Michael Blankenstein en Emy Veel liepen elkaar twee jaar geleden tegen het lijf op een inspiratie trip naar Londen. Maanden lang stoeiden de twee met ideeën, concepten en trends, maar uiteindelijk ontstond daaruit wel Oeuvre: een op Londen geïnspireerd flow-fashion merk.

Blankenstein: “Oeuvre tackelt het ouderwetse bussinesmodel van voororderen en speelt in op de behoefte van niet alleen de afnemers om steeds sneller nieuwe trenditems te leveren, maar ook op de behoefte van de steeds meer eisende eindconsument.’’

Tegen welke hobbels zijn jullie aangelopen in het productieproces?

Veel: “Het vinden van een goede medecompagnon voor de productie was lastig. Daar moet kracht en snelheid vandaan komen, vooral met het businessmodel dat wij hanteren. We zijn daar heel selectief mee geweest. Tijdens de productie kom je ook veel knobbels en knauwen tegen. We hebben nu een goede producent gevonden in China die hoge kwaliteit kan bieden.”

Blankenstein: “Het is een fabriek die alles in eigen beheer doet waardoor zij de snelheid die wij willen bieden aan de klant, kunnen garanderen. We willen flow-fashion zijn met maandelijks nieuwe collecties, maar ook altijd met actuele elementen. Als het regent hebben we regenjassen, als de zon schijnt hebben we korte broeken. Met onze partner in China kunnen we dat brengen. We kunnen nu iets bedenken dat we dan over drie weken binnen hebben.”

Gaat de snelheid niet ten koste van jullie eigen creativiteit?

Blankenstein: “Wij kiezen wel voor onze eigen weg. We maken 24 collecties per jaar. Dat is onze eigen creativiteit geïnspireerd op de fashiontrends in de metropool Londen. Wanneer wij zien dat binnen de kaders van het merk een grote trend ontstaat, dan schakelen wij om. Wij hebben ons eigen gezicht met ons eigen verhaal, maar daar omheen kunnen we inspringen op de actualiteit.”

Hoe zouden jullie het image van Oeuvre omschrijven?

Veel: “Heel breed, maar met een tikje festival-feeling. We noemen het ook wel city chique. De Oeuvre-vrouw is een succesvolle, werkende vrouw met lef die zich casual maar ook fashion-forward durft te kleden. We proberen verder de leveringen aan te passen aan de maand. Dus nu voor de zomer is het meer festivalkleding, tegen kerst zal het meer feestkleding worden.”

Aan hoeveel winkels leveren jullie?

Blankenstein: “Wij hebben sinds een maand een eigen winkel in Haarlem. Daarnaast liggen we bij bijna alle leuke damesboetiekjes die social mediadriven zijn en fast forward fashion verkopen. Wij zijn momenteel meer stappen aan het maken naar merkenwinkels in plaats van alleen maar boetiekjes.”

Vorige maand hebben jullie een eigen winkel geopend in Haarlem, waarom?

Veel: “We zien dat we een goede toevoeging zijn op de markt. Door onze snelheid en diversiteit kunnen we een brede doelgroep bedienen. Er was ook veel vraag naar het product en het is als merk een statement om een eigen winkel te hebben.”

Blankenstein: “Het is ook om te leren. We hebben bewust gekozen voor een A1-locatie zodat we genoeg traffic hebben. We nemen veel informatie op over prijzen, pasvormen en waar we nog meer uit kunnen slepen.”

Zijn jullie niet bang dat jullie eigen winkel in het gedrang komt met fysieke winkels waar jullie al aan verkopen?

Veel: “Nee, daar selecteren wij op. We werken met klanten waar we een lange relatie mee zullen hebben. Een lange zakenrelatie staat centraal. Maar er zullen altijd gaten zijn in Nederland omdat we in een stad soms net niet de winkel vinden die wij zoeken. Maar als we weten dat we vol zitten in Rotterdam, dan zullen we daar niet nog een eigen winkel openen.”

Blankenstein: “Retail moet een ondersteuning zijn van de wholesale. We hebben een wholesale strategie.”

Hoe werkt de inkoop?

Veel: “Iedere twee weken hebben we een nieuwe collectie die bestaat uit 15 tot 20 items. Na zes tot acht weken worden de items weer uit de winkel gehaald. Op de kleding zit een marge van 2.8.”

Hoe zien jullie de toekomst?

Veel: “We hopen een stabiel en vers merk neer te zetten en ik denk dat dat met onze kracht ook mogelijk is. We zitten al in Engeland en Spanje en Europa willen we ook zeker verder gaan veroveren.”

Blankenstein: “We maken stapjes en hebben plannen, maar we doen het heel bewust zodat we niet kapot groeien op een bepaald punt.”