TOP

Gaat de circulaire economie uw inkoopmodel op z’n kop zetten?

Volgens experts kunnen Europa en de VS jaarlijks meer dan €55 miljard besparen, als we onze kledingindustrie circulair maken. Wat betekent dat eigenlijk voor de lagelonenlanden waar nu het gros van de kleding vandaan komt?

– door Michiel van Yperen

Volgens experts van de Ellen MacArthur Foundation kunnen Europa en de VS jaarlijks meer dan €55 miljard aan materiaalkosten besparen, als we onze kledingindustrie circulair maken. Wat betekent dat eigenlijk voor de lagelonenlanden waar nu het gros van de kleding vandaan komt? Ik vroeg het aan onze textielwatchers Inge van Diest en Frans Tilstra. 

De outsourcing van kledingproductie naar lagelonenlanden heeft onze kledingsector gemaakt tot wat het nu is: een hyperefficiënte globale industrie die snelle en spotgoedkope mode produceert voor massaverkoop met zeer lage marges.

Het commerciële succes van dit systeem is groot, maar er hangt een prijskaartje aan.  Naast de inmiddels bekende sociale drama’s levert het huidige take-make-waste-model ook een enorme afvalstroom op: alleen al in Nederland verdwijnt jaarlijks 135 miljoen kilo textiel in de verbrandingsoven.

Daarnaast wordt in Nederland jaarlijks 70 miljoen kilo oude kleding ingezameld. Sommige stukken worden opnieuw gedragen als ‘vintage’, andere worden vervezeld en verwerkt tot ‘laagwaardige’ producten als isolatiemateriaal of hoedenplanken.

Wat nu als we die andere 135 miljoen kilo ook zouden inzamelen en vervezelen tot hoogwaardige garens? Als we allerlei technische obstakels overwinnen en de kledingindustrie nagenoeg circulair maken? Wat heeft dat voor impact op lagelonenlanden? Wij schetsen 3 mogelijke scenario’s:

Scenario 1: globale cirkel met grote rol voor het Westen

Het Westen haalt de productie van grondstoffen terug naar huis, omdat het vervezelen en spinnen van textielafval hoogwaardige technische kennis en investering vergt. Vanwege korte en flexibele levertijden is het aantrekkelijk om de verwerking van het ingezamelde textielafval dichtbij te houden. De arbeidsintensieve cut-make-trim-fase blijft in lagelonenlanden.

Scenario 2: globale cirkel met grote rol voor lagelonenlanden

Lagelonenlanden adopteren de noodzakelijke kennis van vervezeling en investeren in de benodigde installaties. Kledingafval wordt vanuit het Westen direct getransporteerd naar lagelonenlanden. Die maken er garens, doek en kleding van.

Scenario 3: regionale cirkel

Om transportkosten en levertijden te drukken vindt recycling en kledingproductie plaats in lagelonenlanden dichtbij de afzetmarkt, je krijgt dan een Oost-Europese cirkel naast een Aziatische of een Noord-Afrikaanse, enzovoort. De cirkel is regionaal rond. Innovaties op het gebied van 3D-printing maken het in de toekomst misschien zelfs mogelijk de productie van kleding helemaal terug naar West-Europa te halen.

Maar zolang confectioneren zo arbeidsintensief blijft als het nu is, zullen lagelonenlanden weinig business verliezen aan het Westen. Voor garenproductie ligt dat anders. Om op een rendabele manier nieuwe garens te maken uit ingezamelde kleding is zoveel automatisering nodig, dat het goed kan dat u binnenkort uw kleding weer gewoon in of rond Europa sourcet. Net als vroeger, zeg maar.

Deze column is mede tot stand gekomen door Inge van Diest en Frans Tilstra


Michiel van Yperen is Sectormanager Textiel bij MVO Nederland: hét nationale bedrijvennetwerk voor duurzaam ondernemen.