TOP

Dit verandert er voor ondernemers in 2023

Nieuwe wetten en regels gaan op nieuwjaarsdag in en ook op 1 januari 2023 verandert er weer het nodige voor ondernemers, werkgevers en detaillisten. Voor wie nog niet op de hoogte is of er zeker van wil zijn niets over het hoofd te zien: dit is een overzicht van de belangrijkste en meest relevante wijzigingen.

Credit beeld: Lukas Blazek on Unsplash

Werk en inkomen

Wie werkt of personeel in dienst heeft, krijgt in 2023 met veranderingen te maken. Nog niet alle wijzigingen zijn bekend, maar de belangrijkste zijn te vinden op de site van de rijksoverheid.

● Het minimumloon stijgt op 1 januari 2023 met 10,15 procent. Medewerkers van 21 jaar en ouder die fulltime werken hebben dus recht op minimaal 1934,40 euro bruto per maand.

● Wie in 2023 wordt ontslagen, heeft recht op een transitievergoeding van maximaal 89.000 euro. Is het jaarsalaris hoger dan 89.000 euro, dan is de vergoeding maximaal 1 bruto jaarsalaris.

● De belastingvrije kilometervergoeding stijgt in het nieuwe jaar van 19 naar 21 cent per kilometer. Het bieden van een reiskostenvergoeding is geen verplichting. Het staat de werkgever vrij om een lagere, hogere of helemaal geen kilometervergoeding te betalen.

● Het basistarief in de inkomstenbelasting daalt van 37,07 procent naar 36,93 procent. Dit tarief geldt voor inkomens tot 73.031 euro. Door deze verlaging houden werkenden maximaal 102 euro per jaar meer over.

● De arbeidskorting gaat vanaf 1 januari 2023 jaarlijks omhoog. Werknemers en ondernemers met een inkomen tot 115.301 euro betalen door de arbeidskorting in 2023 minder inkomstenbelasting. Zo houden zij meer inkomen over. De arbeidskorting wordt vanaf 1 januari 2023 elk jaar verhoogd.

Ondernemen

Ondernemers krijgen in het nieuwe jaar met verschillende wijzigingen te maken. De Eerste Kamer stemt binnenkort over de voorstellen, dus nog niet alle wijzigingen zijn bekend. Maar bekijk hier alvast de verwachte veranderingen voor ondernemers in 2023.

● De zelfstandigenaftrek wordt verder verlaagd, van 6.310 naar 5.030 euro, en versneld afgebouwd tot 900 euro in 2027. Hiermee worden de fiscale verschillen tussen zelfstandigen en werknemers kleiner.

● De grens voor het lage tarief in de vennootschapsbelasting (vpb) gaat omlaag: van 395.000 euro naar 200.000 euro winst. En het lage tarief van 15 procent gaat omhoog naar 19 procent. Bedrijven met een winst vanaf 200.000 euro betalen vanaf 1 januari 2023 het hoge tarief. Dat tarief gaat omhoog van 25 naar 25,8 procent.

● Ondernemers kunnen vanaf 1 januari 2023 hun oudedagsreserve niet meer verder opbouwen. De opgebouwde oudedagsreserve tot en met 31 december 2022 kan volgens de huidige regels worden afgewikkeld. Dat betekent dat het hele bedrag in 1 keer vrijkomt en de burger daar belasting over betaalt. Het kan ook worden omgezet in een lijfrente, zie het volgende punt.

● Belastingplichtigen hebben vanaf 2023 ruimere mogelijkheden om hun oudedagsverplichting (ODV) om te zetten in een lijfrente. AOW-gerechtigden hebben daarmee vijf jaar de tijd om hun ODV om te zetten naar een lijfrente, lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht. De nieuwe wet gaat met terugwerkende kracht in tot en met 1 april 2017.

Klimaat en milieu

Klimaat en milieu hebben de aandacht. Nog niet alle wijzigingen voor 2023 zijn bekend, maar enkelen zijn alvast hier te vinden.

● Kantoren met een oppervlak van meer dan honderd vierkante meter moeten in 2023 ten minste energielabel C hebben. Wel gelden er uitzonderingen voor kleine kantoren, kantoren in monumenten en kantoren die een nevenfunctie zijn van een andere gebruiksfunctie.

Wetswijzigingen

● In 2023 is er een verandering in de gebruikelijkloonregeling voor DGA’s. Wie een bv heeft en directeur is van dit bedrijf, moet zichzelf een salaris betalen dat marktconform is. Dat zegt de gebruikelijkloonregeling. Vanaf 1 januari 2023 verandert één van de mogelijke peilbedragen voor dit gebruikelijk loon. Het gebruikelijk loon is of:

– 100 procent van het loon van iemand met een vergelijkbare functie (dit peilbedrag is in 2022 75 procent); of

– het loon van de werknemer met het hoogste salaris; of

– een vast bedrag van minimaal € 48.000.

DGA’s moeten het hoogste peilbedrag kiezen van deze drie opties. Het gebruikelijk loon is minimaal dat bedrag.

● Per 1 januari geven online platformen informatie over de verkopers aan de belastingdienst. Dit gaat om iedereen die goederen of diensten verkoopt via online platformen. Hierdoor krijgt de Belastingdienst een beter beeld over inkomsten die ondernemers via online verkoopplatformen krijgen. Denk hierbij aan informatie als de inkomsten, het rekeningnummer en de NAW-gegevens van de verkoper.

● Wie producten met korting wil verkopen, zal er rekening mee moeten houden dat misleidende kortingen niet zijn toegestaan. Een korting dient per 1 januari 2023 een korting te zijn ten opzichte van de laagste verkoopprijs van het product in de dertig dagen voorafgaand aan de kortingsdatum. Daardoor is het niet langer mogelijk om een product duurder te maken om daarna reclame te maken met een kortingsprijs die tot vorige week nog de ‘gewone’ verkoopprijs is. Er zijn drie uitzonderingen op deze regel:

– progressief lager maken van de prijs (acties met een steeds stijgende korting)

– producten die minder dan dertig dagen op de markt zijn (introductiekorting)