TOP

Nieuw merk: Harper+Yve [interview]

“Ik denk dat als ik in deze tijd kan overleven, dat mij dat in een goede tijd al helemaal lukt”, vertelt Baukje Broekhof over de keus om juist nu – met al die faillissementen – een nieuw merk op te richten. Harper+Yve moet er zijn voor de vrouw in het middensegment, maar met een hoogsegment kwaliteit.

Baukje Broekhof zit al sinds haar 25e in de mode en heeft vele functies bekleed: van verkoop in winkels tot sales naar de detaillist. Nu vond ze het echter tijd om iets voor haarzelf op te richten. Harper+Yve werd geboren: “Ik wilde een collectie maken voor de 30-plus vrouw met draagbare kleding van een mooie kwaliteit. Stoer, vrouwelijk en casual, maar voor een betaalbare prijs. Iets dat niet alleen ik heel graag draag, maar ook de Nederlandse vrouw.”

Hoe kwam je op de naam Harper & Yve?

“Ik wilde een internationale naam omdat je nooit weet of je naar het buitenland gaat. Ik ben op zoek gegaan naar twee namen op een Amerikaanse website en toen kwam ik hierop uit. Het stond mooi bij elkaar en ik was ervan overtuigd dat dit het moest zijn. Ik krijg er ook altijd goede reacties op.”

Wanneer ben je op het idee gekomen om Harper & Yve te starten?

“Het idee had ik al langer geleden, maar twee jaar geleden ben ik er pas mee begonnen. Na het productieproces doorlopen te hebben, lag de kleding afgelopen januari voor het eerst in de winkel.”

Hoe verliep het productieproces?

“Dat was heel moeilijk want je denkt te weten hoe het moet – en omdat ik uit de sales kom weet ik ook wel met producenten tot een goed product te komen -, maar er gaat toch wel veel fout waar je geen idee van hebt en wat je ook niet kan voorzien. Het is voor mij een heel leerproces geweest. Items werden geleverd in een verkeerde kleur, verkeerde pasvorm, verkeerde materiaal, noem maar op. Als een eindproduct in de winkel hangt, wil je niet weten door hoeveel handen het al is gegaan.”

Harper Yve (1)

Als je terugkijkt op dat proces, zou je het dan nog steeds doen?

“Ja, zeker. Het is natuurlijk heel gaaf om aan zo iets te beginnen en er heel veel van te leren. Dit leer je niet op een school, alleen in praktijk. Het is ook goed om fouten te maken want daardoor weet je dat het je niet meer zal gebeuren. Het zijn mensen uit andere landen, met andere talen en andere culturen waardoor de communicatie anders doorkomt. Je hebt iets in je hoofd en iemand anders moet dat goed zien te begrijpen via de mail en dat kan lastig zijn. Maar er zijn natuurlijk ook heel veel dingen die wel goed zijn gegaan.”

Nu ligt het merk ongeveer een half jaar in de winkels, hoe gaat het?

“Ik moet zeggen dat de reacties goed zijn. Mensen vinden de kwaliteit heel mooi en zijn enthousiast over hoe het eruit ziet voor een eerste keer. Het merk kan soms alleen nog niet op tegen de hele grote merken die al een naamsbekendheid hebben. Maar ondanks dat het een slecht seizoen was qua weer, mag ik niet klagen.”

Bij hoeveel winkels ligt het merk al?

“Ik heb nu aan 50 winkels uitgeleverd en aankomende winter zijn dat er 60. Dat zijn zowel filiaalbedrijven met meerdere winkels als de zelfstandige ondernemer met een boetiekje. Ik ben ook wel selectief, ik wil in de goede winkels liggen met de juiste merken in het middensegment.”

Maar het middensegment is momenteel juist lastig…

“Dat heeft misschien ook te maken met wat je aanbiedt. Ik probeer kwaliteit te leveren die merken in het hoogsegment ook gebruiken, maar ik probeer het zo te maken dat het betaalbaar blijft. Ik had er natuurlijk voor kunnen kiezen om het merk op te richten in een tijd dat het heel goed gaat, maar ik ben juist nu begonnen omdat het mij goed uitkwam. Ik denk dat als ik deze tijd kan overleven, dat mij dat in een goede tijd al helemaal lukt. Het is niet makkelijk, maar als het makkelijk was, dan zou iedereen het doen. Het is een leuke uitdaging.”

Harper Yve (2)

Op welke manier zie je de kwaliteit terug in de kleding?

“Ik maak voornamelijk gebruik van natuurlijke materialen, zoals linnen, katoen en wol. Daarnaast gebruikt ik ook gerecycled denimbrei, dat is een van mijn specialiteiten. Het voelt als katoen aan, maar is gemaakt van gerecycled denim. Ik probeer de kleding ook zo veel mogelijk uit te werken. Basic is leuk, maar het moet een mooie afwerking hebben door een kantje, tape, een andere stof of een ribbeltje. Op die manier probeer ik iets anders te maken dan wat je al in de winkels ziet.”

Hoeveel collecties maak je per jaar?

“Momenteel twee en die lever ik verspreid uit over drie maanden. De zomercollectie komt in februari, maart, april en de wintercollectie in augustus, september, oktober. Ik heb bewust gekozen voor een relatief hoge marge van 2.7 – waardoor ik een kleinere marge heb – om de klant extra te helpen. Samenwerking is dan ook erg belangrijk. Als iets niet goed verkoopt, kan er altijd geruild worden.”

Hoe zie je de toekomst van het merk voor je?

“Het leuke is dat je ergens begint en in de loop van de tijd ontdekken steeds meer mensen je en word je ook door steeds meer mensen benaderd. Op de Modefabriek werd er ook erg positief gereageerd. De grote modehuizen heb je vaak niet meteen in één keer binnen, maar die zijn wel al langs gekomen en komen over een half jaar weer terug om te kijken of ik op de goede weg blijf zitten.”