TOP

Bos Men Shop kreeg het Predicaat Hofleverancier niet cadeau

Het kon eigenlijk niet anders dan dat mannenmodewinkel Bos Men Shop - met winkels in Goes, Middelburg en Bergen op Zoom - de honderd jaar zou aantikken. Geen enkele generatie heeft namelijk ooit iets anders gewild dan ondernemen in dit segment, zo de vierde generatie ook Cees Bos en zijn vrouw Eefje. Het Predicaat Hofleverancier is het gouden randje van deze mijlpaal.

Hoofdfoto: Marieke Lodder Fotografie

Allereerst van harte met deze mijlpaal. Hoe is dit Predicaat bij Bos Men Shop terechtgekomen?

Eefje Bos-Vogelaar (43): “Dat kwam via een wethouder hier in Goes, die een jaar geleden bij ons op snuffelstage kwam. Die hoorde ons verhaal en heeft het vervolgens in gang gezet.”

Cees (42): “Dat bleek nog veel werk. Naast dat je aantoonbaar bewijs moet overleggen van het honderdjarig bestaan, komt de arbeidsinspectie langs, kijken ze naar de leeftijdsopbouw van je medewerkers, of je iets terugdoet voor de lokale gemeenschap en moesten we accountantsverklaringen en vijf jaarverslagen inleveren.”

Eefje: “Maar in de toespraak die we kregen tijdens de uitreiking afgelopen vrijdag werden cijfers genoemd en vergelijkingen gemaakt met de rest van de branche waaruit we konden opmaken dat ze wel hun huiswerk hadden gedaan.”

Vlnr: Commissaris van de Koning in Zeeland dhr Han Polman, Cees Bos en Eefje Bos-Vogelaar. Foto: Marieke Lodder Fotografie

De basis voor Bos Men Shop is gelegd door de overgrootvader van Cees op 4 maart 1922. Wat zien we nu nog terug van dat fundament?

Cees: “Qua bedrijf zijn we mee veranderd met de tijd, natuurlijk. Het assortiment alleen al is anders dan in de tijd van mijn opa toen mannen meerdere pakken in grijs en blauw hadden, hemden en stropdassen. Maar in basis hebben we allemaal dezelfde ambitie: we wilden niks anders dan dit werk doen. Ik wilde heel graag zelfstandig ondernemer worden, voor mezelf werken. Ik ben enig kind, dus had de keuze, al zeiden mijn ouders wel met een glimlach dat ik ook iets leuks kon doen. Iedere ondernemer weet het, het is heel veel uren maken. Dat doen Eef en ik sinds we het hebben overgenomen in 2009 ook.”

Eefje: “Ook in de tijd dat wij het samen runnen, is er wat veranderd. Toen wij startten was er nog de eeuwige discussie over andere visies tussen leverancier en retailer en nu is er veel meer samenwerking met elkaar. De tijd dat je elkaar na de inkoop en levering nauwelijks meer sprak, is voorbij. Nu delen we de cijfers actief. Daar geloven wij ook heel erg in.”

Wat is de kern van Bos Men Shop?

Cees: “Wat door de aderen van het bedrijf stroomt is klanttevredenheid. Dat klinkt misschien kazig, maar ik denk dat wij daar nog een stapje verder in gaan. Het verdienmodel komt later wel. We sturen onze medewerkers niet aan op conversies of bongemiddelde, maar op het gesprek eromheen. Klanten moeten niet alleen blij zijn met de kleding die ze kopen, maar met het hele aankoopproces. Als de klanttevredenheid goed zit, dan komen die marge en omloopsnelheid vanzelf.”

Eefje: “Het zit ook in het assortiment dat je aanbiedt. Je moet kijken naar wat de klant wil en niet in de polonaise meelopen als een bepaald merk populair is. We hebben maar een beperkt aantal vierkante meters en moeten dus keuzes maken. Onze klant komt voor een lekker zittende broek, het is minder van belang welk label daaraan hangt, maar in de mix moet het kloppen.”

Jullie hebben vier filialen – Bergen op Zoom, Goes en twee in Middelburg – die elk hun eigen uitstraling hebben. Hoe zorg je toch voor herkenbaarheid?

Cees: “De winkels zijn inderdaad allemaal verschillend met elk een verschillende klantgroep. In Middelburg hebben we in de zomer enorme druktepieken door toerisme. Hierdoor zijn ook de bongemiddelden wat lager dan in de andere winkels. Bergen op Zoom wordt juist gedragen door de lokale bevolking. Goes hangt daar tussenin en heeft een sterke regiofunctie. Wat de filialen verbindt is enerzijds de breedte in het assortiment; we hebben bijvoorbeeld broeken voor oudere mannen tot aan skinny jeans. Anderzijds hebben we ook een brede prijsrange, mede doordat we vrij veel eigen merk verkopen. Zo’n 35 procent van de omzet is private label.”

Eefje: “Klanten kopen het er snel bij. Dan kiezen ze voor bijvoorbeeld een duurdere broek of polo, maar kopen er een artikel van ons eigen merk bij. Ons private label is net iets hoger geprijsd dan onze aanvangsmerken Cars en Michaelis. Private label is geen prijsaanvang, maar wel gunstig geprijsd en het ziet er leuk uit, ook niet onbelangrijk.”

Jullie werken als stel nauw met elkaar samen. Hoe vullen jullie elkaar aan?

Eefje: “Wat inkoop betreft koop ik de leuke dingen en Cees is wat meer van de handel, daar komt het in het kort op neer. Daar zit soms overlap in en leidt wel eens tot discussie, maar dat houdt ons wel scherp.”

Cees: “Naast inkoop is ons werk heel verschillend. Personeel en financiën liggen bij mij, marketing en hoe de winkels eruit zien bij Eef. Je zult mij niet snel een bosje bloemen op de toonbank zien zetten. Eigenlijk zijn we best ouderwets.”

Wat zijn de ambities voor de toekomst?

Cees: “We willen organisch groeien in eigen panden, zoals we die nu ook hebben. We hebben niet de ambitie om uit te breiden in gehuurde winkels. De afgelopen twee jaar hebben we ons gefocust op de webshop, waarvan de nieuwe versie binnenkort live gaat. In coronatijd is het onze grootste winkel geworden; online zijn we 60 procent gegroeid in die periode. Op het moment dat de winkels weer opengingen vorig jaar is dat nauwelijks afgenomen. Dat heeft ons ook verbaasd. Dat betekent dus dat je in eigen land goed scoort. We doen het relatief goed in Groningen, Friesland en Amsterdam.”

Eefje: “Natuurlijk werken we met een onlinemarketingbureau, maar dat dit zo’n succes zou worden hadden we niet verwacht. Nu zit onze e-commerce afdeling in ons grootste kantoor, maar die groeit uit zijn jasje. Dat stelt ons voor grotere beslissingen, waarover we na moeten denken: ga je online ergens anders onderbrengen, logistiek misschien ook wel. Dat heeft wel impact op je bedrijfsvoering, dus je moet de voors en tegens goed tegen elkaar afwegen.”

Cees: “Online willen we dezelfde prestatie neerzetten als in de winkels: de klanttevredenheid moet op hetzelfde niveau zitten. Online hebben we bijvoorbeeld te maken gehad met het feit dat 3 procent van alle bestellingen werd geannuleerd, omdat we problemen hadden om de voorraden goed bij te houden. Dat leidde tot slechte beoordelingen en die klant krijg je niet snel meer tevreden. RFID moet ervoor zorgen dat we de voorraad beter kunnen controleren, vanaf komend najaar wordt dat geïmplementeerd en kunnen we voorraadfouten voorkomen.”

Hoe vieren jullie het honderdjarig bestaan?

Cees: “Uitbundig met tal van winkelacties, extra’s voor klanten en evenementen in de winkels. En leuk om te vertellen, we gaan een kledinglijn lanceren die klanten kunnen customizen door items te laten printen of borduren. Dat idee hebben we opgepikt tijdens een inkooptrip naar Korea met Euretco in najaar 2019. Een deel van de opbrengst van die collectie doneren we aan een goed doel.”