Waar is het verhaal van Cavallaro Napoli begonnen?

Giuseppe Cavallaro (45), oprichter en eigenaar van Cavallaro Napoli: “Eind jaren negentig met de verkoop van stropdassen die ik uit Napels importeerde en verkocht in het informele circuit, vanuit mijn kofferbak. Dat deed ik naast mijn baan. Ik was als kind al bezig met ondernemen. Zo verkocht ik op school kauwgomballen en stripboeken. Daarnaast ben ik altijd bezig geweest met mode. Mijn vader komt uit Napels, die hield ervan zich goed te kleden. Van hem leende ik kleding voor uitgaan. Zelf kocht ik mijn eerste pak toen ik 16 was. Mijn familie woont in Napels en op een zeker moment wilde ik wilde iets doen met die connectie. Ook omdat ik wist dat daar de mooie, ambachtelijke kledingstukken vandaan komen. Ik wilde eigenlijk met overhemden starten, maar had natuurlijk weinig ervaring als pas afgestudeerde en kreeg het advies om met stropdassen te beginnen. One size fits all, een stropdas verkopen is makkelijker dan een shirt.”

“In de jaren negentig ging elke man in een pak met een das naar zijn werk, dus er was genoeg vraag naar mijn product. En omdat bij een das toch een overhemd hoort, bracht ik die vrij snel ook op de markt. En dat is het artikel waar we groot mee geworden zijn: het uitgewerkte shirt, met een mooie binnenkant, biesjes, in verschillende kleuren en de hoge drieknoops boorden. Die overhemden waren niet aan te slepen, het was echt een hype. Ik kan niet bewijzen dat we de allereerste zijn geweest, maar we hebben er zeker een aanjagende rol in gespeeld. En met de verkoop van al deze overhemden hebben we het fundament van ons bedrijf gelegd.”

_{(Artikel loopt door onder de foto)}

Eigenlijk bestaat het merk langer dan 15 jaar?

“We zijn gaan tellen vanaf de eerste winkel, die we in Utrecht hebben geopend op 1 maart 2004. Dat was het moment dat ik al mijn zekerheden overboord zette, er tweehonderd procent voor ging en fulltime in de winkel ging werken. Feitelijk was ik langer bezig, maar het was zoveel kleiner en ik deed het naast mijn fulltime baan, dat mag eigenlijk geen naam hebben.”

Cavallaro Napoli is inmiddels verkrijgbaar bij 350 verkooppunten in binnen- en buitenland en in 20 eigen winkels. Hoe is de groei verlopen?

“In het begin was het aftasten. Een paar maanden na de opening voelde ik dat het wel wat kon gaan worden. Tweeënhalf jaar later, in 2006, is in Breda de tweede winkel geopend en vanaf dat punt is Cavallaro Napoli gestaag gegroeid. Op een gegeven moment kregen we vanuit winkeliers de vraag naar onze overhemden. In januari 2010 is de wholesale officieel van start gegaan en zijn we de markt proactief gaan benaderen.”

“We boekten een stand op Modefabriek. Waar we met de verkeerde collectie stonden overigens. We hadden onze zomercollectie mee naar een winterbeurs. Gelukkig waren er genoeg ondernemers die daar doorheen konden kijken. Ruim twintig klanten hielden we over aan onze eerste deelname aan Modefabriek. Dit verhaal herhaal ik regelmatig, omdat het laat zien dat ook al klopt iets niet 100%, je er toch redelijk succesvol mee kunt zijn. En sindsdien zijn we uitgegroeid van een eenmanszaak naar een bedrijf met bijna 120 werknemers, waarvan 45 op kantoor.”

Wat is jouw taak?

“Ik hou mij dagelijks bezig met de creatieve kant van het bedrijf: de collectie, productie en marketing. Het komt erop neer dat ik me focus op de brand identity en elke dag bouw aan het merk. Ik bepaal bijvoorbeeld met welke ambassadeurs we werken (de KNVB en de voetbalclubs Arsenal en AZ worden door het merk gekleed, red.) en welke marketingactiviteiten we ontwikkelen. Daarbij creëer ik samen met ons designteam de collecties.”

Waar haal je je inspiratie vandaan?

“Het meest uit Milaan. Ik ga ook naar andere steden, beurzen en lees trendboeken, maar in die stad raak ik geïnspireerd door de mensen op straat en etalages. Ik kan iets heel kleins, zoals een biesje op een schoen, passend vinden op een van onze polo’s. Uit alles wat ik waarneem, destilleer ik datgene waarvan ik denk dat het past bij Cavallaro Napoli. Dan kijk ik welke rode draad ik eruit kan pikken. Het moet bij ons DNA passen. Die keuzes maak ik alleen.”

“De reden dat alleen ik eindverantwoordelijk voor de collectie ben, is omdat er op die manier altijd een vast, herkenbaar handschrift is. Die werkwijze is heel erg Italiaans. Giorgio Armani en Miuccia Prada zijn de founders en tegelijkertijd de creatievelingen die die merken herkenbaarheid geven. Nederlandse merken worden vaak geleid door mensen die verstand hebben van cijfers en die voor het creatieve proces mensen aantrekken die na een paar jaar vaak weer verdwijnen. Dat is niet bevorderlijk voor je herkenbaarheid en continuïteit.”

Je bent gestart met het idee om de Italiaanse stijl naar Nederland brengen. Is dat gelukt?

“Ik denk het wel. Die hele Italiaanse trend is bij het grote deel van de markt geland door de introductie van het Italiaanse overhemd. Op een bepaald moment was het zelfs een zelfstandig naamwoord. Nu staat het Italiaanse overhemd voor een overhemd dat is uitgewerkt, met een leuk binnenkantje, knoopjes en leuke details. Maar de stijl van de Nederlandse man is niet te vergelijken met die van de Italiaanse man. Italiaanse mannen kleden zich met meer finesse.”

“Ik voel me echt altijd underdressed als ik in Italië kom. Vooral Napolitanen kunnen heel goed van niets iets maken. Dat zie je ook in hun keuken, ze maken van weinig ingrediënten een fantastisch gerecht. In hun kleding zie je dat het meer gaat om pasvorm en stijl op een sophisticated manier. Daar blijven ze altijd in voorop lopen en wij kunnen daarvan blijven leren. Het is zit in dat volk en we hoeven dat ook niet te hebben in Nederland. Ik ben zelf voor 50 procent Nederlands en 50 procent Italiaans. Ik zeg altijd dat ik het beste van twee werelden heb, want Nederlanders hebben weer een goede handelsgeest en hun zaakjes goed voor elkaar.”

Tegenwoordig zijn er veel aanbieders van de Italiaanse stijl. Waarom zouden retailers voor Cavallaro kiezen?

“We hebben een herkenbare stijl en we ademen Italië. Er zijn meerdere Nederlandse merken die de Italiaanse look and feel proberen te integreren in hun collecties, maar daar hebben wij een streepje op voor. We bestaan zijn al een tijd een merk en het feit dat mijn roots in Napels liggen, helpt natuurlijk ook wel. Cavallaro Napoli is volgens mij het enige echte Italiaanse merk is dat in Nederland is gevestigd, met alle voordelen vandien. Daarnaast gaan wij alleen maar verder met bouwen aan ons merk, zodat we bij steeds meer eindconsumenten top of mind zullen zitten. Ik werk elke dag aan die naamsbekendheid.”

Wie is jullie grootste doelgroep, de man of de vrouw?

“Het grootste deel van onze omzet komt van de mannen, ik denk dat de verdeling 65%-35% is. En dat terwijl we mannen en vrouwen wel fiftyfifty oppakken. Hoe dat komt? We zijn als mannenlabel begonnen. Ik ben man. In begin, zeker toen ik nog geen designers om mij heen had, was ik 100 procent verantwoordelijk voor de collecties en het is voor mij makkelijker om iets voor mijn eigen sekse te maken. Vrouwen zijn bovendien kritischer, die willen continue verrast worden en meer kunnen combineren. Er moet in elk geval met een andere bril naar worden gekeken dan naar de mannencollectie. Die lat ligt hoger voor ons, maar we gaan de uitdaging graag aan en willen het vrouwensegment wel altijd behouden.”

Het vrouwengedeelte heeft nog niet het gewenste niveau?

“Ik wil niet de indruk wekken dat het daarmee niet goed gaat, maar het is nu nog wel lastiger dan mannen. In de mannencollectie staan we heel sterk, daar hebben we trouwe fans en hebben echt een positie verworven. Maar er zit wel potentie in ons vrouwensegment, dat is prettig om te weten.”

“Ons vrouwensegment heeft meer exposure nodig, meer naamsbekendheid en meer verkooppunten. Er zijn nog steeds mensen die denken dat we een mannenmerk zijn, terwijl we drie jaar na het begin van Cavallaro Napoli al zijn gestart met vrouwencollecties.”

“We hebben op Modefabriek altijd een combistand, maar twee edities terug hebben we de mannen overgeslagen om met een damesstand de focus op vrouwen te leggen. Dat sloeg aan. Om nog meer focus te leggen op ons vrouwensegment, hebben we in Haarlem op 1 september 2018 de eerste vrouwenwinkel geopend. En dit seizoen hebben wat billboards langs de Nederlandse snelwegen met een afbeelding van alleen een dame in plaats van een duo in beeld.”

_{(Artikel loopt door onder de foto)}

Het retailklimaat is momenteel onzeker onder meer door de reeks faillissementen waardoor winkelstraten leger worden en de consument die anders winkelt dan 15 jaar geleden. Hoe spelen jullie daar op in?

“Ja, dat is lastig. Wij hebben het geluk dat we multichannel werken en zowel online als via eigen retail en resellers ons merk verkopen. Ook onze focus ligt op online, dat is nu eenmaal de tijd waarin we leven. Dat online kanaal groeit bij ons harder dan de andere distributiekanalen. Je ziet dat de markt verandert, er is minder winkelend publiek, de grote partijen worden groter en de kleine kleiner.”

“Volgens analisten valt het overigens nu nog mee. De grote shake-out wordt de komende jaren verwacht. We merken in onze samenwerkingen dat retailers onzeker en voorzichtig zijn. De trend dat er op voororder minder wordt geschreven, omdat men wil bijsturen in het seizoen, maakt het voor leveranciers zoals wij niet makkelijk. Want als merk moet je steeds vaker de voorraadrisico’s nemen en voorfinancieren, terwijl je je toch ook wel afvraagt of je het goede op de plank hebt liggen en of het genoeg is.”

“Ik vraag me af hoe lang dit voor de meeste merken is vol te houden. Wij hebben een eigen verkoopkanaal, maar merken die de risico’s niet kunnen dragen, verdwijnen. Merken hebben winkeliers nodig en winkeliers hebben merken nodig. Laten we elkaar helpen en die verhoudingen weer een beetje in balans brengen. Bij eenrichtingsverkeer is niemand gebaat.”

Wat beschouw je als je grootste zakelijke succes in de afgelopen 15 jaar?

“Het behalen van deze mijlpaal op eigen kracht. Ofwel, dat we dit hebben opgebouwd door hard te werken en zonder vreemd vermogen. Dat dat lukt in deze markt en deze tijd, wil zeggen dat je als bedrijf wel iets goed doet. Ik had 15 jaar geleden nooit durven dromen dat een winkel van 45 vierkante meter deze vorm aan zou nemen.”

En wat is je grootste misser?

“Geen grote missers, meer anekdotes zoals onze eerste keer op Modefabriek. Ik heb er nog wel één: onze eerste collectie damesblousejes heb ik ontworpen met behulp van een pasmodel. 500 Stuks lieten we er in eerste instantie maken. Toen de blouses binnenkwamen, waren de mouwen veel te krap gemaakt en paste geen enkele dame onze blouses. Ja eentje, het pasmodel op wie we de blouses hadden gemaakt. Helaas kocht zij er geen 500. Dat zijn dure levenslessen, maar uiteindelijk hebben we het wel overleefd.”

Wanneer ben je tevreden?

“Als morgen alles blijft zoals het nu is, ben ik meer dan tevreden omdat ik dit succes nooit heb durven dromen. Maar ik ben ook ambitieus en mijn ambitie is om ook internationaal voet aan de grond te krijgen. De speler die we in Nederland zijn, zou ik ook graag in andere landen zijn. Dat betekent ook winkels openen in twee of drie leuke steden per land en in een paar goede warenhuizen in het buitenland. Te beginnen in Europa. Vooral in België en Duitsland, en vervolgens naar andere continenten.”

Wat staat er voor dit jaar hoog op de agenda?

“Sinds 2017 zijn we fashion partner van de Engelse voetbalclub Arsenal. Dat was wel een dingetje. Dat het relatief kleine Cavallaro de grote voetbalclub, top 5 van de wereld, mocht kleden was in de zomer van 2017 wel even groot nieuws in Nederland. We hebben daar toen ook veel media-aandacht door gekregen. Ik zou nu graag ook voor onze damescollectie zo’n enorm exposuremoment willen creëren. Het liefst zou ik een damesicoon willen kleden, maar zo internationaal dat het wereldnieuws in Nederland wordt. Momenteel zijn we bezig met de outfits voor de Oranje leeuwinnen, onderdeel van het contract dat we hebben de KNVB. En natuurlijk gaan we dit jaar nog winkels openen, drie verdeeld over België en Nederland. Er is nog niks concreet.”

_{(Artikel loopt door onder de foto’s)}

Het merk van Giuseppe Cavallaro (op beide foto’s rechts) kleedt de spelers van Arsenal.

Waar staat Cavallaro over 15 jaar?

“Mijn droom is dat dit merk nooit meer van de markt verdwijnt en dat het bedrijf opgevolgd gaat worden, liefst door iemand uit de familie. Ik zou wel graag iets willen neerzetten voor altijd, zo’n echt heritage merk wat van generatie op generatie gaat. Maar daar zijn we nog lang niet en we hebben nog de nodige uitdagingen.”

Hoe vieren jullie het 15-jarig bestaan?

“We hebben laatst een groot feest gehad voor personeel en oud-werknemers. Thema was Grande Gala. We hebben stilgestaan bij de laatste 15 jaar, lekker gedanst en gegeten. Italiaans, natuurlijk.”

FACTS

Naam: Cavallaro Napoli

Opgericht in: 1999 door Giuseppe Cavallaro

Doelgroep: ‘Onze kleding komt het best tot zijn recht bij zakenmensen die heel makkelijk goed voor de dag willen komen.’

Segment: middenhoog

Verkooppunten: 350 deuren, Europa (vooral in de Benelux)

Eigen winkels: 18 in Nederland, 2 in België

Aantal collecties per jaar: Per seizoen 1 hoofdcollectie verdeeld in 4 kleurthema’s) en een flashcollectie per seizoen

Productie: Europa