TOP

Jones&Jones bestaat 25 jaar: ‘Stenen winkel blijft belangrijk, kerels willen passen’

De mannenmodeketen Jones&Jones bestaat dit jaar 25 jaar. Met mede-eigenaar Kaj Huijsman blikken we terug én kijken we vooruit. Wat opvalt is dat de retailer nog precies zo onderneemt als vroeger, met de focus op de stenen winkel. En zonder webshop. “Dat levert in de mannenmode te weinig op. Kerels willen passen.”

25 jaar geleden ging de eerste winkel open in Utrecht. Hoe kijk je terug op die start?

Kaj Huijsman: “Ik was daar zelf niet bij. Die Jones&Jones winkel is in augustus 1993 opgericht door meneer Cor van Berg. Ik kwam in dienst in oktober 1995 als donderdag- en zaterdaghulp. Omdat ik op een zeker moment mijn zaterdagen vrij wilde houden, diende ik mijn ontslag in. Daarop zei hij dat dat op dat moment niet kon, want hij wilde op vakantie en had daarom geen tijd om een nieuwe kracht in te werken. Of ik nog even wilde blijven. Toen is de liefde voor de winkel bij mij ontstaan. Ik vond het geweldig om alles zelf te kunnen bepalen zonder een baas om mij heen. Toen meneer Van Berg terugkwam kreeg ik plaats van een afscheidsetentje het aanbod om de winkel over te nemen als ik er vijf jaar bleef werken. In 2002 heb ik ‘m overgenomen en 2011 kwam mijn huidige zakenpartner Arjen Versluis erbij. Hij is een van de eerste medewerkers. De allereerste is Michel Goedkoop, die werkt nu nog steeds in Utrecht. Heel leuk hoe is het gegaan.”

Is er in de afgelopen 25 jaar veel veranderd in de wijze waarop jullie ondernemen?

“We doen het nog steeds hetzelfde als toen, verkopen vanuit de fysieke winkels. We hebben het geprobeerd met een webshop in 2013, maar dat leverde te weinig op. En een winkel die verlies draait, gaat ook dicht. Ik heb mij er een half jaar geleden nog wel in verdiept omdat er vraag naar was. Maar als ik van andere ondernemers het percentage online verkochte mannenkleding afzet tegen de omzet, dan zijn de kosten nog te hoog ten opzichte van die omzet. Dus doe ik het niet. En het werkt ook niet goed bij mannen. Een kerel wil passen, die wil kleding die lekker zit. Een vrouw heeft wel kleding die niet lekker zit, een man niet.”

Houdt Jones&Jones zich aan traditionele uitverkoopmomenten?

“Waar meeste retailers de afgelopen jaren aan kapot zijn gegaan, is niet het gebrek aan omzet, maar te lage marges. Er is te veel en te vroeg korting gegeven en daar is de hele markt aan kapot gegaan. Maar fabrikanten spelen daar ook een rol in met de veel te vroege uitlevermomenten. Hangt de wintercollectie al in de rekken als het nog volop zomer is en andersom. Da’s toch van de zotte. Je loopt ook niet met erwtensoep het strand op als het warm is. Wij beginnen extreem laat met de uitverkoop en rest van het jaar hanteren we eerlijke prijzen. En ik zeg tegen leveranciers dat ik winter pas na 15 september geleverd wil hebben. En meer verspreid, zodat je kunt blijven vernieuwen en niet meteen een ton euro handel hoeft af te rekenen.”

Wat is jullie visie op retailen?

“Onze grootste concurrent is internet. Je moet een meerwaarde hebben om die klant naar de winkel te krijgen. Die meerwaarde begint bij je personeel. En verder moet je alle marketing-p’s bij elkaar voegen en er een b van maken: beleving. Want dat kan de online winkel niet bieden. Het gaat er om dat de klant in de winkel wordt verwend, dat hij zich thuis voelt. Daarom zeg ik ook altijd: ‘Eerst koffie, dan de rest. Behandel je klant zoals de gasten die je thuis ontvangt.’ ”

In hoeverre bemoeien jullie je als eigenaren met jullie winkels?

“We laten iedereen vrij in hoe ze de winkel runnen. Arjen rijdt hele week alle winkels af. Daar is-ie dan een halve dag en overlegt over wat goed gaat, beter kan en waar ondersteuning nodig is. Het zijn allemaal zelfsturende winkel, soevereine staatjes waar iedereen het naar beste weten doet. Wij hebben er weinig omkijken naar.”

Inmiddels hebben jullie 13 zaken, waarvan vier franchisezaken. Willen jullie daar verder mee?

“We willen het allebei. In de regio Utrecht willen we vooral eigen zaken openen. Daarbuiten willen de landelijke dekking creëren met franchisers, dat is organisatorisch makkelijker. Momenteel hebben we die formule draaien in Apeldoorn, Assen, Zutphen en Wijk bij Duurstede. Op onze webiste staat en oproep, daar komen ook veel gelukszoekers op af. Maar je kunt niet zomaar een winkeltje openen.  Wij willen samenwerken met echte ondernemers die zich willen aansluiten bij formule van Jones&Jones, die willen meehelpen dit merk groot en sterk te maken. We zijn met twee kandidaten in gesprek uit leuke steden, maar daar kan ik nu niets over zeggen.”

Wat zijn jullie toekomstplannen?

“O, gewoon zo lekker door rommelen. Zo staan Arjen en ik erin. We werken niet bij Jones&Jones, we doen het omdat we het leuk vinden. Natuurlijk hebben we wel eens gevecht met een leverancier, maar dat is het leven. We werken met leuke teams, de mensen in de winkel geven ons energie. Ook fijn  is dat we alles kunnen betalen uit eigen middelen. Dat betekent wel dat we al jaren geen salaris hebben opgenomen, elke euro gaat terug in de zaak. Dat moet ook wel, want winkels kosten veel geld. Alleen al het interieur van onze winkel in de Leidsche Rijn kostte 2,5 ton euro. Als je dat bij een bank vandaan moet halen en je omzet valt tegen, voel je dat wel. Gelukkig hebben we allebei een vrouw met een goede baan.”

 


FACTS

Aantal winkels: 13

Aantal personeelsleden: 42, 80% parttimer

Segment: Middenhoog

Aantal merken: ca. 12 Merken, waarvan twee eigen labels

Merken: o.m. Pierre Cardin, State of Art, Fellow al 25 jaar. Meyer en Olymp dit jaar voor het eerst.

Visie op winkel: “We kopen merken en collecties in die passen in het beeld van de winkel. Onze signatuur is no nonsense met heel veel kleur. Wij presenteren niet de merken, maar de collectie. We hebben ook geen vak per merk, maar hangen alles op kleur. Merken waarmee we samenwerken moeten bij die filosofie passen.

Bestsellers: “De overhemden van ons eigen merk Portman&Sons doen het ‘t allerbest. North.84 qua broeken. Met eigen productie kunnen we modellen maken die alles bevatten wat klanten leuk vinden aan de merken die we inkopen. Het ene merk heeft een goede kraag, de andere een goede mouwaanzet, weer een ander een mooie knoop. Die elementen gebruiken we dan in één ontwerp.”