TOP

Wat doen deze modemerken met duurzaamheid 5 jaar na Rana Plaza? [deel 2]

Op 24 april was het vijf jaar geleden dat kledingfabriek Rana Plaza instortte. Bij de ramp kwamen ruim 1100 mensen om het leven. Wat is anno 2018 de stand van zaken? Wat is er anders en hoe bewust is de consument inmiddels als het gaat om sociaal verantwoorde mode? Textilia spreekt in dit tweede deel van een tweedelige serie met onder meer Claesen's,Mud Jeans en House of Jamie over duurzaamheid in het licht van Rana Plaza.

Gerard den Boer, mede-eigenaar (kinder)modemerk Claesen’s

“De ramp vond ik natuurlijk verschrikkelijk. Maar ik kom al heel lang in Azië en wéét dat er heel veel dingen niet goed zijn. Vooral heel grote merken zich schuldig maken aan allerlei wanordelijkheden. Voor hen staat één ding voorop; heel veel geld verdienen. Als ze al naar sociale omstandigheden kijken dan is dat maar half. Er zijn showroomfabrieken waar grote merken uit de hele wereld op bezoek komen, die zijn state of the art ingericht, maar dat is natuurlijk niet waar hun spullen gemaakt worden. Met Claesen’s zijn we bezig om nieuwe certificaten te krijgen. Dat vinden we zelf gewoon heel belangrijk. Wil je met een prettig gevoel door je fabriek heen lopen, dan heb je sociale verantwoordelijkheden, zowel naar je Nederlandse werknemers als die in India. We hadden al certificaten, maar we zijn met onze fabriek naar een andere locatie verhuisd en dan dienen dit soort dingen zich opnieuw aan. Ditmaal gaan we voor een nog zwaardere certificatie, die hopen we in juni te krijgen. Oekotex hadden we al, deze wordt een SA8000-certificaat. We zullen dan jaarlijks scherp gecontroleerd worden en dat is heel prettig, dan weet je zeker dat het allemaal goed zit.”

Win/winsituatie

“Voor consumenten is maatschappelijk verantwoord ondernemen een heel ding, dat geldt ook voor groen en duurzaam ondernemen. Met name de jongere generaties is daar gevoelig voor. Het maakt een merk sympathieker zodra je weet dat ze met zaken als biokatoen of gerecyclede materialen werken. Zelf heb ik sociaal verantwoord ondernemen eigenlijk altijd een vanzelfsprekendheid gevonden. Zo ben ik gewoon grootgebracht. Met Claesen’s hebben we het nooit breeduit aan de grote klok gehangen, terwijl het toch heel veel goeds voor je merk doet. Binnenkort melden we het daarom op onze website, misschien in combinatie met een filmpje waarop consumenten kunnen zien hoe hun Claesen’s kleding wordt gemaakt. Daar heeft de consument gewoon recht op en het is enorm positief. Ik denk ook zo: wanneer de arbeidsomstandigheden deugen op je werkvloer, de sfeer goed is, er geen nare dingen zoals kinderarbeid plaatsvinden en je betaalt je mensen goed, dan heb je op den duur een nog beter eindproduct. Zo werkt dat nu eenmaal. Daarom leiden we bijvoorbeeld ook mensen op, dat is een kwestie van investeren. Sociaal en maatschappelijk verantwoord ondernemen is een win/winsituatie.”

Bert van Son, mede-eigenaar en oprichter van Mud Jeans

“Dat de omstandigheden in fabrieken in landen zoals Bangladesh slecht zijn wist iedereen al vóór Rana Plaza, dat hoeft niemand anders te beweren. Er gebeuren veel kleinere ongelukken zoals brandjes. Ik zit nu zo’n 35 jaar in de kledingbranche, maar zoiets als Rana Plaza had ik niet voor mogelijk gehouden. Op televisie werd kort voor de ramp toevallig een interview met de eigenaar van Rana Plaza uitgezonden, en die leek compleet onder invloed. Er werd gewaarschuwd voor scheuren in de muren, maar hij wimpelde het af. Overigens was er een filiaalmanager van een bank die zijn zaak sloot, hij vond het niet verantwoord voor zijn personeel om in het gebouw aan het werk te gaan. De fabriek was op een winkelcentrum gebouwd terwijl dat gebouw er helemaal niet voor gemaakt was. Daar is later nog een documentaire over gemaakt.”

Achter de schermen

“Met Mud Jeans zijn we continu bezig met de vraag: hoe worden we duurzamer? We werken met nieuwe technieken aan waterbesparing en non toxic materialen. De productie van onze jeans vindt plaats in Tunesië in een fabriek waar alles onder een dak gebeurt. Ik kan met recht zeggen dat het de mooiste jeansfabriek ter wereld is. Alles wordt daar gerecycled, zelfs het drinkwater wordt gezuiverd door middel van reversed osmose, daarna is het gewoon weer drinkbaar. Vorige week zijn we het hele Mud-team van twaalf man en een aantal toonaangevende Instagrammers op productietoer gegaan naar de fabriek. We hebben er onder andere een fotoshoot georganiseerd met lokale modellen, zo zet je het land ook op de kaart. Het is heel mooi als je een economie op die manier kunt helpen. De reis was onder andere bedoeld om de fabriek te laten zien en de collega’s die daar werken te ontmoeten. We wilden ze door middel van interviews een podium geven om te laten zien hoe hun leven eruit ziet en of ze het goed hebben. Die interviews hebben we vervolgens op Youtube gezet.”

Kritische millennials

“Toen we het lease a jeans concept lanceerden in 2013 waren we aan de vroege kant, we moesten het hele begrip circulaire economie elke keer weer uitleggen. Nu loopt dat heel goed, de consument is veranderd in positieve zin. Maar of dat ook het geval is bij de sociale kant van de productie? Dat is lastig. Aan de ene kant is er de consument die het hele verhaal achter zijn of haar kledingstuk wil weten, die is goed geïnformeerd en bereid om daar het bijbehorende prijskaartje voor te betalen. Aan de andere kan blijft er een groep die denkt: als het maar goedkoop is. De verhouding verandert overigens wel, het zijn opvallend genoeg vooral de groep millennials die vragen blijven stellen en op zoek zijn naar de waarheid. Bij ons staat transparantie altijd al hoog in het vaandel en duurzaamheid staat in onze statuten. Grote bedrijven proberen hier angstvallig op in te springen. Inkopers gaan helaas over het algemeen op pad met als belangrijkste vraag: hoe kan dit zo goedkoop mogelijk? Pas dan gaat het over zaken als sociaal en duurzaam. Dat zou andersom moeten zijn. Of dat de toekomst wordt? Ik denk dat het tijd nodig heeft.”

Barbara Gouka, oprichter kindermodemerk House of Jamie

“Rana Plaza was een shock voor de hele branche. Hoewel we met House of Jamie super goed bezig zijn met het sociale aspect, denk je als consument echt niet bij elke aankoop heel bewust na over wat de sociale omstandigheden zijn achter het kledingstuk dat je koopt. Voor Koningsdag koop je bijvoorbeeld weleens in een opwelling een goedkoop, oranje T-shirt. Dat is dan zo goedkoop, dat kan gewoon niet goed zijn.”

Geen werk: geen eten

“Mensen staan stil bij Rana Plaza en de sociale omstandigheden, maar ondertussen gaat het gewoon door. Vanaf de eerste dag dat we produceerden zijn we onze bronnen streng nagegaan. Daarom produceren we in Europa en Turkije; daar ga je net wat makkelijker op bezoek. Dat is toch anders in landen zoals China, India of Bangladesh. Als ze in bijvoorbeeld een Aziatische fabriek weten dat je komt, zal een hoop snel netjes worden gemaakt en pijnpunten worden verdoezeld. Dat kan in Istanbul of Portugal natuurlijk ook, maar die kans is gewoon veel minder aanwezig, met name omdat in deze landen de lonen en de productiekosten een stuk hoger liggen. Personeel wordt goed behandeld, de omstandigheden zijn beter en daar betaal je als producent/merk ook voor. Toch vind ik het een heel lastig dilemma. Ik zag een documentaire over kinderarbeid waarin ze de andere kant van de zaak belichten. Geen werk betekende voor die kinderen ook: geen eten of dak boven je hoofd. Het probleem blijft met name in stand door grote merken die de macht hebben om daar een bepaalde lijn in te trekken. Van kleinere merken zoals House of Jamie is de afname zo klein in verhouding met ketens en hele grote merken. Als jong merk moet je vechten voor je plekje en is het knokken tijdens onderhandeling. Maar uiteindelijk betaal ik altijd een veel hogere prijs, terwijl wij juist zo bezig met verantwoord produceren.”

Goed voor kind & wereld

“De consument is nu extreem bezig met duurzaamheid. Eerst was biologisch een trend, nu geldt datzelfde voor gifstoffen en het milieu in het algemeen. Ze snappen het verhaal: die duurzame kleding is niet alleen goed voor hun kindje en zichzelf, maar ook voor de wereld waarin hun kind moet leven. Die moet bij voorkeur verder in een schone wereld zonder kinderarbeid. Wij voeren het Oekotex keurmerk voor onze stoffen en overige materialen. Daarmee is je kleding gegarandeerd vrij van schadelijke stoffen en onder goede omstandigheden geproduceerd. Alles klopt: van arbeid tot ritsen en het kleinste plastic randje. Je kunt het nieuwe, groene bewustzijn niet meer uit het straatbeeld wegdenken. Goedkopere merken kunnen dit vaak niet bieden, keurmerken kun je gewoon niet voeren als je 5 euro voor een T-shirt vraagt. Ik vind het moeilijk, want er zal altijd vraag blijven naar goedkope kleding, die niet onder de beste omstandigheden of milieunormen is gemaakt. Dat zal volgens mij altijd zo blijven, want er is nu nog veel te veel armoede op de wereld. En waar moet deze bevolkingsgroep hun kleding kopen?”

Jana Heuer, sustainability coordinator bij Claudia Strater

“Claudia Sträter is sinds 2015 lid van de Fair Wear Foundation. Op het moment dat een modemerk lid wordt, moet er al een bepaalde standaard zijn. De controles zijn vanaf dag één ongoing proces en veranderen niet echt. Wat wel verandert zijn de stappen in verbeteringen die wij maken samen met de leveranciers en onze lokale CSR managers. We plaatsen over dit onderwerp deze week een serie blogs op onze website ter gelegenheid van Fashion Revolution Week. Ook hebben we in 2016 het convenant Duurzame Kleding en Textiel ondertekend. De verschillende partijen die het convenant hebben ondertekend, willen overkoepelende issues als gevaarlijke werkomstandigheden en milieuproblemen gezamenlijk aanpakken en transparante informatie aan de consument geven. Op onze website hebben we bijvoorbeeld een wereldkaart geplaatst waarop te zien is in welke landen welk aandeel van de productie plaatsvindt.”

Bewuste klant

“Nieuw in ons productieproces is onze samenwerking met WerkSaam, een naaiatelier in Hoorn waar werkzoekenden werkervaring en arbeidsritme opdoen. Zo dragen we bij aan de ontwikkeling van talent en aan het vergroten van kansen op de arbeidsmarkt voor deze groep. Wij merken dat de klant meer en meer wil weten waar en onder welke omstandigheden haar kleding wordt gemaakt. Dit merken we aan het feit dat er meer vragen worden gesteld in de winkel en via de klantenservice.”

Prioriteit

“Het kan altijd nog beter. We beseffen dat het creëren van een bewuste wereld een voortdurend proces is en het prachtige einddoel een bijna onmogelijke opgave, maar we laten ons hierdoor niet weerhouden, integendeel. We blijven vol energie verbeteringen doorvoeren om op die manier vooruitgang te boeken. Voor Claudia Sträter blijft veilige en sociaal verantwoorde productie ten alle tijden een prioriteit. Sinds 2015 zijn we al aangesloten bij de Fair Wear Foundation, we hebben net onze beoordeling van 2017 binnen, dit was een ‘good’. Hier zijn we uiteraard ontzettend blij mee. Transparantie, duurzaamheid en bewustzijn creëren blijven de belangrijkste pijlers naar een veilige, sociaal verantwoorde productie.”

Tomas van Dam, buying & development director bij O’Neill

“O’Neill tekende als een van de eerste merken het convenant ‘Duurzame Kleding en Textiel’. Hiermee verbindt O’Neill zich aan verdere verbeteringen met betrekking tot arbeidsomstandigheden, lonen en het milieu. Dit is een gedeelde aanpak die geldt voor alle andere ondertekenaars, NGO’s en voor de overheid. Als onderdeel van een jaarlijkse cyclus moet O’Neill de grootste risico’s voor duurzaamheid identificeren en een actieplan ontwikkelen om die risico’s aan te pakken. O’Neill zal jaarlijks updates verstrekken over hoe we deze toezeggingen van dit actieplan nakomen. Het creëren van duurzamere producten in de best mogelijke omstandigheden maakt deel uit van onze dagelijkse routines. Om dit allemaal te beheren, zullen we een solide intern managementsysteem in de organisatie integreren om systematischer te werken aan het waarborgen van de mensenrechten van de werknemers en het opvolgen van de milieudoelstellingen.”

Verbeteringsproces

“Het Bangladesh-akkoord is een overeenkomst voor 5 jaar dat zal eindigen in mei 2018. Tegen het einde van de duur van het akkoord verwachten we dat alle problemen van de initiële en follow-upinspecties zijn gecorrigeerd, en de meeste werknemers de verplichte trainingssessies hebben afgerond. Inmiddels zijn 89 procent van de problemen in de fabrieken die onder ons akkoordbeheer vallen gecorrigeerd en de resterende 11 procent is in uitvoering. Dit zijn bovengemiddelde resultaten. O’Neill Europe BV blijft de fabrieken in Bangladesh ondersteunen tijdens het verbeteringsproces. Het Bangladesh-akkoord zal na 2018 doorgaan met een akkoord 2.0 die we ook hebben ondertekend. Dit om het werk dat is gestart af te ronden en over te dragen aan lokale autoriteiten en andere partijen. Verder zijn we lid van BSCI en vragen al onze leveranciers om hun fabrieken aan het controleproces te onderwerpen. Dit gaat verder dan de vereisten van BSCI, waar alleen onze eerste-lijnleveranciers moeten worden opgenomen in het systeem. Bestellingen kunnen alleen worden geplaatst in fabrieken die zijn goedgekeurd voor productie door O’Neill Europe B.V. Externe auditors bezoeken de fabrieken om de naleving van de BSCI-gedragscode te verifiëren. Daarnaast hebben we eigen mensen welke in-line en eind inspecties doen in alle fabrieken waardoor we er ook zelf een goed zicht op hebben. Tegen het einde van 2017 hadden we een fabrieksconformiteit van 99 procent in aanschafwaarde. 98 procent van alle fabrieken had een geldige controleprocedure en 89 procent van de fabrieken is goedgekeurd (BSCI A, B of C-status).”

Grotere schaal

“Er is een groeiend bewustzijn voor sociaal en ecologisch verantwoorde kleding. Consumenten zijn echter nog steeds op zoek naar ‘waar voor hun geld’ en willen niet noodzakelijk (meer) betalen voor verantwoorde kleding. Niettemin is het onze plicht onze inspanningen op alle niveaus van corporate responsibility voortdurend en proactief te verbeteren en te vergroten; sociaal, ecologisch en ook economisch. Het is een algemene tendens in onze industrie en ook in andere, die in de loop van de tijd net zo normaal zal zijn als dat ‘productkwaliteit’ vandaag is. Er zouden wereldwijde normen moeten komen. We hebben te maken met zo veel verschillende regio’s, culturen, regeringen, normen en initiatieven. Zowel het Bangladesh-akkoord als de Nederlandse overeenkomst over duurzame kleding en textiel zijn zeer goede initiatieven, maar deze zouden in plaats daarvan op wereldschaal moeten zijn, waardoor de beste werkwijzen de norm worden.”