Mart Visser staat bekend om zijn coupe in aansluitende tailleurs, jurken en rokken, maar tegelijk is hij een meester van het zwierige gebaar in luchtige blouses en uitwaaierende broeken. Beide kwaliteiten van de couturier speelden in alle thema’s voor zomer een prachtig samenspel.

Luchtig
Er moeten meters en meters stof zijn verwerkt in de wijde enkellange, vaak dubbellaagse cirkelrokken en -broeken. In luchtige blouses werd eveneens gespeeld met de stofvalling, terwijl splitten hier diepe rugdecolletés veroorzaakten.

Taille
In de strengere ontwerpen lag de nadruk steeds op de taille: meestal door een dubbele coupetechniek, soms door een elastisch middenstuk en hier en daar door middel van een rijgkorset, en meestal geaccentueerd met een contrastceintuurtje of knoopceintuur. Opvallend was de vlakverdeling in een serie jurken met een formele touch. Toch hoefde een strenge coupe niet alleen een strenge jurk op te leveren. Dat werd het beste duidelijk bij de ontwerpen van kant in poederbeige.

Sjerpen en stola’s

Door het gebruik van sjerpen, stola’s en capes was het samenspel tussen streng en luchtig compleet. Sjaals om de hals bestonden soms uit soepele doorzichtige voiles, soms uit aaneengeregen metalige staafjes en kraaltjes. En door de aangetekende stofdelen aan de zoom kregen sommige nauwe jurken en rokken een heel nieuw luchtig silhouet.

Met zomerse pastels als zand, beige en goud, maar ook de donkeren, navy, zwart en enkele fellen als oranje, koraal, geel, groen en kobalt ten slotte zal het niet alleen een luchtige zomer, maar bovenal een kleurige zomer worden.