TOP

C&A: “Alleen als we in Bangladesh blijven, kunnen we de situatie verbeteren” [Interview] *

Na de ramp in de textielfabrieken in Bangladesh, heeft C&A een leidende rol op zich genomen om duurzaamheid in de industrie gemeengoed te maken. Textilia sprak met Ingrid Zeegers, hoofd sustainable business development bij C&A Europe, over biologische katoenzaden, verantwoordelijkheid en arbeidsomstandigheden.

Op tafel in het hoofdkantoor van C&A in het World Fashion Centre in Amsterdam ligt het Corporate Responsibility Report 2014 vol indrukwekkende cijfers en ambities en investeringen voor de toekomst. De titel: ‘Everyday, everywhere, everyone’. Twee jaar geleden publiceerde het kledingconcern ook een duurzaamheidrapport onder de naam ‘We Care’. Zeegers: “Dat bleek dus niet genoeg. Dat heeft de brand in de fabrieken in Bangladesh wel laten zien. We moeten nú de structurele misstanden aanpakken.”

In 2012 en 2013 voltrokken zich twee rampen in kledingfabrieken in Bangladesh. De eerste was bij Tazreen Fashion, dat ook textiel verkocht aan C&A. Een brand in de fabriek kostte het leven aan zeker 112 mensen. Vorig jaar stortte Rana Plaza in met 1100 dode arbeiders als gevolg. Alle blikken richtte zich op de textielindustrie. Duurzame mode stond ineens bovenaan de agenda.

Misstanden

Op de vraag of C&A misstanden voor de ramp al in het vizier had, antwoordt ze: “Wij zijn een familiebedrijf waarbij zorg dragen voor de volgende generaties intrinsiek aanwezig is en duurzaamheid is daar aan verwant.” Maar, zegt ze, C&A kan het niet alleen. “Daarvoor is samenwerking met ngo’s (niet-gouvernementele organisatie), de juiste partners en overheden van groot belang. En dat kost tijd.”

Toch werd het confectiewarenhuis vorige maand genoemd als één van de bedrijven die samenwerkt met een Indiase spinnerij waar door de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) en de Landelijke India Werkgroep (ICN) misstanden zijn geconstateerd. Somo spreekt over dwangarbeid, werken onder gevaarlijke en zware omstandigheden en meisjes jonger dan 15 jaar die onder valse voorwendselen uit hun dorpen worden gehaald en eindigen in slecht geventileerde en stoffige ruimtes waren ze lange dagen maken.

Zeegers: “Het zogeheten Sumangali-systeem waar in het rapport aan gerefereerd wordt, is voor ons absoluut onacceptabel. Wij nemen dit onderwerp zeer serieus, weten dat het een diep geworteld probleem is en zijn vastbesloten om ons in te zetten om dit systeem uit te bannen. Wij zijn laatst nog daar in India geweest maar trekken niet altijd dezelfde conclusies als Somo. Wij zien dat het een diepgeworteld probleem is en wij handelen actief als we misstanden aantreffen.” C&A gaat de conclusies dus onderzoeken.

Zero tolerance

In 2011 is de C&A Foundation met Terre des Hommes gestart met een programma ten aanzien van het Sumangali-systeem. Sindsdien zijn er al duizenden vrouwelijke werknemers in staat geweest het systeem te verlaten. C&A hanteert dan ook een ‘zero tolerance’ beleid. “In onze ‘code of conduct’ staat ook dat wij onder geen enkele omstandigheid deze vorm van gedwongen arbeid tolereren. Bij al onze leveranciers voeren wij strenge controles uit”, aldus Zeegers. “Wij nemen onze verantwoordelijkheid hierin. Het moet echter branchebreed gedragen worden en in de landen zelf moeten fabrieken ook door hun eigen regering op hun gedrag worden aangesproken.”

De afgelopen jaren heeft C&A haar ‘global strategy’ gewijzigd en herverdeeld over de pijlers: sustainable lives, sustainable products en sustainable supply chain. Zeegers: “Naast  Bangladesh, gaat duurzaamheid over een integrale aanpak voor de mensen, het milieu en de activiteiten voor de productielanden.” Want het bedrijf wil oprecht goed doen, vertelt ze. De broers Clemens en August Brenninkmeijer, die C&A oprichtten in 1841, hadden vanaf het begin al een potje waar geld in ging om te doneren aan de lokale gemeenschap. Vanuit dit filantropische gedachtegoed is de C&A Foundation voortgekomen die veel verschillende projecten ondersteunt over de hele wereld om te komen tot een duurzame en eerlijke textielindustrie en hebben onder andere negenduizend meisje in India een beter leven gekregen.

C&A is zo’n groot bedrijf. Kun je alles wel controleren?

“Wij hebben geen eigen fabrieken en kopen in bij fabrieken die onze ‘code of conduct’ moeten naleven en daar controleren we op. We hebben mensen die ter plekke bekijken hoe productieprocessen zijn georganiseerd. Wij komen langs bij dye-houses, waar stoffen worden geverfd, maar de textielindustrie is wel een industrie die nog volwassen moet worden in dit opzicht.”

Hoe handelen jullie dan bij misstanden?

 “Samen met de leverancier stellen wij verbeterplannen op om de situatie te verbeteren. Als wij denken dat er iets niet in orde is, bekijken we of verbetering mogelijk is. Zo niet dan stoppen we met produceren daar. Voor kinderarbeid geldt ‘zero tolerance’, net als voor essentiele aspecten van (brand)veiligheid.”

Wat kun je nog meer doen dan controles houden en afspraken maken met lokale en centrale overheden?

“In Bangladesh hebben we, na die tragische brand, met alle stakeholders gezeten om te kijken hoe we die veiligheid op een hoger niveau kunnen tillen. We hebben binnen ons bedrijf een medewerker die dialogen opzet tussen de partijen en is betrokken bij betere wet- en regelgeving.”


Het klinkt als veel moeite om eerlijk te kunnen produceren? Kost dit C&A niet veel omzet?

“Dat is een keuze die wij als bedrijf maken. Ik werk nu twee jaar bij C&A en ben getroffen door de oprechtheid om de wereld beter achter te laten dan we aantreffen. Het is zoekproces en geen makkelijk onderwerp. Ons voordeel is dat we schaalgrootte kunnen inzetten.”

Consumenten zullen C&A misschien niet direct associëren met een duurzaam bedrijf dat zich zo actief inzet. Hoe kan dat?

“We willen dat absoluut actiever bekend gaan maken. Misschien is het ook wel een kenmerk van een familiebedrijf dat je hier niet zo snel aandacht voor zoekt, maar we zullen de komende jaren zeker opener en actiever communiceren.” 

En hoe gaat de klant dat merken?

 “C&A is nu al één van de wereldwijde koplopers (afwisselend staan H&M en C&A op de plek van grootste biokatoengebruikers, red) als het om het gebruik van biokatoen gaat. Onze biokatoencollectie hangt tussen de gewone collectie in en hebben we bewust op hetzelfde prijsniveau gehouden als andere kledingstukken zodat ze  beschikbaar zijn voor iedereen. Het plan is wel om ook in de winkels nog meer te laten zien dat we biokatoen verkopen.”

Gaat het doel, een volledig duurzame katoencollectie in 2020, gehaald worden?

 “Tegen die tijd het grootste deel organic cotton zijn en de rest duurzaam. Dit heeft te maken met een daling van de biokatoenprijzen waarover C&A dit jaar dan ook een zogeheten ‘call for action’ heeft uitgedaan via de media. Vanwege het gebrek aan kennis over biologische katoenteelt, de dure zaden en het ontbreken van samenwerking tussen gemeenschappen daalt de productie. Het is lastig om een boer in een transitietraject te brengen en zo’n programma duurt minimaal drie jaar. Daarom werken we ook samen met het CottonConnect en Textile Exchange, biokatoenorganisaties, en ondersteunt de C&A Foundation een aantal initiatieven om de biologische landbouw te bevorderen en de levensomstandigheden van de boeren te verbeteren.”

Ook voor biokatoen zijn liters en liters water nodig. Kijken jullie ook naar stoffen ter vervanging van katoen?

“De waterverspilling is aanzienlijk minder hoor. En we werken hiervoor samen met het Water Footprint Network. Daarnaast gaat duurzaamheid ook over naar het systeem kijken. Bamboe wordt vaak als alternatief genoemd, maar er zijn veel stappen en chemicaliën nodig om hieruit vezels te ontsluiten. We kijken wel naar andere soorten katoen, zoals kapok.

Duurzaam ondernemen klinkt als een intensief proces en veel moeite om de juiste producten te krijgen. Waarom niet dichter bij huis produceren?

“Daar helpen we mensen daar niet mee. Een onderdeel van het Bangladesh-akkoord is juist dat we daar blijven. De textielindustrie geeft mensen daar een inkomen. Alleen als we blijven, kunnen we de situatie daar verbeteren. Dichter bij huis produceren is een trend, maar we leven in een globale economie en proberen daarom om per regio alles goed te organiseren.”

Hoe staat het met de ecologische footprint van C&A?

“Dat is net zo belangrijk. Daarom hebben wij een ‘chemical commitment’ en we kijken naar ons waterverbruik. Zo hebben we in Bangladesh een groot clean technology programma voor beter water-, emissie- en energieverbuik. In China werken we samen met het Better Mill Initiative dat het waterverbruik in textielfabrieken moet verbeteren. Water is daar door alle industrieën soms zo vervuild dat we het moeten reinigen om überhaupt te kunnen gebruiken.”

 Waar zal de prioriteit van C&A de komende jaren liggen als het om duurzaamheid gaat?

“Onze prioriteiten zijn biokatoen, nullozing van gevaarlijke chemicaliën en het verbeteren van de condities, productiviteit en kwaliteit van leven voor de arbeiders in de textielindustrie.”