TOP

Close-up: ‘In mannemode voel ik meer vrijheid’ [interview]

In de rubriek Close-up zitten we op de huid van een modeprofessional. Dit keer: Martien Mellema, creative director bij Vogue en Vogue Man.

Wanneer is bij jou de liefde voor mode ontstaan?

“De moeder van een vriendinnetje op de basisschool werkte bij kinderkledingmerk Barbara Farber. Dat was enorm hip en ik keek met veel bewondering naar deze vrouw. Toen zij mij bijvoorbeeld vertelde dat schoenenontwerper Jan Janssen een klomp had waarvan je zelf de kleuren kon samenstellen, ben ik die direct met mijn moeder gaan halen. ”

Hoe ben je in de mode terechtgekomen?

“Na mijn eindexamen had ik me voor vier creatieve opleidingen ingeschreven, maar ik werd overal uitgeloot. Als alternatief koos ik voor textiel en handvaardigheid aan d’Witte Lelie, de huidige Academie voor Beeldende Vorming in Amsterdam. Daarna heb ik me op de mode-academie Charles Montaigne gericht op mannen- en kindermode, want dat vond ik het meest uitdagend om te ontwerpen. Maar ik merkte al snel dat ik eigenlijk meer stylist was dan ontwerper en tijdschriften erg interessant vond. Daarom ben ik beide interesses gaan combineren.”

Wat vind je van het huidige modebeeld?

“Je ziet nu dat jongeren weer veel naar vintagewinkels gaan, terwijl de generatie daarvoor dat maar vies vond. Ook zie je dat ze online steeds meer zoeken naar bijzondere stuks. Alles is er, maar hoe onderscheid je jezelf? Bij mijn kinderen van 15 en 17 jaar zie ik dat er minder dan vroeger wordt geoordeeld als je anders bent. Dat vind ik wel mooi om te zien.”

En specifiek binnen de mannenmode?

“Bij mannenmode zie je duidelijk een positieve ontwikkeling in Nederland. Vroeger was het not done om veel met je uiterlijk bezig te zijn, nu is dat wel geaccepteerd. De invloed van buitenlandse culturen, waar het wel oké is dat mannen aandacht besteden aan hun uiterlijk, speelt daarbij volgens mij een belangrijke rol. De multiculturele mix in Amsterdam, waar ik woon en werk, vind ik erg inspirerend.”

Waarom wilde je graag een Vogue Man maken?

“Op het gebied van design gebeurt op dit moment het meest in de mannenmode. Qua styling voel ik in mannenmode ook meer vrijheid om dingen te laten zien dan in vrouwenmode. Mannenmode is minder aan trends gebonden. Bij Elle, waar ik ooit werkte, wilde ik al een mannenmodeblad maken en later bij Glamour ook. Door het straatbeeld en de huidige ontwikkelingen in de mannenmode is de tijd nu rijp voor een Vogue Man.”

Favoriete look voor mannen?

“Dat hangt van het type man af. Iedereen is anders en juist een eigen stijl maakt iemand bijzonder. Ik kan ook geen mensen aankleden, alleen modellen.  Een model transformeert zoals ik het in mijn hoofd heb. Als ik een persoon aankleed, heb ik al snel het gevoel afbreuk te doen aan iemands persoonlijkheid. Ik vind het mooi als iemand de liefde voor zijn outfit overbrengt. Dat kan net zo goed een jonge stylist als Mo Anwar zijn als Elseviers fashion director John de Greef.”

Ga je naar beurzen?

“Als het even kan wel. Beurzen blijven een goede plek om merken te ontdekken en met vakgenoten te praten. Zelf vond ik de nieuwe mannenmodebeurs The Low Show (februari 2015 in Amsterdam, red.) ontzettend leuk. Daar heb ik uitgebreid met mensen gesproken en mooie dingen gezien. Dat had ik niet geweten als ik achter mijn bureau was blijven zitten. Volgens mij is het ook goed om als winkelier je medewerkers mee te nemen. Zo betrek je ze bij je zaak en zijn ze beter op de hoogte van de ontwikkelingen.”

Hoe ontspan je?

“Door te boksen en te fietsen. Op de fiets krijg ik inspiratie, tijdens het boksen kom ik tot rust. Dat doe ik twee keer per week met een vriendin bij een boksschool. Het mooie vind ik dat het niet alleen een goede work-out is, maar er ook allerlei mensen op afkomen. In de modewereld leef je toch in een bubbel, hier vind ik een dwarsdoorsnede van de samenleving.”

Meest dierbare bezit?

“Ik hecht niet zoveel waarde aan materiële zaken. Dat klinkt misschien gek voor een stylist, maar die mentaliteit van dingen bezitten en consumeren, daar heb ik niet zoveel mee. Bij mij thuis zul je ook geen uitpuilende kasten aantreffen. Ik heb een paar designerstuks die ik echt mooi vind en die ook tijdloos blijven, maar dat is het. Herinneringen vind ik veel dierbaarder.”


Dit artikel verscheen eerder in de mannenmodeditie van Textilia Magazine. Speciaal voor abonnees kun je hier extra beeld bij deze inkooptip vinden. Wil je ook als eerste deze artikelen lezen, maar heb je alleen een online abonnement? Breid dan je abonnement uit met de print-editie! Kijk hier voor de mogelijkheden.