Volgens DTZ Zadelhoff biedt de huurwetgeving voor detailhandelsbedrijfsruimte een hoge mate van bescherming voor de huurder. Deze bescherming is in de jaren zeventig door de wetgever in het leven geroepen vanwege onder meer de plaatsgebondenheid van een individuele winkelier. Van de opkomst van ketens was in die tijd nog maar beperkt sprake. Een onderdeel van deze huurwetgeving vormt de huurherziening die in haar huidige vorm al bestaat sinds 1980 en is bedoeld om al te sterke huurprijsstijgingen te matigen.

Cuno van Steenhoven, voorzitter Dagelijks Bestuur DTZ Zadelhoff: “Er wordt bij huurherziening uitgegaan van het gemiddelde van de huurprijzen in een tijdvak van vijf jaar. Echter, in de praktijk blijkt dat oude huurcontracten, vaak zelfs ouder dan tien jaar, het gemiddelde sterk beïnvloeden.” (- lees: lager houden dan de huur die volgens vrije marktwerking gevraagd zou kunnen worden). DTZ Zadelhoff bepleit daarom dat de rechtspraak zich bij huurherzieningen baseert op gerealiseerde markthuurprijzen van maximaal tien jaar oud.

Van Steenhoven: “De verschillen tussen de markthuur en de herzieningshuur blijken in de praktijk zeer groot. In grote steden is de markthuur soms twee keer zo hoog als de herzieningshuur.” Dit geldt bijvoorbeeld voor de Kalverstraat in Amsterdam, maar ook de Lijnbaan in Rotterdam en de Lange Elisabethstraat in Utrecht kennen zeer forse verschillen tussen markthuur en herzieningshuur.

Huur aan de hoge kant
Over de huurprijzen is op dit moment in de modebranche veel te doen. Een poll op textilia.nl leert dat driekwart van de winkeliers overweegt zijn huurcontract niet te verlengen. Voor hen is de huidige bescherming door de huurwet kennelijk al niet voldoende.

Denk jij erover om het huurcontract van je winkel na afloop van de contractperiode niet te verlengen, omdat deze bijvoorbeeld uit de pas loopt met het aantal passanten en de omzet? Laat het ons weten en stuur een mail aan de redactie via redactie@textilia.nl