanten die diefstal een keer proberen. Juist die groep blijkt heel gevoelig voor een dreigend winkelverbod.”

Huisvredebreuk
Is het winkelverbod eenmaal van kracht, dan heb je als winkelier of medewerker het recht om de betrokken persoon aan te houden als deze je winkel toch betreedt. Aanhouden kun je zelf doen of overlaten aan de politie.

Kaptein: “Het overtreden van een winkelverbod valt onder huisvredebreuk en de straffen die daarop staan zijn hoger dan voor winkeldiefstal. Daar komt bij dat mensen die echt overlast bezorgen in winkels doorgaans veelplegers zijn. Zij hebben vaak al een dossier bij de politie. Als de aangiftes zich tegen hen opstapelen, worden de straffen steeds hoger. In tegenstelling tot wat veel ondernemers denken, loont het dan wel degelijk om iemand aan te geven voor iets kleins als het stelen van een rol drop.

Beperkt onrust
Kaptein wijst er tot slot op dat meedoen aan het collectief winkelverbod niet alleen een veiliger gevoel geeft, maar ook de onrust in de winkel beperkt. “Natuurlijk mag je iemand met een winkelverbod aanhouden of door de politie laten aanhouden. Maar het is nog mooier als je dit soort vervelende incidenten in je winkel kunt vermijden.”

“Omdat je de personen met een winkelverbod dankzij het registratiesysteem van gezicht kent, kun je ze al bij de deur aanspreken, waarbij je kunt verwijzen naar de sticker op de deur. Dat blijkt in de meeste gevallen afdoende. De persoon in kwestie begrijpt dat hij in jouw winkelgebied niets meer te zoeken heeft.”