TOP

Juridisch gevecht om modeketen na verbroken relatie

Stel, je hebt samen met je partner een vijftal modezaken, maar de relatie loopt op de klippen. Van wie zijn dan de kledingwinkels, de voorraad en de merknaam? Deze vraag speelde bij een kleine Gelderse modeketen. De rechter moest er aan te pas komen om duidelijkheid te geven.

Dagblad De Gelderlander schreef afgelopen week over het faillissement van het bedrijf Fashion on Stage, dat een vijftal modezaken in Gelderland runde onder de naam Noor Amsterdam. De keten had vestigingen in Ede, Wageningen, Oosterbeek, Elst en Harskamp.


Voorafgaand aan het faillissement was er een vervelende strijd tussen de twee voormalige (zaken)partners over de vraag wie de rechtmatige eigenaar was van de kledingwinkels. De rechter moest zich over de zaak buigen om tot een oplossing te komen.


Affectieve relatie


De keten was enkele jaren geleden ontstaan nadat er, volgens het rechtbankverslag, een ‘affectieve relatie’ was ontstaan tussen de twee hoofdrolspelers. Laten we ze meneer en mevrouw noemen. Hij had op dat moment al een drietal modezaken in Ede, Oosterbeek en Harskamp en had vóórdat hij de relatie aanging de merknaam Noor geregistreerd.


So far so good, en in december 2014 besluiten de twee een nieuw bedrijf op te richten onder de naam Fashion on Stage bv. Dit bedrijf is volledig eigendom van Fashion on Stage Holding bv en dat bedrijf staat op haar naam. De drie kledingzaken van hem worden naar de nieuwe bv Fashion on Stage overgeheveld. Er worden nog twee winkels geopend in Wageningen en Elst. De vijf winkels krijgen de naam Noor Amsterdam.


Kort geding


Maar dan, midden juli 2015, is de koek opeens op en wordt de relatie tussen de twee beëindigd. Dat heeft grote gevolgen, want opeens is meneer niet alleen zijn partner kwijt, ook de kledingzaken zijn niet meer van hem. Want zij is juridisch eigenaar.


Hij laat het er niet bij zitten en eist vervolgens via een kort geding op 24 september 2015 een deel van de aandelen bij haar op. Zij doet in het geding een tegeneis: namelijk dat hij de hele boekhouding en administratie teruggeeft en alle sleutels van de kledingwinkels.


Kledingvoorraad opgehaald


Opnieuw pech voor meneer: zijn eis wordt afgewezen en haar eis wordt toegewezen. Hij moet de boekhouding en de sleutels inleveren. Maar gelukkig was meneer zo handig geweest om het weekend vóór de uitspraak de gehele kledingvoorraad uit de winkels te halen. Die hij vervolgens weer terug zou hebben gebracht naar de leveranciers. Meneer kon dit aantonen met creditnota’s.


Volgens het rechtbankverslag was er namelijk een betalingsachterstand, voor de ingekochte kleding was nog niet betaald door Fashion on Stage bv. Meneer bracht in het kort geding verklaringen in van twee leveranciers.


De ene leverancier verklaarde geen vertrouwen meer te hebben in mevrouw en haar bedrijf Fashion on Stage bv. Als ze gelijk zou krijgen van de rechter, had mevrouw de kleding binnen een dag moeten betalen of anders moeten retourneren.


Uit de verklaring van de andere leverancier komt naar voren dat ook die kleding niet was betaald, ondanks dat de betalingstermijn was verstreken. Ook had de leverancier van meneer begrepen dat die betaling ook niet zou komen. Volgens de leverancier was er dus sprake van verzuim en op grond daarvan werd de overeenkomst ontbonden en de kleding teruggevorderd.


Nieuwe kledingwinkel


Al kon de rechter niet met zekerheid vaststellen dat meneer de kleding naar de leveranciers heeft teruggebracht, wel is zeker dat de bv Fashion on Stage in betalingsproblemen verkeerde.


Maar op 23 oktober 2015 opende hij een nieuwe kledingwinkel, onder dezelfde naam en een zelfde logo in Oosterbeek. Had hij de opgehaalde kledingvoorraad misschien in zijn nieuwe winkel gehangen?


Opnieuw naar de rechter


Weer een maand later, in november, treffen de twee elkaar weer bij de rechter. Want mevrouw pikt het niet. Ze eist dat meneer stopt met het gebruik van de naam Noor Amsterdam, de voorraad teruggeeft en de proceskosten betaalt. Zij is niet de enige met een eis. Ook hij eist namelijk dat zij de merknaam Noor Amsterdam niet meer mag gebruiken.


Dwangsom


Weer heeft meneer pech. Hij moet binnen 5 dagen stoppen met het gebruik van de merknaam Noor Amsterdam, op straffe van een dwangsom van 1000 euro per dag. Ook moet hij een deel van de proceskosten betalen.


Maar die kledingvoorraad, moest hij die teruggeven? Had hij de weggehaalde voorraad in zijn eigen nieuwe winkel gehangen? Dat was niet met zekerheid te zeggen, volgens de rechter. Het is niet ondenkbaar dat meneer opnieuw kleding heeft ingekocht bij dezelfde leveranciers, die gelijk is aan de collectie die door Fashion on Stage bv was ingekocht.


En omdat mevrouw niet kon aantonen hoeveel kleding er in de winkels hing voordat meneer het had meegenomen en mevrouw ook niet kon vertellen welke kledingstukken meneer precies had meegenomen, wijst de rechter het verzoek tot het teruggeven dan wel terugbetalen van de kledingvoorraad af. Ook mag meneer de merknaam Noor, dus zonder Amsterdam, blijven gebruiken.


Faillissement


Nu is er dus een faillissement voor Fashion on Stage bv ofwel Noor Amsterdam, meldt De Gelderlander. Mevrouw had weliswaar een nieuwe financier gevonden, maar de zaken gingen een half jaar na de uitspraak van de rechter nog steeds niet zo goed. Toen de financier lucht kreeg van een naderend faillissement, confisqueerde hij de kledingvoorraad en haalde de zaken leeg op basis van het pandrecht.


Tegen De Gelderlander zegt de aangestelde curator Bavo König over het faillissement: “Er is nog veel onduidelijk, maar ik kan al wel zeggen dat er zeker geen doorstart zal volgen.”


Met meneer gaat het inmiddels weer een stuk beter. Hij heeft inmiddels een viertal modezaken in de regio onder de naam Noor.