De consument ziet de webwinkel en de stenen winkel als twee gescheiden kanalen. Producten die op internet goedkoper zijn, koopt hij liever online, maar ook diensten als tickets en reizen doen het goed op het web. Het web is verder handig om je te oriënteren, vindt de consument. De feitelijke aankoop gebeurt nog steeds meestal in een fysieke winkel, vooral als de klant een product eerst wil zien of voelen. Het onderzoek bracht van circa 30 productgroepen in kaart waar de consument bij welke kanalen (winkel, internet, print, telefoon) zich orienteert en overgaat tot aanschaf.

Winkel heeft meer overtuigingskracht

De stenen winkel spoort nog altijd meer aan tot aankoop. Driekwart van de consumenten die zich in de winkel had georiënteerd, ging over tot aankoop van het artikel in die winkel. Dit terwijl 60 procent van de mensen die op internet gingen kijken het artikel vervolgens op internet aanschaften.

Dit betekent niet dat de winkelier achterover mag gaan leunen, volgens HBD-voorzitter Geert Vermeer. “Iedere ondernemer in de detailhandel zou actief moeten zijn op internet. Dat hoeft dan niet altijd met een webwinkel, een website kun je ook als visitekaartje zien om bezoek naar de winkel te trekken.”

Internet is informatiebron

Internet is vooralsnog de belangrijkste informatiebron. Bij ruim veertig procent van de onderzochte aankopen heeft de consument zich eerst georiënteerd op internet. Ook van de niet-online kopers gebruikt bijna een derde regelmatig tot vaak het internet als informatiebron.

Wijnand Jongen, directeur Thuiswinkel.org verwacht wel dat het aantal aankopen via internet zal toenemen: “Consumenten die zich online oriënteren laten dit nu al regelmatig volgen door een online aankoop. Ook van consumenten die zich zowel online als in de winkel oriënteren verwacht ik dat zij steeds vaker toch online hun aankoop zullen doen.”

Lees hier het hele rapport (pdf alert)