TOP

Familiebedrijven deel 4: Van Tilburg in Nistelrode *

Ze spreken tot de verbeelding en dragen decennia aan geschiedenis met zich mee: familiebedrijven. Deel 4 van een serie: Van Tilburg in Nistelrode. “Wij zijn een begrip en moeten dat blijven.”

Op tafel in de ruime werkkamer van Peter van Tilburg (63) liggen de bouwplannen voor de komende jaren. De historische boerderij die nu tussen de sportwinkel en de modewinkel in ligt, is aangekocht en zal het verbindingsstuk tussen beide zaken vormen. Er komt een nieuwe gevel en een andere entree.

Van Tilburg is zichtbaar enthousiast over de plannen. “Ik popel om te beginnen”, zegt hij. In de boerderij zullen straks de schoenen en woonaccessoires worden verkocht. Er komt een terras buiten en meer parkeerpaatsen. De reden: “Alles om het voor de klant interessanter te maken en hun bezoekduur te verlengen.”

Vernieuwen en investeren 

Vernieuwen, met de tijd mee gaan, investeren. Allemaal begrippen die van toepasbaar zijn op de grootste zelfstandige modezaak van Nederland. Peter van Tilburg is de vierde generatie in de onderneming die in 1885 werd opgericht. Zijn twee zonen van 30 en 32 hebben inmiddels hun intrede in de winkel gedaan.

Hoewel de bedrijfsgeschiedenis begint met de manifacturen- en fourniturenhandel van Johannes van Tilburg in 1885, is het de vader van Peter, Jan, die in 1950 Van Tilburg Mode in Nistelrode opent. Peter: “Mijn vader was kleermaker van beroep, net als mijn grootvader en overgrootvader. Hij ging nog de boer op om pakken aan te meten.”

Toen de confectie haar intrede deed in Nederland, en vader Jan “als een tierelier een reeks regenjassen verkocht” werd er een winkel geopend in dames- en herenkleding. Vandaag de dag horen daar ook kinder- en sportkleding bij, schoenen, sportartikelen, boeken en woonaccessoires. In het assortiment bevat 600 merken.

Fanclub 

Jan van Tilburg is inmiddels 91 jaar maar, indien zijn gezondheid het toelaat, nog dagelijks in de winkel te vinden. Op deze drukke donderdagmiddag is hij er niet. Lopend door de winkel met een oppervlakte van 10.000 vierkante meter wordt Peter door een klant aangesproken. De man wil weten hoe het met zijn vader is. Peter lachend: “Hij heeft een grote fanclub.”

Het is 1977 als Peter zelf in de zaak komt werken. Vanzelfsprekend, is dat nooit geweest. “Ik studeerde economie aan de Universiteit van Tilburg, in de roaring sixties, in de tijd dat er met grote letters Karl Marx op de gevel stond. Ik werd meegesleept in dat idealisme en die semi-revolutionaire ontwikkelingen.”

Hij vervolgt: “Geld verdienen was een besmet begrip, maar ik werd ouder en het realisme nam het over van het idealisme. Ik moest iets gaan doen, bij een bedrijf, een bank, een ministerie maar besefte dat ik ondernemer wilde worden.” Van het magazijn klom hij toen langzaam op tot directeur van Van Tilburg.


Belichaming klantvriendelijkheid 

Tot op de dag van vandaag heeft hij nooit spijt gehad van zijn beslissing. “De afwisseling is geweldig. De handel, de inkoop, de dagelijkse bedrijfsvoering.” De samenwerking met zijn vader is altijd goed verlopen. “Van meet af aan. Ik kreeg de vrije hand en hij ging zich minder richten op de inkoop. Wat ik van hem geleerd heb is klantvriendelijkheid. Hij is daar de belichaming van. Hij is zo attent en hulpvaardig en dat is belangrijker dan welke marketingtheorie ook.”

Peter kwam in 1977 in de zaak werken. “We hadden de wind in de zeilen door continue economische groei”, zegt hij. Destijds werkten er 35 mensen, waaronder ook zijn moeder, twee zussen en zijn vrouw. Een neef runt Van Tilburg Mode in Schijndel en twee nichtjes de vestiging in Ravenstein. Het zijn geen filialen maar er wordt goed samengewerkt. “We adverteren samen en hanteren dezelfde formule en sfeer. De inkoop doen we niet samen maar stemmen we wel zo goed mogelijk op elkaar af.”

Roerige tijden 

“Momenteel zijn het roerige tijden, al vormen wij gelukkig een uitzondering op de regel. Wij hebben letterlijk en figuurlijk wat in huis.” Maar om consumenten naar je winkel te blijven trekken, moet je je blijven onderscheiden, zegt Peter. 

Een verscheidenheid aan collecties is belangrijk, net als medewerkers die de juiste service bieden. Eén van de punten waarop Van Tilburg zich onderscheidt is de zestig coupeuses in dienst die ten allen tijde een broek of jas kunnen vermaken. Zonder extra kosten.

In een grote atelier zijn er deze donderdagmiddag tientallen aan het werk. Naaimachines ratelen en via een geavanceerd systeem wordt kleding aan- en afgevoerd. Wie iets laat vermaken, kan hier onder het genot van een drankje opwachten. Is een pantalon klaar dan wordt dat omgeroepen in de winkel.

Achterhalen wat klant wil 

Persoonlijke aandacht is ook waar Van Tilburg op inzet. “Het is aan ons om te achterhalen wat een klant wil.” Verkopers worden daarnaast getraind en elke dag begint met een praatje voor het personeel: hoe staan de zaken ervoor, wat zijn de belangrijkste taken van die dag.

Peter is er van overtuigd dat er plek is voor winkels als de zijne, “al komen de verticalen voorlopig als winnaar uit de strijd want zij eigenen zich een steeds grotere hap van de koek toe”. Toch winnen de ‘local heroes’ het op termijn van deze winkels met service en bediening, is zijn overtuiging.

Goed inkopen is daarnaast ook essentieel. “Je moet je op alle fronten onderscheiden.” Van Tilburg verkoopt onder andere de merken Betty Barclay, Comma’, By Marlene Birger, Esprit, Maison Scotch, G-Star, Hugo Boss maar ook Vero Moda. Hij richt zich zowel op jonge klanten als mensen van 75 jaar, van maat 34 tot grote maten: “Wij willen de hele markt in het midden- en midden hoogsegment bedienen en blijven goed kijken naar de wensen van de consument.”

Korte termijnhandel  

Net als veel andere moderetailers kiest hij steeds vaker voor meerdere leveringen en koopt hij niet alles tegelijkertijd in. “Vroeger moesten consumenten er direct bij zijn als de nieuwe collecties in de winkels hingen, anders was het weg. Nu stellen mensen aankopen uit en wachten ze op de uitverkoop.”

Volgens Peter gaat ook de aandacht van Van Tilburg Mode steeds meer uit naar de korte termijnhandel. “Flexibiliteit is ook zeker weten een thema voor alle leveranciers.” Naast een stevige basiscollectie zorgt het modehuis altijd voor “krenten in de pap”. Peter doelt op “gekke merkjes” en tussencollecties die op een trend inspringen.

Webshop geïntegreerd onderdeel 

Naast de winkel is ook de webshop erg belangrijk, zegt hij. “We zijn er nu 3,5 jaar mee bezig en er zit groei in. Omzetmatig halen we er nu nog niet veel uit maar crosschanel ondernemen is heel belangrijk. Onze webshop zien wij ook niet als losstaande winkel maar als een geïntegreerd onderdeel van Van Tilburg.”

Ondanks de aanhoudende economische crisis en lage consumentenbestedingen kende Van Tilburg mode in 2013 een omzetgroei van 7,5 procent. “Daar zijn we apetrots op. We hebben als bedrijf echt goed aan de weg getimmerd en zijn een begrip in Nederland geworden. Dat moet zo blijven natuurlijk.”

Komend jaar staat alles in het teken van het 130-jarig jubileum én zijn ouders die 65 getrouwd zijn. Voor de klanten komen er speciale aanbiedingen, voor het personeel een groot feest en daarna kan de verbouwing beginnen.

Nederland, familiebedrijvenland

Nederland is al eeuwenlang een land van familiebedrijven. Volgens Nyenrode Business Universiteit is het dé dominante ondernemersvorm in ons land. Ongeveer 260.000 bedrijven mogen zich familiebedrijf noemen. Zij zijn verantwoordelijk voor ruim 49% van de werkgelegenheid en bijna 53% van het Bruto Nationaal Product. Nyenrode hanteert de volgende criteria: 

  •          Het bedrijf moet voor meer dan vijftig procent in handen zijn van één familie.
  •          Het is ook één familie die een beslissende invloed heeft op de bedrijfsstrategie of op opvolgingsbeslissingen
  •          Een meerderheid of ten minste twee leden van de ondernemingsleiding zijn afkomstig uit één familie

Familiebedrijven doen het goed, ook in tijden van crisis. Voor komend jaar verwacht de Vereniging Familiebedrijven Nederland een groei van zeven procent. Voorzitter Albert Jan Thomassen noemt als sterke punten van een familiebedrijf onder meer doorzettingsvermogen en verantwoordelijkheid. Bovendien hebben familiebedrijven geen al te grote financiële risico’s genomen, zegt hij.