TOP

Hoe gaat het met Blue Industry? ‘We gaan starten met pakken’

Blue Industry bestaat dit jaar tien jaar; hoog tijd voor een update met mede-oprichter Rogier van Kleef. Wat zijn de plannen en ambities van het merk? "We leggen de focus op de samenwerking met retailers ."
Tien jaar geleden richtten Rogier van Kleef en Maurice de Bont, naast hun activiteiten als mannenmodeagentuur Lebelz Blue Industry op. Textilia sprak met Van Kleef over de meest recente ontwikkelingen van het merk. 

Hoe gaat het nu met Blue Industry?

“Goed. We hebben de afgelopen tijd vooral gefocust op onze shop-in-shops en dat gaat eigenlijk heel goed. Elk seizoen komen er zo’n 10-12 nieuwe shop-in-shops bij. Dat zijn vooral bestaande winkeliers die meer met ons willen doen en veel van hen zijn ook erg tevreden met het systeem. Het is echt een wisselwerking: wij bieden een shop-in-shop aan, inclusief onze op maat gemaakte metalen kasten, en de winkelier is in staat om een betere omzet per vierkante meter te behalen. Alle cijfers tonen ook aan dat we daarin succesvol zijn.” 

Jullie hebben vorig jaar ook een franchise-winkel geopend. Staan er meer winkels op de planning?

“Jazeker, we zijn serieus bezig met het opzetten van eigen winkels. Wel willen we die alleen in de grote steden openen, waar nog weinig onafhankelijke retailers zijn. Onze doelstelling is om onze zichtbaarheid te vergroten en meer merkbekendheid te creëren. We zijn nu actief op zoek naar winkellocaties, dus zodra een kans zich aandient gaan we ervoor.” 

En zijn jullie van plan om de Blue Industry-collecties te veranderen? 

“Ja, we gaan binnenkort met een productgroep starten die voor ons totaal iets nieuws is: pakken. Dat worden wel kostuums met een Scandinavische look en gemaakt comfortabele materialen. Ook zullen de jasjes en broeken los met elkaar gecombineerd kunnen worden, een soort mix & match-systeem. Verder zijn we het sterkst in shirts, knitwear en colberts, dus dat blijven we gewoon doen. We kijken uiteraard wel naar de cijfers en wat het best wordt verkocht. Soms vind ik het wel jammer dat de modische items toch lastiger doorverkopen. Een rood jasje is leuk, maar uiteindelijk is het toch dat donkerblauwe colbert waar de klant mee naar de kassa loopt. Het grootste deel van de Nederlandse mannen geeft niet zoveel om mode, als het allemaal leuk bij elkaar past, zijn ze al snel tevreden.” 

Op welke manier werken jullie samen met de retailer?

“Door onder meer ons shopsysteem, dat een heel eigen identiteit heeft. Dat is een belangrijke USP voor ons. De kasten die we laten bouwen voor de shop-in-shops passen in elk interieur en vallen bij veel mensen in de smaak. Uiteraard doen we, net als veel andere fabrikanten, aan het ruilen van slowmovers voor fastmovers en hebben we vier collecties per jaar met elk drie levermomenten. Daarnaast willen we onze tussencollecties ook steeds meer door middel van goed gecoördineerde marketingacties aan de man brengen. We merken dat daar vanuit de winkelier veel behoefte aan is, dus gaan we dat binnenkort ook verder uitwerken en verstevigen.” 

Hoe kijken jullie aan tegen online verkoop?
 

“We hebben er voor gekozen dat onze dealers ons online kunnen aanbieden, maar wij doen dat nog niet. Niet omdat we denken dat het niet zou werken – en we zeggen ook niet dat we het nooit gaan doen – maar we hebben nu ervoor gekozen om de focus te leggen op de samenwerking met retailers en onze shop-in-shops. Als dat allemaal staat, kunnen we weer met een ander speerpunt verder.”

Waar hopen jullie over vijf jaar te staan?

“Dan zouden we graag rond de 120 shop-in-shops willen hebben en dus in de grote steden een stuk of vijf of zes eigen winkels. Qua verkooppunten kunnen we nog weinig groeien; we zitten nu op zo’n 320 punten en hebben daarmee een mooie, landelijke dekking. Om die reden willen we eerder stabiel blijven en samen gestaag groeien in samenwerking met onze dealers.”