TOP

Inretail en ONL over ‘oneerlijke’ concurrentie webgiganten: ‘Positie mkb moet versterkt worden’

Internationale webreuzen als Amazon betalen in Europa minder belasting en zijn niet gebonden aan de regels waar ‘gewone’ bedrijven wel aan moeten voldoen. Ondernemer Eric van Rosmalen (Interfashion) maakt zich grote zorgen om de gevolgen van deze ‘oneerlijke’ concurrentie voor de detailhandel. In een serie brandbrieven roept hij de overheid op tot actie. Textilia vroeg Inretail en Ondernemend Nederland (ONL) om een reactie.

Dit is waar de pijn zit: de fiscale wetgeving is verouderd. Nationale belastingstelsels zijn niet ingericht op bedrijven die globaal en via het internet opereren, maar ontworpen op fysieke vertegenwoordiging binnen de landsgrenzen. Daarbij profiteren buitenlandse internetbedrijven van belastingvoordelen. Kortom: met een hoofdkantoor op een strategische locatie hoeven grote internet-multinationals in de Europese Unie nauwelijks belasting af te dragen. “De fysieke detailhandel kampt met oneerlijke concurrentie”, zegt Eric van Rosmalen van agentuur Interfashion (o.a. Enrico R, Maypol en Karmine).

In een serie brandbrieven, waarvan de eerste op 19 april 2018 naar circa 450 mode- en schoenenretailers verstuurd werd, roept hij de overheid op tot actie. Die zou ‘verzaken de detailhandel in bescherming te nemen of toch minstens gelijkwaardig te behandelen’. “Het doemscenario dat er over enkele jaren vrijwel geen fysieke middenstand meer is, is meer dan reëel”, schrijft hij. “De toenemende macht van de internetbedrijven zal uiteindelijk leiden tot het uithollen van ons economische systeem en zelfs ten koste gaan van de welvaart, omdat de bestedingen voor een steeds groter deel buiten Nederland en Europa terecht gaan komen. Daardoor loopt de schatkist vele miljarden aan belastinggeld mis, en dat zal alleen maar verder toenemen als er niets ondernomen gaat worden.”

Textilia vroeg brancheorganisatie Inretail en ondernemerspartij Ondernemend Nederland (ONL) om een reactie. Hoe kijken zij naar de kwestie en delen zij Van Rosmalens zorgen?

Paul te Grotenhuis, woordvoerder Inretail

“Inretail heeft de berichten die in de branche circuleren over de macht van tech-platforms als Alibaba en Amazon ook gelezen. Het roept herkenning en emotie op bij de retail en het voedt de roep om actie. Dat snapt Inretail. Het is een begrijpelijke reactie.”

“Wekelijks worden brandbrieven naar Den Haag gestuurd. De impact ervan op het beleid van onze overheid is maar heel beperkt. De politiek neemt besluiten op basis van argumenten die met onderzoeksfeiten en -cijfers worden onderbouwd.”

“Eind mei presenteert staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat het zogeheten MKB actieplan aan de Tweede Kamer. Daarin beschrijft zij de plannen om de positie van mkb-ondernemingen te versterken. Onder meer MKB Nederland en de bij deze koepel aangesloten brancheorganisaties hebben daarvoor input aangeleverd. Ook Inretail.”

“In het plan van het ministerie zal expliciet aandacht zijn voor de impact van tech-platforms, zoals onder meer Amazon en Alibaba. Ook in Brussel wordt het thema belangrijk gemaakt, want op EU-niveau moeten de passende antwoorden op deze ontwikkelingen gemaakt worden.”

Lees ook: Onvrede over ‘oneerlijke’ belastingvoordelen internetbedrijven, eerste poging tot regulatie strandt

Hans Biesheuvel, mede-oprichter ONL

“Wat Eric van Rosmalen in zijn brieven benoemt, speelt bij een groot aantal bedrijven binnen verschillende branches. Zo hebben de leden van Platform Promotional Products (PPP, een brancheorganisatie voor o.a. leveranciers van kantoorartikelen en kerstpakketten, red.) ontzettend veel last van concurrentie van internetplatforms als Alibaba. Onze markt wordt overspoeld met buitenlandse pakketjes waar geen belastingen en invoerheffingen over worden betaald. Er wordt ook niet gekeken naar hoe de producten gemaakt zijn, terwijl de producten van Nederlandse ondernemers wél aan strenge voorschriften moeten voldoen.”

“Laat ik voorop stellen dat ik voor vrije handel ben. Concurrentie maakt ondernemers scherper. Maar dan moet het speelveld voor iedere deelnemende partij gelijk zijn en dat is nu niet het geval. Van Rosmalen vraagt aandacht voor een fenomeen – laat ik het ‘oneerlijke concurrentie’ noemen – dat sinds we uit de economische crisis zijn razendsnel in omvang toegenomen is. Zijn actie is een prima aanvulling op de boodschap die wij al een paar maanden afgeven. De column die ik in februari dit jaar over het onderwerp schreef, is goed ontvangen in de Tweede Kamer. Wij worden twee keer per jaar uitgenodigd voor een rondetafelgesprek over het Nederlandse handelsbeleid. Tijdens het volgende overleg zullen we het onderwerp absoluut benoemen.”

“De Kamer onderkent het probleem, maar de vraag is: wie gaat er wat aan doen en in hoeverre wil men de nek uitsteken? Het is een ingewikkelde kwestie. Ik geloof niet in een maakbare economie. De economie ontwikkelt zich zoals die zich ontwikkelt, het is aan de beleidsmakers om ervoor te zorgen dat de randvoorwaarden kloppend blijven. Concreet betekent dit dat de regering de middenstand zoveel mogelijk zou moeten ondersteunen en Nederlandse ondernemers meer lucht zou moeten geven. Hetzelfde geldt voor lokale overheden, waarbij je bijvoorbeeld kunt denken aan flexibeler bestemmingsplannen. Zo ontstaat er (weer) ruimte voor innovatie en vernieuwing.”

“Ik ben geen voorstander van een Europa dat onze belastingen gaat innen. Een of andere heffing in het leven roepen, zoals de Europese Commissie eind april deed, roept alleen maar weerstand op. De sleutel tot de oplossing ligt echter wel in Brussel. Op Europees niveau moet onderzocht worden of we de infrastructuur zodanig kunnen inrichten dat er een voor alle partijen gelijk speelveld ontstaat, waarbinnen iedereen gelijk belast wordt en aan dezelfde kwaliteitseisen moet voldoen.”

De volledige brief van Eric van Rosmalen is op onze Facebook-pagina te lezen.

 

 

Foto: www.pixabay.com/stevepb