Het idee voor Granny’s Finest ontstond toen Niek van Hengel op bezoek was bij zijn opa in het verzorgingstehuis en aan de praat raakte met een breiende medebewoonster, die hem vertelde dat ze geen idee had wat ze aan het maken was omdat ze niet veel mensen meer had om voor te breien. Samen met goede vriend Jip Pulles startte hij in 2011 als pilot project een breiclub bij een Rotterdamse zorginstelling in samenwerking met jonge enthousiaste ontwerpers. Het blijkt een succes. Vorige week werd het vijfjarig bestaan gevierd met een pop-up store in de Gerard Doustraat in Amsterdam. Niek van Hengel kijkt tevreden terug op de week. “Het was koud en we kregen veel aandacht in de media en op social media. Dat was goed voor de verkoop.”

Breder assortiment

Ambities voor een permanente winkel zijn er niet. “Granny’s Finest is echt een winters product. Dus het heeft niet zo veel zin om in voorjaar en zomer een winkel te hebben”, vertelt Van Hengel. “We zijn wel bezig met het ontwerpen van producten voor buiten het winterseizoen, van minder zwaar en wollig garen. Maar we hebben het assortiment ook uitgebreid met interieurartikelen, zoals kussens en plaids. Dat slaat goed aan. Onze verkooppunten hebben vaak een breder assortiment dan alleen mode en kunnen dat goed verkopen. In de zomer wordt wel volop door gebreid trouwens. De eerste winterjassen worden in juli al aan de winkels uitgeleverd en daar sluiten wij met de sjaals en mutsen graag op aan.”

Inmiddels Heeft Granny’s Finest ongeveer vijftig verkooppunten in Nederland, en zelfs een aantal in België en Duitsland. Uitbreiding is de ambitie, daarom staat Granny’s Finest ieder seizoen op Modefabriek. Sinds een paar maanden is er ook een agent voor Granny’s Finest in Duitsland en het merk hoopt komende winter op Panorama te staan. In Nederland wordt het merk verkocht door De Bijenkorf, Sissy-Boy en Waar, maar ook bij veel conceptstores. “Dat werkt heel goed. We merken dat de winkelier het leuk vindt om dat verhaal te vertellen. Het product is op zichzelf staand natuurlijk al mooi en goed, maar het sociale concept er achter maakt het nog mooier. Dat er een kaartje aanhangt van de oma die het gebreid heeft en dat de consument haar via de website gratis een kaartje terug kan sturen om haar te bedanken.”

Breien als hobby

Inmiddels zijn er 36 clubs en 500 deelnemende senioren verspreid over het hele land. Veel moeite om alle verkooppunten van voldoende collectie te voorzien is het daarom niet. Gemiddeld maakt elke granny één item per week, al wordt er absoluut niet gewerkt met targets en deadlines. “Vanaf januari wordt er ingekocht voor de volgende winter, dus er is voldoende tijd voor de productie. Iedere granny maakt wat ze kan en wil maken. Sommige breien alleen tijdens de wekelijks clubmiddag, anderen nemen het breiwerk mee naar huis. Ze worden niet betaald in geld. Ze zien de breiclub echt als hobby. Ze houden van breien en willen sociaal bezig zijn, zonder dat ze zelf wol hoeven te kopen of zich af moeten vragen wat ze gaan maken en wie het gaat dragen.”

Jonge ontwerpers

De collectie wordt door jonge ontwerpers ontworpen en in nauwe samenwerking met de breiclub worden de ideeën verder uitgewerkt. Die combinatie tussen ouderen en jongeren is bewust. Beide groepen leren van elkaar. De ouderen beheersen het ambacht en door de samenwerking met ontwerpers is de collectie hip en allesbehalve stoffig. “Maar de collecties wisselen niet supersnel, dat past niet bij Granny’s Finest. Wel hebben we naast de basiscollectie regelmatig speciale collecties in samenwerking met een ontwerper. Dit seizoen is de collectie van Joni Kling, ecru met zwarte streep, niet aan te slepen.”

Het grootste deel van de collectie is uniseks, al is het merendeel van de kopers vrouw. Qua doelgroep gaat het niet zozeer om de leeftijd van mensen, maar om de instelling om bewust en duurzaam te willen shoppen. Ambities voor uitbreiding met een kinderlijn zijn er niet. “We hebben ooit een babycollectie gemaakt, maar dat was geen succes. De vraag vanuit de verkoop was er wel, maar het was moeilijk om te maken voor de granny’s. Vooral door de verschillende maten en de fijnere structuur van het breiwerk. We denken er wel aan om in de toekomst een aantal bestaande ontwerpen in een kleinere maat te brengen voor kinderen. Dat vader en zoon dezelfde sjaal om kunnen. Maar dat is nog een idee en niet iets concreet.”

Toekomstplannen

Granny’s Finest hoopt in de toekomst door te groeien, zowel wat betreft het aantal granny’s als het aantal verkooppunten. “Het moet hand in hand groeien. Zonder verkooppunten hebben we geen werk voor de breiclubs en zonder clubs hebben we geen producten voor de verkoop. Ik denk dat honderd breiclubs in Nederland wel haalbaar is. Zeker in kleine dorpjes is er veel vraag naar het opzetten van een breiclub, maar dat is logistiek wel een uitdaging. Ons hoofddoel blijft om die eenzaamheid onder ouderen terug te dringen. En natuurlijk hebben we ook een financieel doel, namelijk om niet meer afhankelijk te zijn van subsidies. Maar we moeten nog wel wat groeien om geen subsidiegeld  meer nodig te hebben.”

Leuke weetjes over vijf jaar Granny’s Finest:

• Meer dan 35 handwerkclubs

• Meer dan 500 grannies

• Circa 48.480 ontmoetingen

• Meer dan 120 evenementen georganiseerd

• Aanwezigheid in 15 gemeenten

• Samenwerking met 12 lokale zorg- en welzijnsorganisaties

• Meer dan 40.000 bolletjes wol gebreid

• Meer dan 40.000 kopjes koffie en thee geschonken

• De meest voorkomende naam onder grannies is Joke (28x). De naam Wil staat op de tweede plaats (21x).

• Zowel Prinses Beatrix als President Mark Rutte hebben een Granny’s Finest sjaal.

• 352 grannies van Granny’s Finest zijn actief op het internet (bijna 2/3 van alle grannies)