Jiangsu Lianfa Textile Co Ltd, een textielbedrijf uit China, laat een dure textielfabriek bouwen in Ethiopië. H&M – die er al jaren zelf produceert – gaat Ethiopische textielprofessionals begeleiden, om de textielindustrie in Ethiopië duurzamer en meer verantwoord te maken. Groeit Ethiopië uit tot het nieuwe Bangladesh?

Waarom Ethiopië?

De economie van Ethiopië groeit al jaren met zeven tot acht procent per jaar. De textielindustrie, begonnen in 1939, is één van de grootste industrieën van Ethiopië. Het heeft de export van Ethiopië al flink laten groeien. In 2016 wil de regering totaal één miljoen dollar aan kleding exporteren. 

Jiangsu keek eerder naar landen als Kenia, Oeganda en Tanzania, maar koos uiteindelijk voor een fabriek in ‘de Hoorn van Afrika’. Met name de goedkope elektriciteit, het gunstige belastingstelsel, de goedkope arbeidskrachten en de bereikbaarheid van het land, trokken het Chinese bedrijf over de streep. Ethiopië zou zelfs goedkoper zijn dan landen als China en Bangladesh. Jiangsu-directeur Kong Xiangiun bracht al een bezoekje aan Ethiopië en maakte kennis met de lokale overheid. Die juicht de investeringen alleen maar toe.

Momenteel houdt het bedrijf zich in thuisland China bezig met spinnen, verven, weven, bedrukken  en afwerken van textiel. Vervolgens exporteert Jiangsu textiel, mannenmode en vrouwenmode naar Noord-Amerika, Europa, Zuidoost-Azië, Zuid-Amerika en China.

H&M

Ook H&M heeft plannen met Ethiopië. Het Zweedse bedrijf wil er – samen met financieringsinstelling Swedfund – een verantwoorde textielindustrie gaan ontwikkelen door lokale textiel-professionals te begeleiden. H&M wil een duurzame(re) productie en betere lonen in Ethiopië. “We hebben jarenlang in de bestaande productielanden gewerkt om daar de arbeidsomstandigheden en het milieu te verbeteren. Die ervaring willen we nu gaan inzetten in Ethiopië”, zei  CEO Karl-Johan Persson tegen FashionMag.com.

H&M werkt al een tijdje aan een ‘groener’ imago. De doelstelling om in 2020 alleen nog biologisch katoen te gebruiken, en de inspanningen voor het verhogen van het minimumloon van textielarbeiders, hebben daar echter nog niet geheel voor kunnen zorgen. Volgens de Schone Kleren Campagne wordt er door H&M wel gewerkt aan een leefbaar loon, maar is het niet echt overtuigend. H&M tekende het Bangladesh-akkoord na het instorten van de fabriek Rana Plaza.

Het Zweedse bedrijf laat al jaren eigen kleding ontwikkelen in Ethiopië. Ook Primark produceert in het Oost-Afrikaanse land. Dat Ethiopië het nieuwe Bangladesh wordt, is niet wenselijk. Althans, niet als dat betekent dat ook in de Afrikaanse textielindustrie doden gaan vallen. Gelukkig zijn grote spelers als H&M en Primark maar wat bang hun reputatie nog eens te schaden. Of Ethiopië zal uitgroeien tot hét nieuwe textielland moet nog blijken. Voorlopig is de Hoorn van Afrika – ook qua textielindstrie – slechts een puntje op de kaart.

Lees ook: Suitsupply opent eerste winkel in Afrika