TOP

Hoe gaat het met Breizh?

Na de lancering twee jaar geleden lag de focus bij modemerk Breizh op de eigen webshop, maar inmiddels ontdekken ook steeds meer winkeliers het merk rond de Bretonse streep. Oprichter Nicole Hoefsmit: “Mijn kleding hangt in allerlei verschillende winkels, van heel hip tot klassiek.”

In oktober 2015 startte Nicole Hoefsmit met haar merk Breizh, met truien en tops met de Bretonse streep. Dat specialisme was een bewuste keus. “Zeker online is het belangrijk om een niche te hebben, dan kom je er nog tussen. Vergelijk het met een bakker: als een consument op zoek is naar speltbrood en via Google een bakker vindt die 3 kilometer verderop zit en enkel speltbrood verkoopt, dan is diegene zeker bereid om om te rijden naar die bakker. ‘Die zal dan wel het lekkerste brood hebben’, denk je dan. Die heeft namelijk ongetwijfeld meerdere soorten speltbrood en weet precies hoe hij het het lekkerst kan bereiden.”

“Zo zie ik dat ook met mijn strepen. Ik doe dat veel, het is mijn expertise. Bovendien ben ik online veel beter te vinden. Ik zie via adwords dat klanten via Google zoeken op ‘Bretonse streep’ of ‘streepjestrui’ en dan pop ik gelijk naar boven.”

 Wat is er veranderd tussen de start – anderhalf jaar terug – en nu?

“De collectie is veel groter geworden dan toen, maar wat vooral anders is: ik begrijp nu veel meer van het hele online gebeuren. Je verkoopt online namelijk compleet anders dan in de winkels. Ik sprak laatst een hoofdinkoopster bij Zalando, en die zei – zelfs met al haar ervaring in de retail – dat ze alles weer compleet opnieuw moest leren toen ze in de onlinewereld van Zalando aan de slag ging.”

“Online laat je direct een foto zien van een kledingstuk, zodat de consument een idee heeft van hoe het valt. Bovendien kun je daarmee al een beetje laten zien waarmee je het kunt combineren. In de winkel moet zo’n T-shirt op de hanger heel leuk zijn. De L’Aimee, een vrij klassiek T-shirt, verkoop ik online heel gemakkelijk, maar sommige winkeliers verkopen die niet zo goed. Het is misschien iets te basis in de winkel. De apartere items verkopen juist weer wat beter in de fysieke winkels. Mijn kleding hangt in allerlei verschillende winkels, van heel hip tot klassiek. De prijzen liggen in het midden- en hoogsegment, in de mooiere winkels en boetieks.”

Wat zijn andere bestsellers?

“L’Elisa – een mooi aangesloten truitje met knoopjes op de schouders, is een klassieker en hij blijft goed gaan. Hij is gemaakt in een mix van katoen en zijde, superzacht dus. Ik heb hem in verschillende kleuren, de zwarte met armygroen is nu alweer uitverkocht.”

Hoe onderscheid je je?

“Ik denk dat je mensen moet blijven verrassen. Met name de consument, ook als ze uiteindelijk toch het basisshirtje kopen. Met verrassende items heb je ook gelijk iets spannends voor de winkelier. Verder vind ik het heel belangrijk om – ook online – veel service te verlenen.”

“Laatst kreeg ik bijvoorbeeld een bericht van een klant die twee dagen daarvoor een wit truitje bij mij had gekocht. Ze vroeg of ik er nog een had, want ze had er koffie overheen laten vallen. Ik heb gratis een nieuwe opgestuurd. Kijk, dat soort dingen zijn voor mij niet de kosten, mocht zoiets vier keer per jaar gebeuren. Zij vertelt dit misschien tegen haar vriendinnen, of denkt: de vorige keer werd ik daar zo goed geholpen, daar bestel ik nog eens. Maar dat was niet eens de hoofdreden dat ik het deed, ik vond het ook gewoon zo sneu voor haar!”

Hoe ziet de bedrijfsvoering eruit, heb je inmiddels ook mensen in dienst genomen?

“Ik werk alleen en met freelancers. Customer service doe ik heel veel zelf, dat vind ik heel belangrijk. Styling, inkoop en financiën doen verschillende zzp’ers.”

“Mijn hele businessplan heb ik zo geschreven dat ik overal vandaan kan werken. Ik zit vaak bij flexkantoor Hashtag Workmode. Een hele fijne plek met verfrissende mensen. Daar zitten jonge meiden, we leren ontzettend veel van elkaar. Ik ben blij dat ik niet iedere dag naar kantoor hoef. Ik denk dat dat de toekomst heeft. Mijn kinderen zeggen later ongetwijfeld verwonderd: ‘Gingen jullie echt iedere dag in de file naar kantoor en weer terug?!’”