TOP

Hoe gaat Colourful Rebel met duurzaamheid om? [interview]


In Textilia #6 lees je alles over hoe modemerk Colourful Rebel zich meer richt op de retailer. Maar daarnaast speelt ook de duurzame kant van ondernemen een steeds grotere rol voor ceo Oscar Kemps: “We zijn nog niet zover dat we het van de daken willen schreeuwen. Het voelt hypocriet als bedrijven dat doen en ondertussen bijvoorbeeld in Bangladesh blijven produceren onder twijfelachtige omstandigheden.”

Colourful Rebels eerste kledingstuk verscheen 2014 op de markt: hoe is jullie bedrijf geëvolueerd de afgelopen vijf jaar?

Oscar Kemps: “In het begin was alles nieuw voor ons (oprichters Bas en Frank van de Brug, -red.), en pakten we gretig alle kansen aan en was er weinig echte focus. We werden geleid door de waan van de dag, door alles wat op ons afkwam. Inmiddels hebben we een hoofdkantoor aan de Wibautstraat in Amsterdam kunnen openen met een showroom waar retailers op bezoek kunnen komen én een team met seniors die heel goed weten wat ze doen. We weten nu heel goed wat we willen en hebben een duidelijke strategie voor ogen: op de trends zitten en daar onze herkenbare Colourful Rebel-dna overheen gieten. En waar we in het begin al voor stonden geldt nog steeds: goede spullen verkopen met een hoge prijs/kwaliteitverhouding. We willen iemand iets verkopen voor 50 euro, maar het moet aanvoelen als 70 euro.”

Waarom de grotere focus op retail, met in januari jullie debuut op Modefabriek?

“Dat doen we om meerdere redenen, onder andere omdat we dan aantallen kunnen halen en de collectie vergroten. De prijzen worden lager door die aantallen en we kunnen kiezen voor mooiere materialen die net iets beter zijn voor het milieu.”

Op welke manieren zijn jullie met duurzaamheid bezig?

“Op meerdere manieren. Zo werken we sinds 2014 zo veel mogelijk met producenten in Europa, daar worden met name ons sweaters en T-shirts geproduceerd. We kennen hen al lang en weten dat de productie daar helemaal goed zit. Helaas is het nog niet mogelijk om de hele collectie in Europa te laten produceren, onze jurkjes worden bijvoorbeeld in China gemaakt. Samen met een aantal anderen uit het team ben ik daarmee bezig, we proberen ons op elk mogelijke gebied continu te verbeteren: op het gebied van gerecycled plastic, biologisch katoen en het verminderen van afval.”

Op welke manieren is dat gebeurd?

“Onder andere met onze verpakkingen. Ik rekende een keer na hoe veel plastic zakjes we wel niet gebruiken en daar schrok ik echt van: dat zijn er zó veel. We zijn daarom snel overgestapt op gerecyclede plastic zakjes. Dat was nog een heel proces: de eerste samples van die zakjes stonken en zagen er heel lelijk uit. We waren dan ook heel blij met het eindresultaat: een zakje dat niet stinkt en er mooi uitziet. Onlangs bracht ik een bezoek aan de expositie Fashion for Good in Amsterdam, dat zich bezighoudt met duurzame innovaties op het gebied van mode. Daar kwam ik 100 procent biologisch afbreekbare zakjes tegen. Ik ben gelijk met de producent in gesprek gegaan en eind mei hebben we de eerste samples binnengekregen. Op deze manier blijven we onszelf verbeteren.”

En hoe zit het de duurzaamheid van de collectie zelf?

“In de mode-industrie gaat het heel erg over de duurzaamheid van materialen, het gaat amper over de hoeveelheden die worden geproduceerd. Een keten als H&M start met een Conscious collectie en kan 4 miljard dollar aan inkoopwaarde niet kwijt, wat op een grote berg belandt. Veel van die bedrijven zijn alleen met omzetgroei bezig en dan wordt er veel geproduceerd, moet er veel in de sale en blijft er veel over. De komende jaren is het ons doel geworden om zo min mogelijk restvoorraden over te houden en zo min mogelijk in de sale te hoeven gooien. Sale is niets minder dan een teken dat mensen de kleding eigenlijk niet willen kopen voor de volle prijs. En we blijven ons focussen op de goede kwaliteit, het testen met biologisch katoen om minder polyester te hoeven gebruiken en meer met natuurlijke stoffen te werken in plaats van synthetische.”

Hoe ga je dat aanpakken?

“We proberen onder andere de repeat ordertijden steeds korter te maken. Hierdoor kunnen we de eerste orders met lage aantallen starten, om vervolgens snel bij te produceren om toch aan de vraag naar bestsellers te voldoen. Dit zonder dat we van elke stijl veel moeten inkopen en er restpartijen achterblijven of onnodige sale. Een sample sale organiseren is best leuk omdat consumenten zo enthousiast zijn, maar het heeft vooral een minder leuke kant: het is kleding die we net zo goed niet hadden hoeven produceren. Zo min mogelijk produceren is ook een kwestie van duurzaamheid. We hebben inmiddels ook biologisch katoen gebruikt in een aantal T-shirts en sweaters. Dat was een testcase en we kijken nu hoe haalbaar biologisch katoen is voor de hele collectie en of de kwaliteit naar wens is. Er is een goede kans dat we hiermee doorgaan.”

Jullie brengen weinig naar buiten over de duurzame plannen. Waarom die terughoudendheid?

“We zijn nog niet zover dat we het van de daken willen schreeuwen. Het voelt hypocriet als bedrijven dat doen en ondertussen bijvoorbeeld in Bangladesh blijven produceren onder twijfelachtige omstandigheden. De duurzame kant van het bedrijf is een passion project van mij en een paar collega’s, we vinden het leuk om daar tijd aan te besteden en bovendien is transparantie op dit gebied een belangrijke eigenschap voor een bedrijf. Waarschijnlijk brengen we er over een paar maanden meer over naar buiten, onder andere op de website, maar dan hebben we ook echt stappen gemaakt waar we trots op kunnen zijn.