TOP

Denimspecialisten Grivec Bros willen met formule Europa in

Denimheads en broers Marcel en Roger Grivec groeiden op tussen de Levi’s en Wranglers, dus was het niet zo gek dat ze in de jeanszaak Het Jeanspaleis in Kerkrade van hun ouders overnamen op hun 18e. Wel was het enigszins verrassend dat ze het familiebedrijf vier jaar geleden omturnden tot denimatelier Grivec Bros, het concept dat ze de komende jaren willen uitrollen naar het buitenland.

Foto’s: Grivec Bros

Grivec Bros is ontsproten uit de jeanswinkel die jullie ouders oprichtten in 1978. Een leven lang tussen het blauw, jullie carrière lag zeker al vroeg vast? Marcel Grivec: “We zijn letterlijk tussen Levi’s en Wranglers groot geworden. Op al onze kinderfoto’s dragen we jasjes en broeken van raw denim. We zijn er volgens mij letterlijk voor in de wieg gelegd, alsof een bliksemschicht ons in ons wiegje raakte en de boodschap meegaf ‘Ga heen en verkondig het blauwe geloof’. Het is onze parochie. Grivec Bros is de evolutie van ons leven.” [Tekst gaat door onder de foto.]

Hoe kwamen jullie op het idee om zelf denimproducent te worden? “We hadden in 2008 drie winkels naast elkaar geopend in Maastricht en eind van dat jaar begon de bankencrisis. Dat was een moeilijke tijd. In die tijd kreeg ik een flinke burn-out, en ik was zo klaar met dat winkelieren. Ik zei in 2010 tegen Roger: ‘Waarom gaan we niet doen waarvoor in wieg gelegd zijn, jeans maken? Als we aan de hemelpoort bij Petrus aankloppen en hij vraagt wat we nog hadden willen doen in ons leven, moeten we niet hoeven zeggen ‘zelf jeans maken’. Da’s te laat, haha.’ We hebben daarop de drie winkels gesloten en zijn met Jeanspaleis nog doorgegaan. Ondertussen startten we met de productie van onze twee modellen, de Hower en de Cool Pete in verschillende stijlen. In 2018 besloten we volledig voor het atelier te gaan; we hebben alle merken eruit gedaan en door te gaan met onze jeans. Die werden overigens toen nog in een fabriek in Portugal gemaakt.”

Dan begin je eigenlijk weer helemaal opnieuw. “We moesten de hele business weer opbouwen. Je snijdt natuurlijk een hele grote groep van je klanten af. Maar we merkten in 2016 al bij de lancering van onze twee jeansmodellen dat die aansloegen. We hadden het al goed gevonden als we er een half jaar mee konden doen in de winkel, maar binnen acht weken waren die broeken uitverkocht. Toen hebben we nog een serie laten maken van 200 stuks en die waren vervolgens binnen 14 weken op. We wilden nog meer produceren, maar voor de fabrikant waren we te klein om dat op korte termijn te laten maken. Bij de fabrieken gaat het immers om grote aantallen. Daar wilden we niet langer afhankelijk van zijn en toen zijn we het zelf gaan doen. Begonnen met het uit elkaar halen van een broek en zo stapje voor stapje weer in elkaar zetten. Nu hadden we al eens in 2009 de basis geleerd van denimcollega Jason Denham. Van hem hebben we ook onze eerste naaimachine gekregen. In 2017 hebben we zelf machines gekocht, authentieke modellen die Roger overigens ook zelf kan repareren en onderhouden. Nu hebben we zo’n 25 machines staan en werken we met vier tot vijf man aan de broeken, onder wie Zyad, een vluchteling uit Syrië. Hij is niet alleen een aardig mens maar ook een begaafde kleermaker met jeanservaring voor merken als Benetton en Hugo Boss.” [Tekst gaat door onder de foto’s.]

Bevalt deze ommezwaai? “Absoluut. We hebben nu een atelier annex showroom annex winkel in Kerkrade, een soort sterrenrestaurant met open keuken. Mensen kunnen zien wat we maken en het ook meteen kopen. De reacties zijn geweldig. En het mooie aan het concept is dat, buiten dat we van onze passie ons werk hebben kunnen maken, we het leven leiden dat we willen. Ondanks dat ook wij een lastige tijd hadden in de coronaperiode. Nu trekt de verkoop weer aan. We rijden elke dag met een grote smile naar huis.”

Waar bestaat de collectie nu uit? “We hebben nu drie basisfits, natuurlijk gemaakt van hoogwaardige Japanse selvedge. Daarmee kunnen we 85 procent van de mensen bedienen. We hebben namelijk een heel groot pasbereik; we kunnen de broeken op lengte, maar ook op bijvoorbeeld brede bovenbenen aanpassen. Daarnaast kijken we altijd of we een leuke stof bij kunnen kopen om extra jeans van te maken. Dan verkopen we ook nog tops van ons eigen label, tassen en accessoires ter ondersteuning van het merk. En we hebben in februari dit jaar een collectie uitgebracht met jeansmerk Denham, waarmee we 200 broeken hebben gemaakt.”

Wie is je klant? “Het zijn voornamelijk wel mannen tussen de 25 en 55 jaar, maar het is niet zo dat we een bepaald type klant hebben. Het kan een biker zijn, een advocaat of een putjesschepper. Wat ze delen is dezelfde passie voor raw denim, maar iedereen draagt het op zijn eigen manier. Onlangs hebben we nog een vrouw van 74 een broek verkocht. Dat maak je niet iedere dag mee.” [Tekst gaat door onder de foto’s.]

Jonge mensen zijn gewend aan stretch en skinny, een ander type jeans dan die jullie leveren. Hoe zorg je dat die jonge klant aanhaakt en blijft? “Dat is meest lastige in dit verhaal, daarom zijn we blij met de collab die we gehad hebben met Denham. Op die manier kunnen we ons in de kijker spelen bij die doelgroep. Verder moeten we het hebben van mond-tot-mond reclame van enthousiaste klanten die ons verhaal vertellen: dat we de jeans zelf maken en levenslange garantie geven op die broeken. Van je fans moet je het immers hebben, dat zijn je ambassadeurs. Verder is het niet zo dat we vies zijn van stretch, we hebben zelf ook een Japanse kwaliteit met 2 procent stretch, maar skinny fits maken we niet. Dat is niet wat wij zijn. Gelukkig gaat de mode nu naar meer wijde fits.”

Wat zijn de plannen voor de toekomst? “Onze droom is nog altijd winkeltjes uitrollen, maar dan op een andere manier dan we voorheen hebben gedaan. We willen niet opnieuw retailer worden, maar een aantal strategische clubhuisjes neerzetten in de grotere steden van Europa, denk aan Parijs, Londen en Berlijn. Ik geloof in specialisatie en dat bieden wij. Wij denken dat de ervaring die wij bieden met jeans maken ook in het buitenland kan aan slaan. Hoe het er precies uit komt te zien ga ik nog niet zeggen, maar het wordt een systeem waarin het allemaal wat duurzamer is door niet meer te denken in seizoenen en collecties, maar in artikelen die langer meegaan. Daar doen we onze aarde en portemonnee groot plezier mee.”