Wat was je favoriete speelgoed? “Van mijn zevende tot mijn dertiende woonde ik in Nigeria vanwege het werk van mijn vader bij Shell. Daar speelde ik veel buiten, ik hield van zwemmen en verzamelde schelpen. Met Barbies speelde ik wel, maar ik was geen ‘meisjemeisje’. Ik vond het leuk om met mijn moeder naar markten te gaan. Met een bezoek aan een markt kun je me nog steeds een groot plezier doen.”

Hield je altijd al van mode? “Niet in de zin dat ik altijd wilde hebben wat op dat moment in de mode was. Maar ik heb wel altijd voelsprieten gehad voor schoonheid, kleur en textiel. Als kind al was ik erg selectief in wat ik wel en niet wilde dragen. Toen ik in Afrika woonde, ging ik één keer per jaar met mijn moeder winkelen bij Maison de Bonneterie in Den Haag. Dat vond ik geweldig.”

Wat vind je van de sluiting van Maison de Bonneterie? “Ik zag het aankomen, ze zijn niet in staat geweest actueel te blijven. Het is erg dat we afscheid moeten nemen van dit soort bijzondere kwaliteitswinkels. Vandaag de dag kopen de meesten iets omdat het in de mode is, omdat het goedkoop is of omdat de modebladen het voorschrijven. Dat heeft niets te maken met een kledingstuk kopen dat waarde heeft, bij jouw persoonlijkheid past, tijdloos is en wat een leven mee mag gaan.”

Hoe was je als student? “Serieus, intens en perfectionistisch. De modeacademie was niet mijn ding. Destijds werd je nog opgeleid tot designer terwijl ik altijd meer curator dan ontwerper ben geweest. Daarom koos ik voor de Toneelschool in Maastricht. Ik heb die opleiding na twee jaar in 1981 afgebroken om in de winkel van G-star-ontwerper Pierre Morisset te gaan werken: Safe & Smile in Maastricht. Dat was echt een unieke kans. Pierre heeft mij alles over het modevak geleerd.”

Wat was je eerste merkaankoop? “Een Levi’s jeans in de jaren ’70. Om een original te kunnen betalen, ging ik werken. Daarnaast was ik altijd met vintagekleding bezig. Met studenten heb ik vaak discussies over Primark en H&M. Meer en meer komen ook zij tot de overtuiging dat je beter kunt sparen om te investeren in goede kwaliteit, in iets wat echt mooi is. Ik heb altijd gespaard om goede designeraankopen te kunnen doen.”

Waarheen ga je het liefst heen op vakantie? “Naar de stilte en de zon, maar het liefst zonder te veel luxe. Ik ben vaak naar hetzelfde plekje in de Ardennen geweest, aan het water en zonder elektriciteit. Wandelen, lezen en forelletjes roosteren. Die locatie is er niet meer, maar we hebben sinds kort een nieuwe stek in de Ardennen, ook aan een rivier. Heel fijn.”

Je favoriete kledingstuk? “De kaftan vind ik mooi. Voor de zomer heb ik er twee aangeschaft: een met gekleurde strepen van Dries Van Noten een witte van Sofie D’Hoore. Ik houd erg van witte kleding. ”

Kom je wel eens bij H&M? “In de beginperiode wel, om te voelen en te passen. Concepten die het goed doen, die interesseren me. H&M had een heel goed T-shirt dat ik wel eens kocht, maar ik kom er al jaren niet meer; ik zoek een andere kwaliteit.”

Ben je een workaholic? “Anderen zeggen het, maar ik ervaar het niet zo, omdat werken mijn tweede natuur is. Je zult mij niet vaak om 8.00 uur achter mijn bureau vinden, maar ik neem ook niet snel een dag vrij. Ik duik fanatiek in projecten en eis veel van mijzelf. Ben kritisch op mezelf. Dat kan je tot grote hoogten brengen, maar je ook dwarszitten.”

Doe je aan sport? “Als kind deed ik aan ballet, maar verder ben ik niet echt een sportliefhebber. Heel lang heb ik een hond gehad en daar wandelde ik dagelijks mee. Het zou goed zou zijn om weer wat te gaan doen. Yoga vind ik fijn. Nu nog een yogaschool waar ik heen kan zonder aan vaste tijden gebonden te zijn.”

Van welke muziek houd je? “Björk, Maria Callas en Anthony and the Johnsons, muziek die mij raakt. Voor mij is muziek de hoogste vorm van kunst, en toch ben ik privé te weinig met muziek bezig. Terwijl mijn dochter nota bene muzikant is: Coco (Qeaux Qeaux Joans, red.) woont en werkt in Berlijn, creëert haar eigen sound en timmert hard aan de weg om haar plek in deze wereld te veroveren. Daarvoor heb ik diep respect.”

“Ik ga nog steeds graag naar markten: voor de geuren, kleuren, inspiratie, het selecteren en handelen.”

“Voor mijn werk bezoek ik steden, op vakantie gaat mijn voorkeur uit naar rust, eenvoud en stilte. Bijvoorbeeld een oude schapenschuur in Toscane. Heel eenvoudig en midden in natuur.”

“Een van mijn favoriete geuren is Bergamote van The Different Company van Jean-Claude Ellena. Hij is ook de neus van Hermès. Ik houd van de citrus- en gembergeuren.”

“Ik zie mijn winkel als mijn selectie. Ik koop bijna geen kleding meer buiten Jones. Alles wat ik zelf mooi vind, heb ik in huis.”

Dit artikel komt uit Textilia 7 van 2015, de vrouwenmodespecial voor zomer 2016, die begin juli 2015 verscheen. Altijd als eerste uitgebreide interviews en bedrijfsprofielen lezen? Abonneer je dan ook op de printeditie van Textilia.