TOP

Van knitwear tot faux leather: Knit-ted kleedt vrouwen van top tot teen. ‘Maar knitwear blijft de basis.’

Vrouwenmodemerk Knit-ted brengt allang niet meer alleen breisels. Zo is het faux leather programma inmiddels ook een vaste waarde. “Maar knitwear blijft de basis. We beginnen elke wintercollectie vanuit de breisels.”

Petra Stapper lanceerde in juni 2010 haar knitwearmerk Knit-ted. In eerste instantie als voorraadmerk, maar na twee jaar ging ze over op voororder. Een goede zet, want toen hielden retailers budget voor het merk vrij. Inmiddels heeft ze bijna negentig klanten met meer dan honderd verkooppunten. “In het begin was het merk nog vrij onbekend en moesten we echt pitchen om klanten binnen te halen. Inmiddels heeft het merk bekendheid en groeien we gestaag. Er vallen weinig klanten af, onze klanten zijn heel trouw. Sommigen zijn vanaf dag één klant. We hebben een goede band met onze klanten en er is veel contact. Zeker in de coronatijd die achter ons ligt was dat heel belangrijk.”

Wat is de kracht van het merk?

“Knit-ted heeft een solide collectie waarin comfort en kwaliteit altijd voorop staan. Vrouwen moeten zich zelfverzekerd voelen als ze Knit-ted dragen. We brengen comfortabele silhouetten en werken met hoogwaardige kwaliteiten die fijn op de huid dragen. We zitten in het middenhoge prijssegment maar we proberen niet over de tweehonderd euro te gaan met de breisels. Zo kunnen we een bredere doelgroep aanspreken. Dat is soms een uitdaging, want we willen geen concessies doen aan de kwaliteit.” 

Het zijn allang niet meer alleen breisels…

“In het begin wilde ik blijven focussen, maar steeds als we uitbreidden met nieuwe productgroepen liep dat goed. Eerst vroegen klanten naar T-shirts en bloesjes voor onder de knitwear. Zo gingen we steeds meer proberen en hebben we de collectie langzaam uitgebreid naar een compleet plaatje. We hebben sinds een jaar of vijf een faux leather programma dat heel goed loopt. Het combineert mooi met de knitwear. Inmiddels kunnen we vrouwen van top tot teen kleden. Maar knitwear heeft nog steeds een speciale positie. We beginnen elke wintercollectie vanuit breisels. Dat blijft de basis. Daar bouwen we de rest omheen.”

Wil je verder groeien in Nederland?

“Ja, er zijn zeker mooie winkels in Nederland waar wij nog niet aanwezig zijn. Tot een jaar geleden deed ik zelf nog een deel van de verkoop. Ik vind verkoop heel leuk en je haalt er input uit voor de volgende collectie. Ik heb heel lang alles zoveel mogelijk zelf gedaan, maar op een bepaald moment werd het merk daarvoor te groot. Toen hebben we het team uitgebreid. Mijn focus is nu het neerzetten van de collectie. We zijn nog steeds met een klein team, met vier vaste krachten en een aantal zzp’ers. Sinds een jaar hebben we iemand voor marketing en online. We hebben sindsdien veel slagen gemaakt met de webshop.”

Wat brengt de webshop jullie?

“De omzet stijgt, maar wholesale is nog steeds het allergrootste deel van de omzet. Het is fijn dat we met de webshop een gezicht kunnen geven aan het merk. We geven online veel informatie over de kwaliteiten in onze collectie, die onze retailers ook kunnen gebruiken in de communicatie naar hun klanten. En de webshop levert informatie op over onze doelgroep. Soms blijkt de consument bijvoorbeeld sneller klaar voor een trend dan de retailer, zoals we zagen bij de oversized truien met wijde mouwen.”

Zou je eigen winkels willen?

“Op korte termijn niet. Ik kreeg ooit de kans om een winkelpand over te nemen, maar ik heb het uiteindelijk niet gedaan. Ik vond het beter om te investeren in een webshop dan in een winkel in Amsterdam. Dat blijft toch lokaal. Online ben je veel zichtbaarder. Shop-in-shops zijn wel een optie. Bij een aantal klanten waar Knit-ted goed verkoopt, zou het interessant kunnen zijn om een brandbeleving neer te zetten. Maar ook dat is iets voor de langere termijn.”

Hoe gaat het in het buitenland?

“Daar zijn we aan het groeien. We hebben agenten in Duitsland, Noorwegen, Ierland en Oostenrijk, waar we net zijn begonnen. We zijn zeker al een jaar of zes op de Duitse markt aanwezig en hebben daar meer dan 200 verkooppunten. We kunnen zeker groeien in het buitenland, maar ik zoek het wel in de markten waarvoor ik denk dat wij het juiste product hebben. Dus niet zozeer de zuidelijke landen, maar wel Zwitserland, Scandinavië en België.”