Was het altijd al een jeugddroom om een eigen modemerk op te zetten?

“Niet echt. Dat wil zeggen: het leek me altijd wel leuk om voor mezelf te beginnen, maar niet per se in de mode. Het lag natuurlijk wel voor de hand, omdat mijn ouders twee damesmodemerken (The Barn en Nogu, red.) hebben en ik als kind veel meekreeg van de mode-industrie. Maar het hadden ook meubels kunnen zijn, dat vind ik namelijk ook heel erg leuk. Net als mijn vader trouwens, samen hebben we de meubels voor de pop-up store in de Amsterdamse pop-up store Hutspot gemaakt.”

Wanneer is het idee voor No Guts, No Glory dan ontstaan?

“Ik heb verschillende economische studies in Amsterdam gevolgd, maar vond studeren eigenlijk niet zo boeiend. Ik ben meer iemand van de praktijk. Met mijn broers had ik het er al vaker over gehad dat het jammer was dat onze ouders alleen  damesmodemerken deden. Toen dacht ik: waarom begin ik dan niet zelf een mannenmodelabel? Ik ben begin 2014 met mijn studie gestopt om me hier vervolgens volledig op te kunnen richten. In september 2014 werden de eerste items uitgeleverd.”

Waar komt de naam van het merk vandaan?

“De naam komt van het merk van mijn ouders, Nogu, wat een afkorting is van No Guts No Glory. Ik vond het wel leuk om die naam voluit te schrijven, ook omdat het goed aansluit bij het verhaal achter het merk. Ik ben immers gestopt met studeren om een kledingmerk te beginnen. Daarnaast vergt het opzetten van een nieuw merk in deze tijd,  met veel andere aanbieders,  ook  lef. Verder vind ik het een leuke en krachtige naam die veel mannen aanspreekt en die marketing technisch veel mogelijkheden biedt.”

Hoe onderscheidt het merk zich dan van concurrenten?

“Ik wilde graag een mix van klassiek en een beetje hip. Items die passen in elke mannengarderobe met een eigen, smaakvolle en stijlvolle twist, maar zonder de kortlopende trend- en seizoensgerichte poespas. Zelf  ben ik ook niet enorm op trends. Daarnaast leek het mij slim om praktisch te denken: wat verkoopt? De collectie bestaat op dit moment uit drie modellen truien en twee overhemden in 20 kleuren. Kwaliteit staat voorop, we gebruiken alleen mooie materialen als lamswol en merinowol.”

Op welke doelgroep richt je je?

“Vooral studenten en mannen die net zijn begonnen met werken. Door het relatief lage prijsniveau van 55 euro voor een overhemd en 50 tot 60 euro voor een trui, is dit de doelgroep die we aanspreken. Zodra mannen wat meer gaan verdienen, willen ze ook graag meer betalen voor hun kleding. Zij kunnen vaak ook niet geloven dat we zulke goede kwaliteit kunnen bieden voor deze prijs.”

Welke rol spelen je ouders bij het opzetten van het merk?

“Ze zijn er heel direct bij betrokken, ik doe eigenlijk alles in overleg met hen. Zij hebben de connecties en de kennis, dus het is prettig dat ik daar gebruik van kan maken. Zo laat ik de truien uit mijn collectie bij dezelfde fabrikant in Hong Kong maken als zij. De overhemden worden in Istanbul geproduceerd. Dankzij de goede connecties en het feit dat we alles zelf doen, kunnen we de marges en prijzen zo laag houden.”

Waar wordt No Guts, No Glory verkocht?

“Ik lig momenteel in Hutspot in Amsterdam en in Deventer met pop-ups, maar ben continu bezig met andere pop-ups of het bedenken van nieuwe concepten. Zo help ik mijn ouders ook met het opzetten van een grote conceptstore in Deventer die in het voorjaar open gaat en komt het merk daar te liggen. Ook ben ik altijd geïnteresseerd om met detaillisten of andere ondernemers te praten over mogelijke formules (shop-in-shop) waarbinnen ik mijn merk kan verkopen. Daarnaast ben ik opzoek naar een eigen winkel in Amsterdam, maar dat is een behoorlijke opgave. Dus tot die tijd is er de webshop en kan je op de site en op facebook bijhouden waar het merk te koop is.”

Kun je met een collectie van alleen truien en hemden wel een winkel vullen?

“Dat ligt eraan hoe groot je winkel is. Als we een winkel van 30 vierkante meter hebben en we ook accessoires als sjaals en riemen gaan verkopen, dan kan het prima. Maar als we bijvoorbeeld een mooi broekenmerk vinden dat met ons samen wil werken, dan sluit ik dat ook niet uit. Op termijn wil ik overigens meer een lifestyle-concept neerzetten, met bijvoorbeeld ook eigen meubels. Maar dat is nu nog een lange termijn plan.”