TOP

Ceo AirField: ‘Merken zonder dna hebben geen kans om te overleven’

Op woensdag 20 december 2017 nodigde het vrouwenmodemerk AirField een groep stylisten en journalisten uit op het hoofdkantoor in het sneeuwige Oostenrijkse Seewalchen am Attersee. Het label draait om het karakteristieke dna, wat positieve, maar soms ook negatieve kanten heeft. “We merken nu dat het onze tijd weer is.”

Terwijl het buiten al donker is en de meeste werknemers van AirField net door de sneeuw ploegend naar huis zijn gegaan, staan ceo Walter Moser, marketingdirecteur Sophia Bitter en de nieuwe hoofdontwerper Andreas Angerer nog vol energie op ons te wachten met een warme kop koffie. In het grote hoofdkantoor in Seewalchen am Attersee wordt alle logistiek van het vrouwenmodemerk tot in de puntjes geregeld. En dat werkt goed, volgens Moser: “Op deze manier houden we het volledige overzicht.”

Het Oostenrijkse vrouwenmodemerk wordt in Nederland al 21 jaar verkocht door Astrid van Gorp van Fashionxchange.

Dna

AirField staat bekend om het gebruik van veel jersey. Maar liefst 70 procent van de kleding wordt van deze stof gemaakt. Reden? “Het is comfortabel en modern”, legt hoofdontwerper Angerer uit. “Er zit altijd wel een ingewikkelde techniek achter om van de jersey iets speciaals te maken.” Ook het spelen met kleuren is een specialiteit van het merk, zelfs tot het (nep)bont aan toe. Uiteindelijk komt hieruit een kledingstuk dat sexy en vrouwelijk is, maar ook sportief en zelfs een tikkeltje provocatief. “De joy of life”, noemt Bitter het. “Maar het moet wel draagbaar blijven.”

AirField Salzburg trip (7)
AirField maakt zelf de borduursels op de kleding

Oorspronkelijk komt AirField uit de sportswear en richtte het merk zich op de 40-jarige vrouw. Maar omdat steeds meer oudere vrouwen jeugdiger erbij lopen, kan de leeftijd sterk oplopen. “We gaan niet uit van een jongere doelgroep”, vertelt marketingdirecteur Bitter. “Dat komt vooral door de prijs van de kleding.” Een blazer kost bijvoorbeeld al meer dan 300,- en een jurkje gaat over de toonbank vanaf 200,-.

Mindere jaren

Ondanks dat AirField een gevestigde naam is in de luxe vrouwenmode, heeft het label ook mindere jaren gekend. In 2013 daalde de populariteit van het merk waardoor ook Nederlandse winkels afscheid namen van het label. Moser verklaart dat de daling komt door de trends van dat moment: “Onze consument is wat luider en extravaganter, maar in 2013 droeg bijna iedereen rustige kleding. Veel wol, zachte kleuren en geen uitgesproken details. Dat is niet onze stijl. We hebben een paar van de trends wel opgenomen in de collectie, maar het is ook belangrijk om bij je dna te blijven, want merken zonder dna hebben geen kans om te overleven. Je moet je hoofdconsument blijven bevredigen. We merken nu dat het onze tijd weer is. Je hebt altijd betere en mindere momenten, dat hoort erbij.”

Maar waarom had AirField dan totaal geen last van de economische crisis in 2008? “Gelukkig verkopen wij aan klanten die zo goed als geen last hebben gehad van de crisis. Op vakanties zie je ook dat de vijfsterrenhotels vol zitten, terwijl het in het middensegment veel moeilijker is om je hoofd boven water te houden.”

AirField Salzburg trip (4)
De laatste werknemers zijn al vertrokken

Nederland

In sommige landen gaat het beter met AirField dan in anderen, maar nergens gaat het echt slecht, vertelt Moser. “In Nederland doen we het momenteel zeer goed, want daar is alles wat meer toegestaan. De korte rokjes verkopen we bijvoorbeeld wat lastiger in Zwitserland. Dat ligt niet alleen aan het weer, maar ook aan de bouw van de vrouwen en de durf die ze hebben.”

AirField wordt momenteel in 63 Nederlandse winkels verkocht via salesmanager Astrid van Gorp, maar dit aantal moet langzaam groeien naar vijfenzeventig. “De verkooppunten die je hebt, moet je met zorg behandelen en voorzichtig uitbreiden”, legt Moser uit. “Wij zoeken naar een langdurige partnerschap dus je moet als merk ook veel moeite blijven steken in de samenwerkingen. Ik heb liever zeventig goede verkooppunten dan tweehonderd slechte.” De kleding hangt momenteel in Nederland in luxe boetieks (zoals Leurink Mode in Borne en Van Dijk in Waalwijk) en weidewinkels (als Modehuis Blok in Uithoorn), ‘waar de verkoper de aandacht heeft voor de klant en het merk goed kan uitleggen’.

Moser zit er wel aan te denken om AirField nog verder uit te breiden naar andere landen die passen bij het merk. “Zoals Canada door de warme jassen, of Amerika waar de maten goed passen bij het label.”

FW1819

Tijdens een sneak preview mag de groep alvast een kijkje nemen in de nieuwe wintercollectie voor 2018-2019. Zelfs voor Van Gorp is het de eerste keer dat ze de lijn ziet, want normaal gesproken wordt de wintercollectie pas in het nieuwe jaar aan de salesmanagers gepresenteerd. “Kijk, Astrid, hier zal je echt verliefd op worden”, zegt hoofddesigner Angerer vol enthousiasme terwijl hij een rood metallic jasje van het rek pakt.

AirField Salzburg trip (6)
Een nu nog leeg magazijn – totdat de nieuwe collectie er is

‘We are Future’, heet de nieuwe lijn die draait om het combineren van het technische met het natuurlijke. Met – hoe kan het ook anders – nog steeds een hoofdrol voor jersey. “Er komt steeds meer vraag naar speciale stukken dus die zitten er volop tussen”, vertelt Angerer. Het meest opvallende item is dan ook een fel gele jas die tot de kuiten komt en uitpuilende zakken heeft op de heupen. “Het kan in zo veel opzichten niet. Tot de kuiten is altijd een vervelende lengte, zakken op de heupen maakt je breder en de kleur is misschien too much. Maar toch valt iedereen erop. Het merk draait om verrassen.”

Ontwerpen

Tijdens een rondleiding door de fabriek legt Angerer uit dat het er bij AirField anders aan toe gaat dan hij ooit bij andere merken heeft ervaren. Na het afronden van zijn studie op het Royal College of Art in Londen, heeft Angerer gewerkt voor onder andere Cymbeline, Cerruti und Ralph Lauren tot hij afgelopen juli aan de slag ging bij AirField. “Hier is één ontwerper van begin tot eind bezig met één design”, legt hij uit over het verschil. “Wij laten geen andere mensen voor ons de stoffen uitsnijden, dat doet de designer die ermee bezig is allemaal zelf.”

Bitter laat later die avond tijdens het diner weten enorm blij te zijn met de nieuwe aanwinst. “Hij is erg gedreven en heeft een goede visie voor het merk. Dat is precies wat we nodig hadden.”