TOP

Love it or hate it: de schoudervulling

Sommige mensen krijgen bij het woord schoudervulling foute flashbacks naar de jaren tachtig. Maar ontwerpers als Balmain en Balenciaga hebben de schoudervulling toch weer op de kaart weten te zetten. Duik mee in de geschiedenis van dit soms wat omstreden modestatement.

De schoudervulling wordt eind negentiende eeuw uitgevonden vanwege de beschermende functie: de (losse) schoudervulling wordt op de kleding bevestigd tijdens ruwe sporten als American football. Begin twintigste eeuw wordt een subtiele variant voor mannen in de mode geïntroduceerd, om de schouderpartij van pakken en jassen te verbreden. In het begin is de vulling nog van wol, katoen of zelfs zaagsel. Voor vrouwen komen schoudervullingen pas in de jaren dertig in beeld. Modeontwerper Elsa Schiaparelli, die graag experimenteert met het silhouet, verwerkt ze in haar ontwerpen. Net als ontwerper Marcel Rochas en kostuumontwerper Adrian Adolph Greenberg. De laatste maakt van de schoudervulling de signature look van actrice Joan Crawford, die onzeker is over haar schouders. Haar jurk in de film ‘Letty Lynton’ uit 1932, met overdreven grote schouders, wordt op grote schaal gekopieerd. Ook in de eerste helft van de jaren veertig blijft de schoudervulling in beeld als vrouwen tijdens de oorlog in mannenberoepen aan de slag gaan en hun kleding wordt beïnvloed door mannelijke en militaire stijlen. Na de oorlog wordt het modebeeld vrouwelijker en zachter, en verdwijnt de schoudervulling langzaam uit beeld. Begin jaren zeventig laten verschillende ontwerpers, onder wie Yves Saint Laurent, zich inspireren door de jaren veertig. Ze komen weer met schoudervullingen, maar die worden door het publiek niet goed ontvangen vanwege de negatieve associatie met de oorlog.

Powerdressing

Maar toen kwamen de jaren tachtig, waarin vrouwen steeds meer hoge functies in het zakenleven vervullen en zich in pakken hullen. Powerdressing is het motto en de schoudervulling komt terug, nu in comfortabel zacht schuim. De eerste vrouwelijke Britse premier Margaret Thatcher is een fervent drager van (mantel)pakken met schoudervullingen en Melanie Griffith is in 1988 in de iconische zakelijke look te zien in de film ‘Working girl’. Schoudervullingen zijn niet alleen voorbehouden aan zakenvrouwen. Ze worden ook gebruikt voor glamourjurken. Iconen als Madonna en Grace Jones zetten de brede schouders op de kaart en in de serie ‘Dynasty’ zijn de vrouwen uitgedost in de meest bijzondere creaties met brede schouders. Ook voor kleding voor het dagelijks leven zijn de schoudervullingen niet meer weg te denken. Ze worden steeds groter en dominanter, en zitten in bijna elk bovenstuk in de jaren tachtig, tot T-shirts en truien aan toe. Vaak hebben de pads klittenband en kunnen vrouwen zelf bepalen hoe groot ze de schouder willen hebben. Deze overkill maakt dat de schoudervulling daarna lange tijd compleet uit het modebeeld verdwijnt.

Comeback als statement

Rond 2010 beleeft de schoudervulling een kleine opleving als artiesten als Lady Gaga en Rihanna schoudervullingen gebruiken in hun show-outfits. Ook op de catwalk komen ze terug, vaak als extreem statement. Dit wordt in het straatbeeld subtieler gekopieerd met bijvoorbeeld een puntschouder of pofeffect. Pas anno 2020 lijkt de vrouwelijke consument weer toe aan de schoudervulling. Op de catwalk komen ze voorbij bij onder meer Tom Ford, Balmain, Marc Jacobs, Saint Laurent, Comme des Garçons en Martin Margiela. Demna Gvasalia van Balenciaga is groot fan en showt al jaren brede schouders op de catwalk. Vrouwen willen er nu niet meer mannelijk uitzien, maar juist hun vrouwelijkheid en kracht benadrukken met sterke schouders. Eerst in blazers in mannenpakken, later in blouses en jurken, en afgelopen zomer zelfs in mouwloze T-shirts met schoudervulling. De schouders worden niet alleen breed met vullingen, maar ook met pof, ruches en puntvormen. Als de aandacht maar naar de schouder gaat. En deze trend is nog lang niet voorbij, gezien het belang van ‘female empowerment’ in de grote consumententrends.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Textilia #1 van 2021.