TOP

De paskamer: Het belangrijkste hoekje in de winkel *

De paskamer is misschien wel de belangrijkste plek van de winkel want hier wordt besloten of een item wel of niet aangeschaft gaat worden. Maar hoe moet het eruit zien? Moet er een hyper moderne 3D-spiegel in of heeft de consument toch liever een normaal hokje zonder poespas.

Bij webshops zie je het steeds vaker voorbij komen maar technologie in fysieke paskamers wordt nog haast niet gebruikt in Nederland. Zijn we te nuchter hiervoor, te afwachtend of zijn we gewoon erg laat vergeleken met Engeland en Amerika? En hoe moet een paskamer er volgens de consument uit zien? Want tweederde van de klanten die een paskamer gebruikt is geneigd een aankoop te doen.

Wat wil de consument

Het is natuurlijk belangrijk te luisteren naar wat de consument wil. In 2012 werd vanuit kledingwinkel Bazsta in Bunschoten-Spakenburg onderzoek gedaan naar de grootste ergernissen van klanten over de paskamer. Wat bleek:

  • 23% ergert zich aan de slechte spiegels of de afwezigheid van spiegels in het hokje
  • 18% vindt dat er slechte verlichting is in de pashokjes, ze zijn te donker of hebben onflatteus, fel licht (de zogenoemde ‘cellu-lights’)
  • 16% mist comfort door het gebrek aan haakjes, plankjes en stoeltjes
  • 13% voelt gebrek aan privacy door te korte of niet goed sluitende gordijnen of deuren
  • 12% vindt het pashokje te klein
  • 11% vindt het hokje vies
  • 7% vindt het er te koud

“De paskamer is een hele belangrijke plek van de winkel”, vertelt Gerrianne Koelewijn – de nieuwe eigenaar van Bazsta – aan Textilia. “Een groot gedeelte is natuurlijk ook service en professionaliteit maar ik denk wel dat een paskamer daar ook aan meewerkt, dat is ook een stukje service.”

Persoonlijk contact

Maar ook persoonlijk contact met de klant is belangrijk. Veel consumenten pakken namelijk een verkeerde maat en 65 procent van hen vraagt dan een medewerker om hulp. Een klant die zich weer moet aankleden en in de winkel op zoek moet naar een andere maat, neemt in driekwart van de gevallen die moeite niet en verlaat de winkel zonder een aankoop te doen.

Paskamertest

In maart 2015 deed de Telegraaf een paskamertest bij de grootste modeketens van Nederland. Deze blijken erg mee te vallen met hun pashokjes. De ketens kregen twee punten voor cruciale dingen: voor überhaupt een paskamer hebben, een spiegel in de paskamer die een volledig beeld geeft, voldoende licht, een deur of gordijn en minimaal drie haakjes. Bij elke extra voorziening kwam er een halve punt bij (zitje, contact met personeel, extra spiegel, etc.) en bij ieder nadeel ging er een halve punt vanaf (niet hygiënisch, slecht sluitende deur/gordijn, kleding zelf terughangen, etc.) De conclusie:

  • Hunkemöller: 15,5 punten. “Het zijn miniboudoirs waar elke vrouw zich thuis voelt met serviceknop.”
  • MS Mode: 13 punten. “Ze bieden ze genoeg ruimte om kleding , een tas en eventueel een bril of telefoon kwijt te kunnen. En geen minpunten.”
  • Vero Moda: 12,5 punten. “De paskamers zijn wel wat aan de kleine kant. Ook had het gordijn wat langer gemogen voor wat meer privacygevoel. Het grote pasgedeelte, geeft je het idee dat je hier eindeloos je gang kunt gaan.”
  • Miss Etam: 12,5 punten. “Heeft een luxe uitstraling door de donkere kleuren en het zware gordijn. De buitenruimte is netjes. Je kunt jezelf van voor en achter bekijken in twee brede spiegels.”
  • Shoeby: 11,5 punten. “Een hele spiegelwand en een plankje dat ook als bankje kan fungeren, maken het passen comfortabel.”
  • H&M: 11,5 punten. “Bij H&M is het vooral handig dat je aan twee wanden kleding kunt ophangen. Minder is de ietwat ruime opening aan de onderkant en het stof op de grond.”
  • C&A: 10 punten. “De nodige voorzieningen en meerdere extra’s zijn aanwezig, maar echt welkom voel je je niet.”
  • terStal: 9 punten. “In de paskamer van terStal zijn de minimale voorzieningen en wat extra’s aanwezig. Maar door de plaatsing van haakjes en plankjes is er weinig ruimte voor kleding. Ook is het niet ideaal dat mensen om de pashokjes heen kunnen shoppen.”

Voor iedere winkel geldt een andere paskamer

Maar waar moet de paskamer komen, hoe moet het eruit zien en wat moet er allemaal in zitten? “Dat hangt allemaal af van het pand en het soort winkel”, vertelt Marco Drijfhout van interieur- en conceptbedrijf Vorm Martini aan Textilia. “Wat is het totale aantal vierkante meter, hoeveel pasruimtes moeten er komen en waar moeten de hokjes komen als je kijkt naar het assortiment en de doelgroep. Er zijn geen vaste richtlijnen voor een pashokje, maar de grootte houden we meestal wel op de 1 bij 1,20 meter en we zorgen altijd voor licht naar beneden zodat het niet raar reflecteert in de spiegels.”

Technologie in de paskamer?

Gerrianne Koelewijn van Bazsta en Marco Drijfhout van Vorm Martini zien het nog niet gebeuren dat binnenkort alle paskamers vol hangen met technische snufjes. Drijfhout: “Ik denk dat het ook wel iets langer duurt voordat het naar Nederland komt.” “De Nederlandse consument is daar te nuchter voor”, denkt Koelewijn. “Ik ben daarnaast zelf ook van het voelen aan je lijf, het aan hebben. Vooral bij jeans is dat erg belangrijk. Op dit moment vind ik dat technologieën ook nog erg in ontwikkeling zijn en ik denk niet dat het voor een kleinere winkel zoals Bazsta zou werken.”

3D-spiegel

Samantha Ossel, eigenaar van Lincherie in Maastricht en Sittard, denkt daar anders over. “De paskamer is het kloppend hart van de winkel en het is dan ook belangrijk dat je het goed aankleedt.” Daarom heeft zij voor het comfort van de klant een 3D-spiegel geïnstalleerd in één van haar paskamers in haar winkel in Maastricht. Hier kan je voor gaan staan en wordt je maat gemeten. “Het is een entertainmentfactor en het zorgt ook voor meer privacy, niet iedereen durft naakt voor een styliste te staan maar wel voor een 3D-spiegel.”

“Onze medewerkers zijn allemaal uitvoerig opgeleid tot lingerie stylisten. Dat maakt de toegevoegde waarde van de spiegel af, de spiegel meet de maat en de styliste maakt het plaatje compleet door de perfect fit voor de klant te vinden. Techniek zonder vakkennis en service is niks waard, de stylistes kunnen niet vervangen worden.”

Digitaal tijdperk

Ossel vindt dat het niet uit maakt hoe groot of klein je bedrijf is, je moet meegaan met de tijd. “We zitten in een digitaal tijdperk en daar kan je niet omheen. Het digitale tijdperk staat nu nog redelijk in de kinderschoenen dus daar kan je nu maar beter meteen op participeren want zodra we er middenin zitten, moet je heel hard rennen om het bij te kunnen benen.”

Als klanten met een technisch snufje kunnen kopen wat ze willen en het ze ook nog makkelijker gemaakt wordt, kan het geen probleem zijn voor de winkel. Vooral aangezien het in fysieke winkels steeds meer draait om beleving en entertainment. Het winkelconcept Every.day.counts van Esprit bewijst ook dat techniek in een fysieke winkel goed aanslaat. Maar laat het wel iets zijn dat al goed getest is voordat je een verkeerde aankoop doet.