TOP

Wouter ‘Long John’ Munnichs blogt al tien jaar over denim: ‘Ik sta met jeans op en ik ga ermee naar bed’

Denimdeskundige Wouter Munnichs viert dit jaar het 10-jarig jubileum van zijn online denimmagazine Long John én zijn freelance job als denimspecialist. Hoe kijkt hij terug op het voorbije decennium en hoe ziet hij de toekomst van het segment? “Het blauwe denim wordt steeds groener.”

Waarnaar verwijst de naam ‘Long John’?

Wouter Munnichs: “Long John is van origine een onderbroek met lange pijpen, die veelal werd gedragen bij koude dagen tijdens de oorlog, maar het is ook een speciale lange fiets die de melkboer vroeger gebruikte in Scandinavische landen. Verder is het een whiskymerk en het verwijst naar een piraat Long John Silver. Kortom, allemaal verwijzingen naar authentieke producten met een mooi storytelling verhaal. Iets wat voor denim uiteraard ook geldt. En ik vond het goed klinken.”

Waar is de liefde voor denim begonnen en wat fascineert je er nog steeds aan?

“Mijn liefde voor denim is ontstaan in mijn tienerjaren toen ik met mijn oudere broers naar Rambam ging in Eindhoven, een denimwinkel die nog steeds bestaat én waar ik inmiddels ook al jarenlang content voor maak. Vroeger verkochten ze er ook, zoals de meeste denimstores, vinyl platen en tweedehands Levi’s jeans. Later, toen ik 14, 15 was, kwam Diesel naar Nederland. Ik was meteen verkocht. Zij deden iets heel anders dan de rest in die tijd. Het was een mix van Amerikaanse denimmerken, maar dan met een speciale Italiaanse twist. Dat was echt uniek. Dat ik rond mijn achttiende mocht gaan werken voor Diesel, was helemaal geweldig. Ik was toentertijd een van de jongste van het team. Het werd mijn ‘denim school’. Ik heb er zes jaar gewerkt en hier is mijn liefde voor denim nóg groter geworden. Het mooiste van denim is dat er zoveel verschillende soorten zijn, het wordt dus nooit saai, iedereen ziet er cool uit in denim. En het is voor iedereen: jong en oud, arm en rijk.”

“Toen Diesel naar Nederland kwam, was ik meteen verkocht. Zij deden iets anders dan de rest.”

Je blog wordt internationaal gelezen en je bent een gids in denimland. Heb je er zelf ook één?

“Ik heb een groot archief met denimstukken, maar ook met veel boeken en magazines over denim. Mijn eigen gecreëerde denimbibliotheek is voor mij een houvast en grote inspiratiebron. Bijna alle designs tegenwoordig zijn te herleiden naar de originele stukken. Dit is vaak ook het startpunt voor de meeste designers, daarom is de heritage ook zo belangrijk van denim. Uiteraard wordt dit gemixed met nieuwe technologieën, fits en behoefte van de consumenten. Maar ook zijn er veel personen die een inspiratiebron zijn. Ik heb een groot internationaal netwerk waar de meest getalenteerde personen uit de denimindustrie toe behoren, en hun werk en visie zijn ook een bron om zelf up-to-date te blijven en geïnspireerd door te worden. In Nederland bijvoorbeeld is Tony Tonnaer van Kings Of Indigo een mooi voorbeeld, hij heeft in relatief een korte tijd een mooi sustainable denimmerk neergezet. Maar ook Jason Denham met zijn branding- en storytellingaanpak  heeft hij een mooie plek in het meer premium denimsegment weten te veroveren.”

“In Nederland zijn Tony Tonnaer van Kings Of Indigo en Jason Denham inspiratiebronnen.”

Waar ben je trots op, als je terugkijkt?

“Het meest trots ben ik op het feit dat Long John na 10 jaar één van de meest gewaardeerde denimplatformen ter wereld is. Iets wat ik destijds alleen maar had kunnen dromen. Plus dat ik met de meest mooie en succesvolle merken, weverijen en mensen mag werken wereldwijd. Naast mijn online denimmagazine werk ik aan de tofste opdrachten variërend van het begeleiden van denimmerken, maken van content, geven van denimworkshops en het organiseren van winkelevents.”

10 jaar schrijven over en werken met denim, hoe blijf je scherp?

“Denim is mijn levensstijl en grote passie, ik sta ermee op en ga ermee naar bed. Ik verzamel de oude museumstukken, lees de laatste boeken en magazines, signaleer denimtrends via blogs en social media en bezoeken relevante beurzen, winkels en evenementen. Ik hoop dan ook dat dat laatste snel weer kan plaatsvinden. Doordat ik altijd met denim bezig ben en het mijn werk én mijn hobby is, kom ik veel tegen, spreek ik veel mensen die mij constant inspireren en informeren wat ik vervolgens weer gebruik als content voor Long John, of gebruik voor mijn freelance opdrachten.”

Nederland is een denimland. Welk cijfer geef je de gemiddelde Nederlander op dat gebied?

“Gemiddeld heeft de Nederlander ongeveer 5,5 jeans in de kast liggen en die dragen we op verschillende momenten. We trekken jeans aan naar het werk, doen er tuinklussen in, verschijnen erin op het schoolplein en dragen het naar feestjes. Het merendeel draagt geen authentieke denim die is gemaakt van bijvoorbeeld Japanse selvedge fabric. Nederlanders zien het meer als een makkelijk kledingstuk in plaats van een levensstijl. Maar, dan nog, wij scoren wel een dikke vette voldoende op dit vlak. Als denimland geef ik ons een 7,5 en sommigen scoren zelfs hoger omdat ze een échte speciale jeans dragen.”

“Nederlanders zien het meer als een makkelijk kledingstuk in plaats van een levensstijl.”

Wat zijn dé musthaves nu?

“Stretchkwaliteiten voeren de boventoon in de schappen van denimstores. Dat geldt voor zowel mannen als vrouwen. Comfort blijft enorm belangrijk, wassingen ook. Het merendeel wil nog steeds de winkel uitlopen met een jeans die zit en eruit ziet alsof die al een aantal jaren oud is. Maar daarentegen zie je ook steeds meer cleane, terughoudende wassingen op dit moment.’’

Hoe ziet jouw ideale jeans eruit?

“Ik zelf hou erg van de klassieke en authentieke jeans. Jeans zoals het ooit bedoeld was, dus gemaakt van ongewassen selvedge fabric zonder stretch. Door het dragen wordt de jeans steeds soepeler, gaat het zich naar je eigen lichaam vormen en komen jouw slijtsporen naar voren op je jeans. De jeans laat jouw levensstijl zien, vertelt in feite jouw verhaal. Uiteindelijk zit er geen enkele broek lekkerder en beter dan een zelf ingedragen jeans. En bovenal is er ook geen jeans die er mooier uitziet, omdat je zelf hebt meegewerkt om hem zo te krijgen. Dit ‘aging process’ is wat denim zo mooi en uniek maakt.”

En waarmee combineer je je jeans het liefst?

“Ik draag al 20 jaar hetzelfde: jeans met een clean T-shirt, denimshirt , een oud, origineel legerjack of cleane sweater, het liefst grijs of donker blauw. En gecombineerd met leren boots van Red Wing of mijn eigen merk Butts and Shoulders. In de zomer wissel ik dit af met classics als Converse, Vans of Birkenstocks op hete zomerdagen.”

Wat is volgens jou de meest belangrijke verandering in denim het afgelopen decennium?

“Jeans wordt nu anders gemaakt dan vroeger. Vroeger werd jeans gemaakt van stugge, rigid (ongewassen) katoenen stoffen. Tegenwoordig zijn het allemaal stretchkwaliteiten. Comfort is key tegenwoordig. Op productievlak zijn er veel positieve ontwikkelingen die ervoor zorgen dat het milieu minder wordt belast. Zo worden onder meer laser- en ozontechnieken gebruikt om de jeans een finish te geven, worden garen op andere manieren geverfd en hergebruiken weverijen water en letten ze erop dat er minder water wordt gebruikt bij wassingen. Dat zijn processen die beter zijn voor de katoenboeren en fabrieksmedewerkers. Je kunt wel zeggen dat de blauwe denimwereld wat dat betreft een stuk groener is geworden.”

“Ik snap de trend van de zwarte jeans met kapotte knieën niet.”

Zijn er ook ontwikkelingen geweest die je liever niet had gezien?

“Ik snap de trend van de zwarte jeans met kapotte knieën niet. Ik begrijp dat het cool is om een jeans te dragen met een oude gedragen look, maar sommige trends mogen van mij snel voorbij gaan. Gelukkig is dat bij deze inmiddels ook wel het geval. Hetzelfde geldt voor de lage jeans bij meiden waarbij de string vaak al van heel ver te zien is als ze fietsen of bukken…’’

Welke trend(s) kunnen we nog verwachten?

“Je ziet steeds meer cleanere jeans terugkomen. Dus minder heftige wassingen, minder heftige repairs, en je ziet ook steeds meer uniseks modellen. Daarnaast hoop ik dat we meer tijdloze jeans , en kleding in het algemeen, gaan zien. Dus minder op trends en items die je langer kunt dragen. Dat is ook onderdeel van het groener en meer sustainable maken van de denimindustrie.”

Foto: Denimhunters – Brian Engblad