Indonesië heeft een gigantisch afvalprobleem. Dat zag de Amerikaanse ondernemer Kyle Parsons met eigen ogen tijdens een surftrip naar Bali in 2004. Het strand was niet eens te zien, zoveel rotzooi lag er. Tijdens het surfen peddelde hij tussen de petflessen en snoepverpakkingen. Dat het probleem groter is dan de plasticsoep alleen, ontdekt hij als hij bij een lokaal winkeltje een paar slippers koopt. De flipflops hebben zolen van oude autobanden. “Dat vond ik zo innovatief”, vertelt hij via een Zoom-verbinding vanuit het Indosole-hoofdkantoor in San Francisco. “Toen ik me er verder in ging verdiepen, kwam ik erachter hoeveel banden er jaarlijks worden weggegooid. Ánderhalf miljard. Dat is genoeg om Bali twee keer te bedekken.”

‘Er worden jaarlijks anderhalf miljard banden weggegooid, genoeg om Bali twee keer te bedekken’

Slimme vorm van hergebruik

In Indonesië worden die banden verbrand of (illegaal) gedumpt. Dat leidt in beide gevallen tot gevaarlijke situaties. De stortplaatsen zijn broednesten voor muggen, die ziektes als malaria en zika verspreiden, en bij het verbranden komen giftige stoffen vrij. Hoe meer Parsons erover leert, hoe meer onder de indruk hij van zijn autobandslippers raakt. “Ik vond het zo’n slimme vorm van hergebruik. Om dat idee besloot ik verder te bouwen.” In 2009 lanceert hij Indosole. Het merk koopt afgedankte autobanden op bij lokale dealers en fabrikanten, de grondstof voor de zolen. In eerste instantie worden die uitgesneden. Op die manier weet Indosole 60 procent van de band te recyclen. “Maar we wilden naar 100 procent”, zegt Parsons. Na acht jaar realiseert het bedrijf een doorbraak, als Parsons en zijn team een proces ontwikkelen om de banden te verpulveren. De snippers worden omgesmolten en in mallen gegoten (foto). Daardoor kan Indosole veel grotere aantallen produceren; tienduizend paar per dag. “Dus konden we opschalen. We willen uiteindelijk een miljoen banden recyclen. Hoe meer we kunnen verkopen, hoe sneller dat doel wordt behaald.”

Oversteek naar Europa

En daarom zitten we hier, op een zonnige middag in Amsterdam, op het terras van restaurant Meneer Nieges. Naast ons glinstert het water van het IJ. Indosole betrad dit voorjaar de Europese markt en viert de officiële lancering in onze hoofdstad. Eigenlijk zou Parsons fysiek bij de lancering aanwezig zijn. De coronarestricties gooiden roet in het eten; bij aankomst had hij eerst twee weken in quarantaine gemoeten. Na het Zoom-interview praten we verder met international salesmanager Wim Verkade en marketingmanager Sven Ponthofer. Samen met Jurre Riemersma, salesmanager Benelux, vormen ze het team van Indosole Europe. Verkade en Riemersma leren Parsons en zijn merk in maart 2019 kennen via een gemeenschappelijke vriend. De twee zijn dan al actief als Europees distributeur voor meerdere mode- en schoenenmerken, waaronder Goosecraft. “Toen we hoorden dat Indosole een partner zocht voor de Europese markt, zijn we in gesprek gegaan”, zegt Verkade. “Het was vrij snel beklonken.”

Commercieel interessant

De modewereld is op dat moment net op het punt dat duurzame producten niet alleen uit idealistisch, maar ook vanuit commercieel oogpunt interessant beginnen te worden. “Zowel onder consumenten als inkopers neemt de vraag naar verantwoorde merken toe”, zegt Ponthofer. “Indosole past perfect binnen dat verhaal. Het merk is tenslotte ontstaan als reactie op een gigantisch, maar onderbelicht milieuprobleem.” De duurzame ambities van Indosole gaan verder dan het upcyclen van autobanden alleen. Parsons en zijn team kopen ook restmaterialen van andere schoenenfabrikanten op voor hun collecties. Indosole is momenteel in gesprek met Nike over het hergebruik van ‘mislukte’ sneakers. Verkade: “Nike heeft meerdere fabrieken op Bali, waar elke maand in totaal een miljoen schoenen geproduceerd worden. Eén tot twee procent van die producten komt nooit in de winkels terecht; die schoenen worden tijdens de kwaliteitsronde afgekeurd, opgeslagen en uiteindelijk vernietigd. We overleggen nu met Nike over de mogelijkheid om die paren over te nemen, als grondstof voor onze voetbedden en uppers.”

Verhaal achter het merk

Indosole is sinds 2014 een B Corp (een certificering voor bedrijven die behalve winst ook nadrukkelijk duurzame en sociale doelstellingen nastreven, red.). Verkade: “Van het verpakkingsmateriaal en het transport van de producten tot de salarissen van de werknemers – alles voldoet aan de strenge eisen waaraan een Certified B Corporation moet voldoen. Dat certificaat is belangrijk om kritische inkopers te overtuigen, hebben we gemerkt.” Een ander pluspunt is dat Indosole breed gedistribueerd kan worden, vervolgt hij. De flipflops hebben een minimalistisch uiterlijk en zijn niet extreem uitgesproken qua stijl of kleur. Daardoor kunnen ze in heel uiteenlopende winkels verkocht worden; van grote filiaalbedrijven tot high-end modeboetieks en van schoenenzaken tot outdoorwinkels. “Zolang er maar ruimte is om het verhaal achter het merk te vertellen”, zegt Verkade. “Want dat is wat Indosole van andere slippermerken onderscheidt. Daar sturen we dan ook actief op met trainingen voor het winkelpersoneel.”

‘Zowel onder consumenten als inkopers neemt de vraag naar verantwoorde merken toe’

Geen niche meer

Indosole ging in het voorjaar van 2020 van start in twaalf Europese landen. Naast Nederland en België is het merk momenteel verkrijgbaar in Denemarken, Duitsland, Griekenland, Groot-Brittannië, Noorwegen, Portugal, Spanje, Turkije, Zweden en Zwitserland. Voor markten buiten de Benelux werkt het in Amsterdam gevestigde Indosole Europe samen met lokale agenten. Het merk heeft op dit moment zo’n 300 verkooppunten in Europa, waarvan 75 in Nederland. En dat zijn niet de minsten. Onder meer Omoda, Orangebag, Shuz, Van den Assem en Van Arendonk hebben de flipflops al in het assortiment opgenomen. Ponthofer: “Ik denk dat we het juiste product op het juiste moment brengen. Duurzaamheid was tot voor kort een niche, maar inmiddels is er ook bij grote retailspelers steeds meer aandacht voor.”

Geluk bij een ongeluk

De Europese lancering viel min of meer samen met de corona-uitbraak, waardoor de eerste leveringen weken vertraging opliepen. “We konden de orders voor zomer 2020 pas vanaf de tweede week van mei leveren”, vertelt Verkade. “Dat bleek achteraf een geluk bij een ongeluk, want dat was het moment dat de meeste landen weer langzaam uit de lockdown kwamen. Het weer hielp ook mee. Het was warm en zonnig, perfect slipperweer. Gezien de omstandigheden hebben we prima verkocht, met de kanttekening dat de schoenenverkopen in het algemeen nog steeds onder druk liggen. Maar de reacties van consumenten zijn positief en we hebben al meerdere nabestellingen van retailers gehad. Ik durf wel te zeggen dat we ondanks de coronacrisis een vliegende start hebben gemaakt.”

Nummer één slippermerk

Verkade wil voor zomer 2021 nieuwe Europese markten betreden. Italië en Frankrijk  staan hoog op zijn lijstje. “Op de markten waar we actief zijn, kunnen we ook groeien. In Nederland denk ik dat er ruimte is voor 140 tot 150 verkooppunten.” “Wat vanuit marketingperspectief echt een droom zou zijn, is uiteindelijk het nummer één slippermerk ter wereld te worden”, voegt Ponthofer toe. “Dat iedereen op termijn voor een verantwoord geproduceerde slipper kiest en zo, net als wij, zijn steentje bijdraagt aan een betere wereld.”

Beeld: Indosole