Het huidige modesysteem is nodig toe aan vernieuwing, schrijft Q&A Insights & Consultancy in het onderzoek. Modewinkeliers zien hun marktaandeel dalen, mede door de grote concurrentie van online kanalen, outlets en het grootwinkelbedrijf. Dit leidt ertoe dat ze marge verliezen omdat kleding in de uitverkoop moet of helemaal niet wordt verkocht. Bovendien zijn ze in tegenstelling tot grootwinkelbedrijven vaak niet of onvoldoende datagedreven en hebben ze weinig invloed op de collectie en het moment van leveren. Het proces van ontwerpen, inkopen, produceren, leveren en uiteindelijk aan consumenten verkopen van producten in de detailhandel efficiënter moet verlopen, meldt het rapport. Er is nog te veel sprake van inflexibiliteit en overproductie en het moeilijk en kostbaar is om consumenten vaker en gerichter naar de winkel te trekken.

Eén op de vijf tevreden

Van de retailers die aan dit onderzoek hebben meegewerkt is slechts een op de vijf tevreden over de huidige manier van samenwerken met hun leveranciers. Drie op de tien is zelfs ontevreden. Leveranciers daarentegen zijn een stuk tevredener: 45% is te spreken over de huidige manier waarop retailers en merken samenwerken.

Pijnpunten

Het verdienmodel in fashion is rijp voor een reset. Maar waar knelt het volgens de retailers en de leveranciers en wat willen zij anders zien? Door de bank genomen vinden retailers en leveranciers dat de samenwerking qua verdienmodel duidelijk beter kan. Leveranciers zijn momenteel iets meer tevreden dan de retailers, maar voor beide partijen geldt dat de samenwerking niet optimaal is.

De pijnpunten in het huidige verdienmodel hebben vooral betrekking op voorraad, marges en voorfinanciering. Retailers hebben vooral last van de voorfinanciering van de nieuwe collectie (44 procent). Ook de eindmarge is een groot pijnpunt (42 procent). Daarnaast hebben ze last van incourante voorraden en de omloopsnelheid. Ook leveranciers zien de incourante voorraad als knelpunt, maar ook de voorraadwaarde en de nettomarge.

70 Procent van de retailers vindt pre-orders en leveringen in vaste pakketten op vaste levermomenten niet meer van deze tijd. Winkelier willen ook minder inkopen op voororder en meer bijsturen tijdens het seizoen, meldt het onderzoek. Op dit moment wordt er door retailers gemiddeld 78 procent ingekocht op voororder, ze willen naar 54 procent. De wens is om de basiscollectie op voororder in te kopen en die gedurende het seizoen aanvullen met trendcollecties.

Data

Leveranciers willen meer verkopen op basis van data. Ze verkopen momenteel vooral op basis van de wensen van de klant, maar hebben meer behoefte om te gaan verkopen op basis van de doorverkoopdata van de winkelier. Kijkend naar de retailer, geeft drie op de vier respondenten aan in te kopen op basis van data en strakke budgetten en dit ook te blijven doen in de toekomst. Er is echter ook een groep retailers die een budget wil afleveren aan de leverancier zodat zij de collectie kunnen bepalen. Dit kan alleen op basis van gedeelde data.

Retailers zijn bereidheid om structureel verkoopdata te delen om zo voor een optimale samenwerking te gaan en de juiste hoeveelheid producten tot zich te krijgen. 49 Procent van de retailers geeft aan dat de juiste artikelen vaak op het juiste moment in de winkel liggen. Slechts bij één op de tien retailers liggen de juiste artikelen op het juiste moment in de winkels.

Groot gat

Er zit echter een groot gat tussen de data die winkeliers willen delen en wat leveranciers zeggen nodig te hebben. Over het delen van gerealiseerde marge en omzet is nog wel consensus, maar als het gaat om conversie bijvoorbeeld, dan wil de leverancier meer data dan de retailer nu wil delen. Wanneer retailers data delen met hun leveranciers, verwacht 83 procent van de retailers de optie om artikelen om te kunnen ruilen, waarbij 65 procent van de merken bereid is dit daadwerkelijk te doen. 81 Procent van de retailers verwacht ook bijsturing tijdens het seizoen; hier is zeven op de tien leveranciers bereid toe. Bijna twee op de drie zegt een betere collectie te verwachten die aansluit bij de consument. Leveranciers zijn op hun beurt hier het meest bereid toe; drie op de vier biedt dit aan in ruil voor data van hun retailpartner.

Delen voorraadrisico’s

Als het gaat om samenwerkingsvormen, voor zover die wenselijk zijn of al worden toegepast, staan retailers en leveranciers beide evenveel open voor samenwerking op basis van ‘open to buy budgetten’, waardoor er in het seizoen snel kan worden gereageerd op trends en ontwikkelingen. 86 Procent van de winkeliers ziet het meest in het delen van voorraadrisico’s en optimalisatie met bijbehorende margeafspraken, waarbij de omloopsnelheid en collectie gedurende het seizoen geoptimaliseerd wordt. Leveranciers kiezen graag voor continu data delen over het doorverkooppercentage en de omloopsnelheid tijdens het seizoen voor een optimale samenwerking.

Meer inkoopmomenten

Winkeliers willen graag van 8,5 inkoopmomenten keer per jaar in naar gemiddeld 11,1 keer per jaar. Daarnaast willen ze dat de (voor)orders niet 6,1 maand van tevoren worden geplaatst, maar liever 3,3 maand van tevoren. Hiermee zou de doorlooptijd een stuk ingekort worden. Hoewel veel winkeliers inkopen op basis van strakke budgetten (77%), zien ze ook graag dat de leverancier iets meer bepaalt.  En ze willen minder inkopen op gevoel.

Voor het onderzoek zijn online 20 leveranciers en 90 retailers uit de modebranche ondervraagd. Vervolgens hebben we twee discussiepanels plaatsgevonden, met respectievelijk 7 moderetailers en 5 modeleveranciers.

Bron: rapport ‘Reset waardeketen fashion’ – Q&A i.o.v Inretail en Modint.