En weer heeft ‘denim city’ Amsterdam een nieuwe aanwinst. De komst van het vorig jaar geopende PVH Denim Center – het jeans instituut van Tommy Hilfiger – benadrukt nog maar eens het belang van de stad als het om de blauwe stof gaat. Het is de ambitie van het merk om een wereldwijde leider op het gebied van denim te worden. Met als belangrijkste hulpmiddelen innovatie, duurzaamheid en het delen van ervaringen met de industrie. En Amsterdam, dat gezien wordt als de Europese denimhoofdstad, is wat de onderneming betreft op dit moment de beste locatie om dit doel te behalen. 

Snelle werkwijze

Het denimcentrum bestaat uit vier pijlers. Het Denim Atelier, waar in 48 uur samples en prototypes worden gemaakt, in plaats van de reguliere vier tot zes weken. Hierbij wordt veelal digitaal gewerkt, van het maken van de patronen tot de nodige aanpassingen aan het product. Door de snelle werkwijze krijgt het merk ook eerder inzicht in de beste fits en creatieve mogelijkheden. Doordat de beste patronen zijn gecentraliseerd kan het bedrijf deze opslaan in een digitale bibliotheek. 

Efficiencyslagen

De bibliotheek herbergt 1300 denim stalen en is hiermee een belangrijke database voor ontwerpers, was- en productspecialisten. Ook op dit vlak worden er efficiencyslagen gemaakt. Zo hoeven stalen niet meer opgevraagd te worden bij leveranciers, maar zijn ze vrijwel direct bruikbaar. Het is de bedoeling dat de stoffen op termijn worden gedigitaliseerd. 

Experimenteren

Een andere belangrijke tak is het Denim Lab. In een eigen mini-wasserij kan Tommy Hilfiger experimenteren met vooruitstrevende was- en finishingtechnieken. Zo maakt het gebruik van ecologische wasmachines van denimproducent Tonello, die minder gebruik maken van water, energie en chemicaliën. Voor de afwerking van producten staan er diverse lasermachines, die jeans voorzien van prints en details. 

Workshop

De laatste pijler is de Denim Academy. Deze afdeling biedt retailerpartners en verkopers een tweedaagse workshop waarbij ze kennismaken met de achtergronden van de producten en de gebruikte technologie. Hierbij doorlopen de deelnemers het gehele proces door zelf jeans te wassen, stikken en te finishen. 

Tastbare resultaten

Duurzaamheid staat net als in de rest van de denimindustrie hoog op de agenda van Tommy Hilfiger. Een van de eerste tastbare resultaten van het PVH Denim Center op dit vlak is de capsulelijn van 100 procent gerecyclede denim in de voorjaar/zomer 2019 collectie. De items, een mom jean, een tapered jeans en een oversized truckerjack zijn gemaakt van reststoffen, de knopen zijn afkomstig van eerdere seizoenen, het draad komt van gerecyclede plastic flessen en de hangtags zijn eveneens gemaakt van opnieuw gebruikt papier. Het is de bedoeling dat de 100 procent gerecyclede Tommy Jeans in de komende seizoenen terugkeren.

Het PVH Denim Center in cijfers:

2 denimbeurzen organiseert het bedrijf jaarlijks in het Denim Center. Hierbij verzamelen producenten, wasserijen en decoratieleveranciers zich om onder meer innovaties te delen. Zo is ook het recept ontstaan voor de 100% gerecyclede katoenstof. 

2 gerecyclede plastic flessen zijn er nodig voor het maken van garen van een jeans.

15-60 liter water bespaart Tommy Hilfiger per jeans door gebruik te maken van de Ozone technologie. 

In 48 uur kunnen in het denim atelier samples worden gemaakt. Dit is veel sneller dan het traditionele proces, dat tussen de vier en zes weken in beslag neemt. 

50% minder impact in water-, chemicaliën-, en energiegebruik: dat is het streven van Tommy Hilfiger Europe. De onderneming streeft ernaar in 2020 hieraan te voldoen. 

90 seconden duurt het laseren van items. Met handmatige technieken kost dit normaal gezien zo’n veertig minuten. 

Maar liefst 1.300 stalen zijn er te vinden in de bibliotheek met denim stoffen.