TOP

Close-up: Rick Moorman

In de rubriek Close-up zitten we op de huid van een modeprofessional. Deze keer: Rick Moorman, eigenaar van mannenmodewinkel House of Men in Amsterdam en daarnaast radiomaker, performer en schrijver.

Wat is je vroegste mode-ervaring?

“Die had ik al met vijf maanden, toen ik in een houten kistje op de tafel werd gezet in de kleermakerij van mijn ouders. Niet dat ik me dat nog herinner, maar het vak is me dus wel met de paplepel ingegoten. Overigens heb ik niet zozeer iets met kleding of mode, het gaat mij om het contact met mensen.

Wat bedoel je daarmee?

“Als modeondernemer sta je dicht bij mensen. Letterlijk, want als je iemand moet opmeten, raak je diegene aan en signaleer je bij wijze van spreken elke vetrol. Anders kun je geen goed advies geven. Met zogenaamde fashion heb ik niets, hou op. Het gaat erom dat je ziet wat bij iemand past en goed luistert naar wat de klant wil.”

Dus trends zijn niet aan jou besteed?

“Nee. Strakke pakken zijn nu in, maar als ik een man van 72 jaar moet kleden, ga ik hem niet in een loeistrakke hoogwaterbroek hijsen. Onze branche moet eens ophouden met dat hysterische volgen van trends. Mensen zijn er niet voor de mode, de mode is er voor de mensen. Dat is een wereld van verschil.”

Ga je wel naar beurzen?

“Jawel, maar alleen om te worden geïnformeerd over de ontwikkelingen in de branche. Inkopen is een vak apart, dat moet je overlaten aan mensen die er verstand van hebben en zich ervoor kunnen inzetten. Als ondernemer kun je beter steden bezoeken, om te kijken wat er op straat en in winkels gebeurt. Dat is veel interessanter.”

Welke stad bezoek jij graag?

“New York is mijn favoriete bestemming. Wat mij betreft is dat het centrum van de wereld, iedereen is er op een missie om succesvol te worden. Daar winkelen is ook enorm inspirerend. Ik vind het fantastisch om urenlang met vrouwen te shoppen, vooral in een stad waar de winkels zo goed zijn als in New York.”

Heb je er een favoriete winkel?

“Ik vind Abercrombie & Fitch geniaal. Niet zozeer hun collectie, maar wel de marketing en beleving. Je stapt even een andere wereld in als je daar bent, dat is zo knap gedaan. Ze hebben dat echt tot in de puntjes doorgevoerd. Er hangt zelfs een bepaalde geur, die ik vanaf de straat al herken.”

Is dat een inspiratiebron voor je eigen zaak?

“Ja en nee. Natuurlijk probeer ik zo’n ervaring in mijn eigen winkel neer te zetten; beleving is ongelooflijk belangrijk. Zo heb ik speciale geuren in de winkel, prachtig licht en een geluidsinstallatie die zeven dagen per week, acht uur per dag andere muziek draait. Maar één op één kopiëren werkt niet. Nederlanders zijn geen Amerikanen; je moet altijd rekening houden met je eigen publiek.”

Waar ben je goed in?

“In het lawaai maken rond mijn eigen persoon. Naast het runnen van de zaak heb ik een eigen programma op Radio 10 Gold, sta ik tussen Nederlands’ beste cabaretiers in een theatershow (‘De lulverhalen’, red.) en heb ik een boek geschreven (‘Mijn man wil blauw’, red.). Het heeft allemaal niet direct met de winkel te maken, maar trekt wel de aandacht. En daar profiteer ik van als ondernemer. Ik vind het ook gewoon leuk om te doen, stiekem heb ik best een groot ego.”

Wat is de belangrijkste les die je ooit hebt geleerd?

“Dat zijn er zoveel, ik leer elke dag nog. Maar op persoonlijk gebied was dat bij de geboorte van mijn dochter. Toen besefte ik opeens: het leven draait niet alleen om mij. Ik heb nu iemand die compleet van mij afhankelijk is. Dat was een heel bijzonder moment en een les die ik nooit meer vergeet.”

Zijn er mensen die je bewondert?

“Bij bewonderen denk ik aan posters van Robbie Williams boven je bed. Ik heb wel veel respect voor sommige mensen met wie ik samenwerk, zoals voor Humberto Tan. Hij weet precies wat hij wil en is ook al jaren een goede vriend. Mijn ouders bewonder ik. En mijn personeel, dat zich al jarenlang dagelijks inzet voor de zaak. Zonder zich één dag ziek te melden. Welke modeondernemer kan dat zeggen?”