Hoofdbeeld: Michiel Rotgans

Na groot succes in andere steden in Europa, was nu Amsterdam aan de beurt. In de bruisende Pijp, tegenover het Sarphatipark, opende de pop-up van Patagonia voor één dag haar deuren. De ruimte was gevuld met kleding voor de mode- én milieubewuste outdoor kleding-liefhebber. 

De collectie, tentoongesteld aan meerdere rekken en op tafels, ademde avontuur en respect voor de natuur. Van strakke outdoor jassen tot wollige fleecevesten die je het liefst meteen aantrekt. Ook verkochten ze praktische rugzakken met zeeën van ruimte en trendy fannypacks, bedrukt met het welbekende logo. Aardse tinten overheersten de selectie, met nuances van bruin, beige, groen en donkerblauw, soms gecombineerd met felgeel of helder rood. 

Terwijl nieuwsgierige handen de stoffen verkenden, werden hier en daar drankjes – organic uiteraard – en snacks uitgedeeld. De prijzen liepen uiteen, van 50 euro voor een fleecevest, tot 75 euro voor een gevoerde jas. Allemaal tweedehands en – wanneer nodig was – perfect gerepareerd door het United Repair Centre. Met slogans als ‘if it’s broke, fix it!’ en ‘repair is the new cool‘ op de muren en reusable tasjes, is duidelijk dat de nadruk ligt op de kracht van reparatie en het belang van duurzaamheid.

“If it’s broke, fix it!”

Patagonia’s pop-up was meer dan alleen een winkel vol tweedehands parels, klaar voor tweede ronde; het was een uitnodiging tot verandering. Het merk heeft opnieuw bewezen dat mode niet alleen ‘mooi’ kan zijn, maar ook een bron van inspiratie voor positieve verandering.

In gesprek met marketing manager Jelle Mul 

Wat was de inspiratie achter het opzetten van deze pop-up store met preloved items?

“Daarvoor moeten we een stukje terug in de tijd, omdat het teruggaat naar waar wij voor staan als merk. Patagonia is opgericht in de jaren 70 en begon onder de naam Chouinard Equipment met de productie van pitons om je mee te kunnen zekeren tijdens het klimmen. De kwaliteit van zo’n piton draait om leven en dood. Die filosofie – je moet hoge kwaliteit leveren, want er kan een leven van af hangen – werd meegenomen in het maken van kleding. In de jaren ’90 – het bedrijf was onderhand flink gegroeid – opende Patagonia een winkel in Boston, waar al het personeel ziek werd in de eerste week van de opening. Wat bleek, de luchtafzuiging trok de lucht uit de kelder de winkel in. De pesticide, gebruikt in het katoen, zorgde ervoor dat iedereen ziek werd. De oprichter besloot op dat moment: ‘Wij gaan 100% biologisch katoen gebruiken.’ Binnen iets langer dan anderhalf jaar werd alle katoen biologisch, en dit is nooit meer gewijzigd.

Een laatste punt: 1% van onze omzet gaat naar behoud en herstel van onze planeet: ‘1% for the planet.’ De kleding die in de pop-up hangt, is zo verantwoordelijk mogelijk gemaakt. Wij zijn geen duurzaam bedrijf, maar een verantwoordelijk bedrijf. Het maken van een product heeft impact op het milieu – daar moeten we niet omheen draaien – maar als je een product slechts 9 maanden langer gebruikt, heeft dit 20 tot 30% minder impact op het milieu.”

Is het een ambitie om vaker gedragen kleding te verkopen, of blijft het voorlopig bij deze ene pop-up?

“Dit is absoluut een ambitie, maar op dit moment nog niet haalbaar. In Nederland – en Europa – zijn we nog niet zo groot als in Amerika. Daar is resell binnen mum van tijd uitverkocht. De hoeveelheid tweedehands die wij in Nederland binnen krijgen is nog niet groot genoeg om dit vast te kunnen aanbieden. In onze winkel in Berlijn bieden we dit bijvoorbeeld al wel. Met deze pop-up hopen we ook een stukje educatie te bieden. De textielindustrie, zoals het nu opereert, kan gewoon niet. Producten die er al zijn moeten een tweede leven krijgen. k heb zelf ook een jas die vol met patches zit en meerdere keren is gerepareerd, maar er zit een verhaal achter. We proberen mensen dan ook mee te geven: een product heeft een verhaal en is veel meer dan een gebruiksvoorwerp.”

“Producten die er al zijn, moeten een tweede leven krijgen”

Binnenkort opent er een fysieke winkel in Amsterdam. Waarom nu?

“De winkel is niet alleen een plek waar kleding wordt verkocht, maar het moet een hub voor de community worden. Hier worden evenementen georganiseerd, er komt een library, een reparatie gedeelte en onze NGO’s zijn welkom om samen te komen. Patagonia biedt namelijk levenslange garantie op de kleding die we verkopen. Het leuke is, wij werken niet vanaf een excelsheet. Tuurlijk hebben we KPI’s en moeten we doelen halen, maar onze ‘purpose’ staat voorop. Het is een investering, maar voor ons is dit een logische keuze en hebben we zo’n plek nodig.”

Hoe proberen jullie (naast de pop-up) op dit moment de ecologische voetafdruk te beperken? 

“Op veel verschillende manieren, maar je kunt onze acties opsplitsen in twee delen. Aan de ene kant ligt de focus op verantwoordelijkheid. Meer dan 80% van wat we verkopen is gemaakt van gerecycled materiaal, een groot deel is fairtrade.Zo zijn onze wetsuits fairtrade certified en gemaakt van natuurlijk rubber in plaats van neopreen op basis van petroleum. Aan de andere kant is Patagonia een activistisch bedrijf. We gebruiken de stem van het bedrijf om ervoor te zorgen dat er dingen veranderen in de wereld. Met alles wat we doen, hopen we andere bedrijven te inspireren en hen hierin mee te nemen.”

Jullie zijn al lang een begrip binnen de outdoor kleding en hebben een groot klantenbestand. Voor startende merken, wat is je ultieme tip om klanten aan je te binden? 

“Wij doen dingen, en dan vertellen we dingen. Dat is ook iets wat ik anderen wil meegeven: zorg eerst dat je het regelt, en vertel er daarna pas over. Een authentiek verhaal is ook belangrijk, dat zorgt er ook voor dat mensen zich nauw betrokken voelen bij je merk. Marketing wordt vaak gezien als een soort sausje dat ergens overheen wordt gegooid, maar dat is bij Patagonia niet het geval: we maken gewoon kwalitatief hoogwaardige producten. Oh, en een laatste tip: geloof in wat je doet.”