Ook grootschalige detailhandelslocaties met een grote supermarkt doen het goed. Beide type winkelgebieden voldoen aan de wens van de consument om efficiënt de dagelijkse boodschappen te kunnen doen en er ook te winkelen. Het aanbod is er compleet, ze zijn overwegend beter bereikbaar dan de binnensteden en hebben ruime, vaak gratis, parkeermogelijkheden.

Een miljoen meer winkelmeters in Randstad
Het aanbod aan winkelmeters is de afgelopen jaren fors gestegen. Vergeleken met 2004 is de toename van het aantal winkelmeters het grootst in Noord-Holland (14%). De groei van het winkeloppervlak is in Zuid-Holland met 9% minder sterk dan in de andere twee provincies.

Met name voor de niet-dagelijkse aankopen is de uitbreiding van het winkelaanbod procentueel gezien kleiner dan in Noord-Holland en Utrecht. In totaal neemt de Randstad 40% van de uitbreiding van het Nederlandse winkeloppervlak voor rekening.

Het winkelaanbod voor de dagelijkse boodschappen is in de Randstad relatief sterker toegenomen dan landelijk. Voor een deel is dit te verklaren door de bevolkingsontwikkeling. In de Randstad is het inwonertal met 4% gegroeid, terwijl dat landelijk 2% is.

Minder winkels
Het aantal winkelmeters is dus flink toegenomen, maar het aantal winkels nam daarentegen af. In Zuid-Holland is de krimp van het aantal winkels het sterkst: ten opzichte van 2004 zijn er in 2011 6% minder winkels. In de andere twee provincies beperkt de afname zich tot 2-3 %.

Landelijk is het aantal winkels met 4% teruggelopen. Terwijl op straat het winkelaanbod qua aantal winkels kleiner wordt, vindt op het web een sterke (wereldwijde) groei van het winkelaanbod plaats. Winkels zijn gemiddeld dus groter geworden: van 209m2 in 2004 naar 239m2 in 2011.

Onderzoek
In het onderzoek zijn de koopstromen in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht, aangevuld met de gemeenten Nijkerk en Almere onderzocht. Daarnaast is ook in gemeenten in het randgebied (1e ring van gemeenten rondom het onderzoeksgebied) geënquêteerd om de toevloeiing van daar uit in bepalen.

Dit uitvoerige onderzoek naar ruimtelijk en digitaal koopgedrag werd voor het eerst in 2004 gedaan in opdracht van de deelnemende provincies, steden en gemeenten, het Hoofdbedrijfschap Detailhandel en de Kamers van Koophandel.