Het duurt weliswaar nog een kleine maand voordat Rob Vollebregt, eigenaar van de gelijknamige mannenmodezaak in Naaldwijk, officieel 100 kaarsjes mag uitblazen voor zijn jubilerende winkel, maar in de etalage is het al feest. Op een grote banner staat de historie van de zaak beschreven en links naast de deur pronkt een roestvrij stalen plakkaat met het magische getal 100. Binnen staan de flessen prosecco al ingepakt klaar voor de klant.

Het 100-jarig bestaan is zichtbaar in de etalage en op de gevel.

Op 19 maart 2019 is het precies een eeuw geleden dat Robs opa Leen op de Herenstraat zijn textielwinkel opende. Hij deed dat in een pand even verderop in de straat, dat Rob in 1999 moest verruilen voor de huidige stek, omdat er plaats moest worden gemaakt  voor een nieuw winkelcentrum. In de zaak verkocht Robs opa naast mannenkleding toen ook woontextiel.

Eerder dan verwacht

Rob was 25 jaar toen hij door zijn vader Leo werd gevraagd de zaak over te nemen. Hij was de enige van de vier kinderen in het gezin die interesse had in opvolging, maar dat moment kwam eerder dan hij had verwacht. “Ik was net getrouwd en wilde eigenlijk nog wel even wachten, maar achteraf bekeken is het een goed moment geweest”, vertelt hij. “Mijn vader was ziek en hij is een jaar na de overname overleden.”

Samen met zijn vrouw Yvonne stapt de Naaldwijker in het ondernemerschap, een taak waar je je volgens hem nooit helemaal goed op kunt voorbereiden. “Dat leer je pas als je zelf eigenaar bent”, zegt hij. “We kwamen terecht in een klassieke winkel met een breed aanbod van zestig merken uit voornamelijk Duitsland en er werkte 14 man personeel. Ik wilde veranderen, het meer naar mijn eigen hand zetten.” Yvonne: “Rob was jonger, met andere ideeën dan zijn vader en wilde dat de winkel meer een afspiegeling werd van zijn leefwereld en visie.”

Rob en Yvonne Vollebregt.

Stapsgewijs

De transformatie van de winkel pakt het stel stapsgewijs aan. Het begint met het verbouwen van het interieur en het terugbrengen van de voorraad. Geleidelijk aan wordt het Duitse merkenpakket vervangen voor Italiaanse labels als Corneliani, Gran Sasso en Tagliatore. De zaak neemt afscheid van de kinder- en trouwafdeling die er in de tussentijd aan waren toegevoegd en focust zich volledig op mannenmode en -accessoires.

Toen de zaak in 1999 wegens de bouw van het winkelcentrum naar een paar panden verderop verhuisde, vond Rob het tijd dat zijn naam daar op de gevel verscheen. Een memorabel moment voor de Naaldwijker ondernemer. “Toen vond ik de transformatie geslaagd”, zegt hij. “We zijn er een decennium lang keihard tegenaan gegaan. Dat was pittig, want we werkten 24/7 en in die periode werden ook onze zoon en dochter geboren. Maar we waren ook gedreven. Ik was erop gebrand de zaak succesvol voort te zetten.”

De winkel van 400 vierkante meter winkelvloeroppervlak biedt ruimte aan 50 merken uit het midden en middenhoog segment. Er hangen labels als Eton, Artu Napoli, Aeronautica Militare, Tommy Hilfiger, People of Shibuya, Colours & Sons, Blue Industry en Dstrezzed. Er is een verscheidenheid aan maten en pasvormen: slim fit, modern en regular fit in de maten s tot en met 4xl. De winkel is opgedeeld in casual en business, waarbij de kostuums achterin de zaak zijn gehangen. Hier worden ook de maatpakken samengesteld. Bij Vollebregt werken 10 fte.

Door de wol geverfd

Met 100 jaar mode-ervaring op zijn familienaam en zelf 35 jaar ervaring in het vak, voelt Vollebregt zich een door de wol geverfde mannenmodeondernemer die precies weet wat hij wil. “Ik vaar mijn eigen koers”, zegt hij. “Ik kijk niet naar wat andere mannenmodezaken doen, maar leg de focus op onze eigen identiteit en pas onze keuzes voor bijvoorbeeld bepaalde merken daarop aan. Een bepaald label kan hip zijn, als het niet bij ons past, koop ik het niet in.”

Afspraken maken met fabrikanten over een bepaalde mate van exclusiviteit, is voor Vollebregt cruciaal. “Juist in een kleine plaats als Naaldwijk waar de concurrentie groot is, is het belangrijk dat de winkels niet hetzelfde verkopen. Gebeurt dat wel, dan maak ik liever andere keuzes.”

Daarnaast vindt Vollebregt het belangrijk dat hij als eigenaar en inkoper volledig op de hoogte is van alle facetten van het vak: de trends, de cijfers, ontwikkelingen in de moderetail en vooral wat zijn klanten vinden en willen. “Daarom sta ik ook regelmatig op de winkelvloer. Daar vang ik de signalen op die ik kan gebruiken voor een goede inkoop. Als modeinkoper moet je toch vooruit kijken. Wat ik nu inkoop voor komende winter, komt in augustus binnen en daar moet ik in december mee scoren. Dan moet je toch een beetje helderziend zijn, toch? Daarvoor heb je feeling met de markt nodig. De totale en lokale markt.”

Glas prosecco

Vollebregt heeft 6.000 vaste klanten in zijn bestand, variërend van 20 tot 90 jaar. Hij trakteert ze graag op een verse kop koffie en zaterdag een glas prosecco. “Kleding kopen moet een feestje zijn”, zegt hij. “Dat bereik je door een goede collectie te hebben en door een eerlijk en op kennis gebaseerd advies te geven. Ons doel is de klant tevreden de deur uit te laten gaan. Een tevreden klant koopt meer en komt eerder terug.”

“Bovendien zijn wij er om klanten te helpen”, gaat de ondernemer verder. “Daarom hebben we ook geen webshop. Ik heb nog nooit een paar sokken verzonden en dat ga ik ook nooit doen.” Yvonne: “We hebben ons wel in online verkoop verdiept, maar je moet daar eigenlijk weer extra mensen op zetten wil je dat goed aanpakken. Dat past niet bij onze filosofie en dus hebben we besloten dat niet te doen.” “Je weet het nooit helemaal zeker, maar tot nu toe is het een goed besluit gebleken”, vult Rob aan.

Niets is zeker

“Kijk, in dit vak weet je één ding zeker: niets is zeker. Daar hebben wij ook wel ervaring mee. We zijn nog wel eens te vroeg met een bepaalde trend, bijvoorbeeld. Dan pakt de consument het niet op. Maar het is ook wel gebeurd dat ons team niet wist wat het met een bepaalde collectie aan moest. Die items eindigen in het uitverkooprek. Dat gebeurt en daar moet je ook niet te zwaar aan tillen.”

Het weerhoudt de Naaldwijker mannenmodeondernemer er niet van elk seizoen een paar gewaagde artikelen in te kopen. Een pak in een grove, gekleurde ruit, een zilveren jack of een paar groene schoenen; het zijn de eyecatchers waarmee Rob Vollebregt zich in het Westland onderscheidt. “Het is minder safe, maar je moet blijven veranderen. Ik vraag me ook regelmatig af of we het nog steeds goed doen en pas aan wat anders moet.”

In deze kast liggen de boeken met stoffen en voeringen voor de maatpakken.

Geluk

Vollebregt volgt altijd zijn eigen pad, dat werkt voor hem het best. Hij zegt tevreden te zijn over zijn cijfers, collectie en team mode-adviseurs. Over de mannenmodebranche is hij ‘gematigd positief’. “Ik geef de markt momenteel een 7,5.” “Fabrikanten en retailers hebben we weer zin in”, vult zijn vrouw aan. “Dat merkten we ook op Pitti Uomo en Modefabriek afgelopen januari.” “Maar”, zo benadrukt Rob nog eens, “je moet wel serieus met je vak bezig zijn. Het succes komt je niet aanwaaien. Ik heb daarin ook wel geluk met Yvon. We hebben hier en thuis een goede taakverdeling. In mijn eentje had ik het niet kunnen doen.”

Of Rob al bezig is met zijn opvolger? “Onze dochter Siseley van 25 niet, maar onze zoon Lorenzo heeft wel interesse. Hij is 21 en studeert nog.” Op de vraag of hij het hem aanraadt om in de mannenmodezaak te stappen, antwoordt Vollebregt diplomatiek: “Ik raad het hem niet aan, maar ook niet af. Onze kinderen mogen het zelf weten. En als er geen opvolging komt, dan is er vast wel een partij die onze zaak wil overnemen.”

_{FOTO’S: RENATE ZOUTBERG}