TOP

Mannenmode op Modefabriek: vooral feestje voor bekende merken

Een nieuw platform introduceren of een klein merk presenteren: het blijft een uitdaging op Modefabriek. Bij de grote merken doen ze juist goede zaken.

Het werd in het najaar van 2014 groots aangekondigd: de nieuwe opzet van het mannenmode-paviljoen op Modefabriek, genaamd Style Matters. Met het nieuwe concept, dat in samenwerking met Code Magazine werd ontwikkeld, zou Modefabriek mannenmode een prominentere rol geven op de beurs.

Niet alleen werd de mannenmodehal getransformeerd, ook zouden breed geörienteerde mannenmodelabels een plek krijgen bij The Frame en Blueprint, waar het normaal gesproken alleen om denim draait. In deze opzet lijkt de beurs aardig geslaagd. Style Matters is een mooi en overzichtelijk platform met een aantal sterke merken, waaronder Brooksfields, Ted Baker Men en Windsor. Daarnaast passen ‘jongere’ mannenmodelabels als Elvine en RVLT prima tussen de denimlabels van The Frame.

Volle agenda

Maar op de maandagochtend lijkt het toch vrij rustig in de mannenmodehal The Square. Terwijl het bij de vrouwenmodelabels in The Paviljon en The Floor soms bijna dringen is bij de stands, is dat bij de mannenmodelabels amper het geval. Bij British Indigo, het merk dat een comeback maakt na een overname door Verweij Fashion, is het wel opvallend druk.

Volgens eigenaar Robert Verweij is er behoorlijk veel animo voor de nieuwe collectie. “Gisteren was het helemaal gekkenhuis. Mensen zijn heel erg blij dat ze British Indigo weer in kunnen kopen. De agenda loopt al aardig vol met afspraken.” Het bewijs wordt geleverd als zakenpartner Jacco de Koeijer niet aanspreekbaar blijkt voor een toelichting, omdat hij te druk is met klanten. Ook bij andere bekende merken als Camel Active, Barbour en Bertoni is een redelijke doorstroom van klanten.

Onbekend maakt onbemind

Kleine, nieuwe mannenmodelabels hebben het lastiger. Dat merkt ook Leo Velimir Brancovich, die jarenlang als designer voor merken als G-Star en Diesel werkte, en nu zijn eigen label Black Rabbit is gestart. “We zijn nog zoekende naar de juiste beurzen voor ons merk en wilden Modefabriek proberen,” legt hij uit. “We staan naast Aeronautica Militaire, waar ze de bekende jassen met bontkragen maken. Daar komen veel klanten op af en dat zou gunstig voor ons kunnen zijn. Maar als ze bij ons merk komen, draaien de meesten zich toch om.”

Volgens de ontwerper heeft dat grotendeels te maken met de onbekendheid van zijn merk. “Mensen komen voor de merken, niet voor de kleding. Onze collectie is heel goed, maar je moet het wel zien. Alleen mensen die openstaan voor nieuwe dingen en echt verstand hebben van materialen en silhouetten zien dat.”

Extra zetje

In het gedeelte van Studio, waar kleinere labels de kans krijgen hun collecties te laten zien, zitten ze met hetzelfde probleem. De pers en bloggers komen wel, maar de winkeliers blijven wat achter. Zonde, want er zitten een paar mooie jonge mannenmodelabels bij, zoals D-Brand, Notch en Zanerobe. In de collecties van deze merken zit ook meer vernieuwing, in de vorm van spannende silhouetten en mooie mixen van materialen.

Het probleem lijkt dus niet dat Modefabriek geen platform biedt voor jonge, nieuwe merken. De retailer heeft misschien alleen nog een zetje nodig om niet alleen voor de bekende merken te kiezen, maar ook eens wat nieuws te proberen. Of is het uiteindelijk de consument die eens iets anders zou moeten willen en de retailer moet vragen om vernieuwing?