TOP

Modemerk kan niet meer zonder EDI

Niet de broek of de jurk, maar EDI (Electronic Data Interchange) is dé musthave voor de modeleverancier komend seizoen. Dat is de conclusie van een onderzoek van Michelle Plugge en Bo Remmerswaal, twee afgestudeerde studentes van TMO Hogeschool voor Modemanagement in Doorn.

Afgestudeerde TMO-studenten Plugge en Remmerswaal beken in hun onderzoek EDI vanuit een internationale invalshoek door de toepassing door Nederlandse en Duitse modemerken met elkaar te vergelijken. Volgens de twee loopt Duitsland voor, maar kan Nederland de achterstand snel inlopen.

Via EDI worden gegevens verzameld en uitgewisseld tussen leverancier en winkelier, van de inkoop tot de verkoop. Door de marktinformatie die via EDI vrijkomt, kan de ontwikkeling, productie en toelevering van de artikelen beter worden afgestemd op de marktvraag. 

Duitse modemerken analyseren de verkooprapporten grondig en maken hiervan lijsten met de goed en slecht lopende artikelen. Deze informatie wordt meegenomen bij de ontwikkeling van de nieuwe collectie. Nederlandse merken hebben de ervaring dat retailers het verkooprapport niet altijd sturen. Ook weten niet alle Nederlandse modemerken precies hoe zij deze gegevens optimaal kunnen benutten.

Duitse modemerken verwerken inkomende en uitgaande EDI berichten binnen een aparte afdeling of dit doet een speciaal personeelslid. In Nederland worden de EDI berichten verwerkt door bestaande afdelingen, die vaak verkoopgerelateerd zijn.

Er is dus nog heel wat te winnen voor Nederlandse merken. Kan een Duits merk zich niet meer onderscheiden door aan EDI te doen (aangezien de meeste Duitse merken hier al mee werken) in Nederland heeft EDI nog wél een onderscheidend karakter.