De komende twee jaar zet Nederland zich in voor betere arbeidsomstandigheden in de textielsectoren in Bangladesh. PvdA-minister Lilianne Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking maakte dat deze week tijdens een bijeenkomst met vakbond FNV Mondiaal bekend, aldus de Volkskrant. Ze wil nog voor deze zomer een ‘concreet gezamenlijk plan van aanpak’ hebben om de wantoestanden uit te bannen. Voor het plan wordt 9 miljoen euro beschikbaar gesteld. Ploumen wil bekende internationale modemerken vragen om een financiële bijdrage.

Hoeder van het maatschappelijk ondernemen
In april vielen nog ruim 1100 doden bij het instorten van een kledingfabriek net buiten de Bengalese hoofdstad Dhaka, waar onder meer kleding voor Primark, Mango en Benetton werd gemaakt. De minister wil zich nu internationaal inzetten als hoeder van het maatschappelijk ondernemen, door om de tafel te gaan met de Bengalese regering, de Wereldbank, de EU, de internationale arbeidsorganisatie ILO en met textielbedrijven uit diverse EU-landen die actief zijn in Bangladesh.

“Veel kleding in Nederlandse schappen deugt niet”
“Veel kleding in de Nederlandse schappen deugt niet en dit moet veranderen. We mogen niet accepteren dat textielarbeiders enorme veiligheidsrisico’s moeten lopen om voor ons spijkerbroeken en T-shirts te maken”, aldus de minister tegen de Volkskrant. Ze erkent en waardeert dat veel kledingbedrijven als Primark, C&A, Zara en H&M nu een akkoord hebben ondertekend over veilige werkplekken. Toch streeft Ploumen naar meer. “Het gevoel van urgentie is wat mij betreft nog niet groot genoeg en het tempo nog niet hoog genoeg.”