TOP

Moderetailers met TOGS-regeling niet uit de zorgen: ‘Deze situatie moet niet te lang duren’

Modewinkeliers konden afgelopen weekend opgelucht ademhalen toen Economische Zaken alsnog hun sector toevoegde aan de TOGS-regeling van €4.000. Geeft dit voldoende lucht in deze tijd waarin er nauwelijks een stuiver wordt verdiend? Textilia peilde de meningen van ondernemers. “Het is in ieder geval iets.”

Vrijdag 27 maart publiceerde de overheid de lijst met sectoren die aanspraak maken op de TOGS-regeling (tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren, red.). Deze regeling voorziet in een eenmalige uitkering van €4.000 voor ondernemingen in sectoren waarvan de overheid vindt dat deze het meest zijn geraakt door de kabinetsmaatregelen rond het coronavirus (COVID-19), zoals noodgedwongen sluiting, de inperking van bijeenkomsten of het negatieve reisadvies buitenland.

Klap in het gezicht

Dat de modesector daar aanvankelijk niet toe wordt gerekend, voelt als een klap in het gezicht. De omzetten van modewinkeliers hebben een duikvlucht gemaakt sinds de beperkende maatregelen die gelden sinds 15 maart en de kans dat ze dat goed kunnen maken als alles weer ‘normaal’ is, lijkt klein. Mocht de consument weer massaal de winkelstraten in mogen medio mei, zo redeneren veel winkeliers, dan staat de uitverkoop alweer voor de deur en is er niks verdiend.

Zaterdag 28 maart volgt opluchting als minister Eric Wiebes en staatssecretaris Mona Keijzer (rechts op de foto met links van haar Jan Meerman van Inretail, red.) van Economische Zaken hun besluit herzien ‘op basis van de sinds vrijdag gedane aanvragen voor de TOGS en de recente acute, negatieve ontwikkelingen van winkelomzetten’. Ook kledingwinkels kunnen de eenmalige uitkering van €4.000 aanvragen bij de overheid. Is dit voldoende om bijvoorbeeld de huurbaas en de leveranciers te betalen? En hoe beteugelen ze hun financiën en waar komt nu de omzet vandaan?

Lees ook: Massale steun voor gereguleerde uitverkoop, maar hoe kansrijk is dit?

Vol met nieuwe collectie

Marike Holla van modewinkel Pek en Kleren in Amsterdam is blij dat de regeling werd uitgebreid naar kledingwinkels. “Sinds maart valt het helemaal stil, er komen helemaal geen klanten meer. Normaal gesproken zijn maart, april en mei de beste maanden qua omzet voordat in juni de sale alweer begint. En de winkels staan nu helemaal vol met nieuwe collectie, maar er wordt niks verkocht.” 

“Het is in ieder geval iets, maar het is wel een druppel op een gloeiende plaat”, zegt Peter Foorthuis van Flair Fashion in Klazienaveen. Zijn kosten kunnen er niet volledig mee worden gedekt. “Wij zitten nu op het hoogtepunt van onze zomervoorraad en we betalen alles binnen 8 dagen, omdat we dan de beste deals kunnen maken. Maar wie gaat bij mij de rekening oppakken als ik straks met een incourante voorraad zit? Dat is een hele bittere, want als dit geintje tot 1 juni duurt, dan is dit mega-pijnlijk. Wij bestaan 40 jaar dus we hebben wel vet op de botten, maar het moet niet maanden duren.”

Getroffen door corona

“Het is mooi meegenomen”, beaamt Lorenzo Vollebregt van mannenmodewinkel Rob Vollebregt in Naaldwijk, “maar met dit bedrag ga je je omzetverlies niet compenseren.” De zoon van modewinkeleigenaar Rob Vollebregt heeft nu tijdelijk de leiding over de winkel met zijn moeder, want vader Rob zelf is getroffen door het coronavirus. Hij heeft een week in het ziekenhuis gelegen en is nu op een aparte verdieping in hun huis in quarantaine aan het herstellen. “Om die reden zijn we twee weken dicht geweest. We wilden nier het risico nemen dat onze klanten zouden worden besmet. We willen wel hoofd boven water kunnen houden, maar gezondheid boven alles. Vanaf 7 april gaan we tijdelijk open om toch nog iets van omzet te halen.”

“Iedereen in mode staat met de rug tegen de muur”

Marike Holla, eigenaar Pek en Kleren in Amsterdam

Aanslag op budget

Om de kosten te beteugelen maken winkeliers veelal zelf afspraken met hun leveranciers en verhuurders. Bianca Hausoul van Greylabel in Heerlen heeft daartoe al in een vroeg stadium het initiatief genomen. “Ik ben pas twee jaar open en heb geen buffer opgebouwd. En ik kreeg vorige week en de week ervoor alle voorraad op de stoep. Ik kreeg het idee dat de leveranciers dachten dat ze als ze langer zouden wachten, hun handel niet konden bezorgen.” Dat alles achter elkaar binnenkwam, is een aanslag op haar budget. “Ik heb het gewoon niet en dat weten leveranciers ook. Ze hebben begrip voor mijn situatie en ik heb regelingen kunnen treffen, ook met mijn huurbaas. Hij schort de huur op tot en met juni.”

Marike Holla van Pek en Kleren doet er alles aan om overeind te blijven. “We hebben alle regeling aangeschreven, maar tot nu toe hebben we alleen nog uitstel van betaling gekregen. Iedereen in mode staat met de rug tegen de muur. We krijgen wel uitstel van huur, belasting en de leveranciers schuiven hun factuurdatum soms 30, soms 60 dagen op. Maar de meeste zeggen erbij dat ze de collectie die moet worden geleverd tot 6 april vasthouden, maar dat ze daarna ook de hoogzomercollectie gaan uitleveren. Alsof je nog niet genoeg hebt hangen.” Holla heeft haar leveranciers gevraagd collectie terug te nemen, op twee na hebben leveranciers dat geweigerd. “Dat snap ik ook. Hun liquide middelen zitten in de verstuurde orders en zij hebben er ook niks aan als ze de kleding weer teruggestuurd krijgen.”

Kleding luxeartikel

Een aantal geraadpleegde ondernemers realiseert zich hoe kwetsbaar de modebranche is in deze coronacrisis. “Het is niet alleen dat veel van ons niet open zijn of klanten krijgen, maar ook dat consumenten nu niet aan kleding denken. “Kleding is in dit soort tijden een waardeloos product, het is een echt luxeartikel”, zegt Foorthuis van Flair Fashion. “Nu de sociale contactmomenten zijn weggevallen, merken we dat de behoefte van de consument om trends te spotten en nieuwe kleding te kopen minder is, vooral bij vrouwen. En we merken ook hoe hard we die marge nodig hebben nu.”

Om toch nog omzet te genereren, zijn ondernemers acties gestart. Zo verstuurt Flair Fashion supriseboxen met kleding. “Die brengen mijn vader en ik binnen een straal van tachtig kilometer zelf langs, daarbuiten versturen we ze. Het loopt oké, maar we halen bij lange na de omzetten niet.” Vollebregt biedt net als vele winkeliers, privéshopping aan. “Daarnaast gaan we online en op social media foto’s plaatsen van personeel in verschillende outfits. Dat is een tijdelijke oplossing, we verwachten er niet te veel van, maar elke omzet is meer dan 0.” Greylabel verkoopt cadeaubonnen. “Ik heb mijn klanten gevraagd mij op die manier te steunen. Ik vond dat wel heel gedurfd om het ze zo te vragen, maar ik ben wel blij dat ik het heb gedaan.”

Geen aanspraak op TOGS

Stijn Sloot, mede-eigenaar van Brand-Studio kan als agentuur geen aanspraak maken op de TOGS-regeling. “Dat is zuur, want agentschappen zijn wel afhankelijk van de afname en nabestellingen van winkeliers. Dat staat allemaal stil. Nu de winkelier zijn rekeningen niet betaalt, ontvangen wij geen provisies. Pas als de winkelier heeft betaald, gaat de importeur ons pas betalen.”

Rob Schalker van distributeur Transit Textiles noemt de situatie in de markt ‘heftig’. “We hebben niet alleen te maken met Nederland, maar ook met agenten in Spanje en Frankrijk. Die zitten in zak en as, want daar zijn de winkels al langer dicht en die hebben nog grotere problemen.” Schalker probeert ze met zijn verzekeraar ruimte in de betalingstermijn te geven. “Maar met die verruiming zijn wij niet geholpen, want we krijgen nog steeds geen geld binnen. Ondertussen zijn we al druk bezig met volgende collecties, de orders zijn uitgezet dus daar kunnen we weinig aan veranderen.”

Uitverkoopdiscussie

De verhalen van retailers en agenturen toont aan hoe hard deze coronacrisis inslaat nu de winkel volhangt er nauwelijks een euro wordt verdiend. Dat zorgt er ook voor de uitverkoopdiscussie hevig oplaait. De roep om een eenmalige gereguleerde sale in de Nederlandse mode- en schoenenretail is groot, schreven we eerder deze week. In de praktijk blijkt die vlieger niet voor iedereen op te gaan. Zo kiest Holla ervoor 20 procent korting te geven op de nieuwe collectie, omdat zij het geld nodig heeft. “Ik zie veel berichten langskomen met teksten als ‘No sale, less pain’. Dat klinkt fantastisch, maar we moeten onze rekeningen betalen.”

Ze vervolgt: “Een jaar geleden hebben we een tweede winkel geopend in Amsterdam. 2019 was voor ons een heel moeilijk jaar, ook omdat we in onze eerste winkel een omzetdaling hadden van 20 procent. Dan raak je door je liquide middelen heen.” Haar klanten blijken gevoelig voor kortingen, zegt ze. “Twee weken terug hebben we een paar dagen korting gegeven, een soort noodkreet om klanten te laten zien dat dit niet de normale gang van zaken is. Daarop kregen we veel lieve reacties van vaste klanten, maar de week erna viel de verkoop weer helemaal stil. Acties leveren omzet op, dat voelt wel heel dubbel.” Stijn Sloots wijst op dit punt naar de consument. “Een afprijzing moet eigenlijk geen trigger zijn voor de consument om iets te kopen. Dat vind ik eigenlijk heel erg. Tegelijkertijd denk ik dat als je een goede achterban hebt als winkelier, het niet nodig hoeft te zijn.” 

Schouders eronder

Hoewel de toekomst in deze gezondheidscrisis niet te voorspellen is, kijken de modeondernemers voorzichtig vooruit. De periode die ze op zich af zien komen, ziet er niet hoopvol uit met het dalende consumentenvertrouwen, de voorspelde recessie en het mogelijke banenverlies dat daarmee gepaard gaat. Desalniettemin zetten de winkeliers hun schouders eronder en proberen ze met de overheidssteun de winkelbranche draaiende te houden, zodat de winkelstraten straks weer gezellig vollopen als de coronamaatregelen enigszins versoepelen. Met als ideaal scenario dat de hele modehandel twee maanden opschuift, de verkoop, de sale en de levering van de wintercollecties. Daar duimen we voor.