De nieuwe modebeurs CPI (26-28 augustus 2010), gekoppeld aan de Istanbul Fashion Week, had een mooi platform moeten worden waar Turkse labels hun waren aan de internationale markt konden laten zien. Helaas slaagde deze missie maar voor een deel. Aan de locatie lag het niet. De Turkse universiteit bood een prachtig decor voor de stands. Maar de gangen bleven vooral erg rustig. Lokale inkopers waren er voldoende, de internationale inkopers bleven echter grotendeels weg.

Inkopers
Het was de eerste editie van de beurs, dus we willen niet al te streng oordelen, maar wil de organisatie hier een succes van maken dan zullen ze vooral moeten zorgen voor een goede mix van aanbieders. Buiten G-Star en wat Duitse labels domineerden de Turkse labels. Niet altijd even aantrekkelijk voor de West-Europese inkopers. De Oost-Europeanen en Russen zullen echter hun hart kunnen ophalen bij de toch wel bij vlagen tierelantijnachtige Turkse mode. Of Nederlandse detaillisten hier zullen slagen, is de vraag. Het is niet voor niets dat de Turkse retailer Koton geen lang leven beschoren was in Rotterdam. Er blijft een verschil in smaak bestaan. De Turken vinden Europese mode mooi, maar andersom blijft het lastig.

Merken
De CPI is daarentegen natuurlijk wel reuze interessant voor de Nederlandse merken die willen expanderen naar nieuwe markten. Met alleen al 19 miljoen inwoners in de hippe metropool Istanbul, lijkt Turkije een zeer interessante afzetmarkt. Daarbij blijkt de stad en daarmee de CPI grote aantrekkingskracht uit te oefenen op bezoekers uit de Kaukasus, Rusland en het Midden-Oosten.

De volgende editie van de CPD staat gepland voor eind februari 2011.