De uitverkoopwet in België, waarin is vastgelegd dat slechts twee maanden per jaar (januari en juni) ondernemers hun goederen voor uitverkoopprijzen mogen verkopen, is volgens Luc van Mol, oprichter van ZEB, discriminerend en in strijd met de Europese wetgeving. Opnieuw overtreedt de directeur de regels en hangen de artikelen van de kledingketen nu al voor dumpprijzen in de winkel. Dit meldt de Financiële Telegraaf.

“Niet oneerlijk”
“Als het in november niet koud is, worden er niet veel truien verkocht”, vertelt Luc van Mol, oprichter van ZEB tegen de Telegraaf. “Om te voorkomen dat ik met die truien blijf zitten, wil ik graag wat van de prijs afdoen. Ik zie niet wat er oneerlijk is aan het verlenen van kortingen op het moment dat dat commercieel zinvol is.”

Dwangsom
De rechtbank in Kortdijk vindt de eigen regels van Van Mol echter niks. De koopjeswet is opgesteld om de kleine ondernemer te beschermen tegen een wildgroei aan kortingsdagen van grote ketens. De rechtbank verbood ZEB dan ook door te gaan met de uitverkoop door een dwangsom van 10 duizend euro per overtreding op te leggen. ZEB gaat echter door met het afprijzen van goederen.

Rechtbank
Het is niet de eerste keer dat de Belgische modeketen de wet negeert. Vorig jaar deed oprichter Van Mol precies hetzelfde en schoof de rechtbank in Dendermonde de zaak door naar het Europees Hof van Justitie. Over de kwestie is nog steeds geen uitspraak gedaan. Door de rechtbank in Brussel werd ZEB eerder al in het gelijk gesteld. Ook de Europese Commissie heeft gemeld dat de sperperiode in België, een periode van ongeveer drie weken voor de uitverkoop waarin geen reclame gemaakt mag worden voor prijsverlaging, in strijd is met de Europese regels. Opnieuw weet Van Mol de Belgische koopjeswet aan het wankelen te brengen.