Affaso, House of African Prints heet het merk voluit. Oprichter is Hans Ouwendijk, bekend van onder meer Mexx en Vlisco. Bijna een jaar terug zette hij het label in de markt dat shirts maakt gebaseerd op Afrikaanse waxprints

Hoe is het afgelopen jaar gegaan?

Hans Ouwendijk: “Ik kom net terug uit Kinshasa voor onder meer de nieuwe collectie en afspraken met partners en leveranciers. We hebben ons voornamelijk gericht op de verdere ontwikkeling van de kwaliteit van de producten. Momenteel zijn we bezig met de derde batch. De collectie valt goed en ik heb nu in Afrika ook gemerkt dat we bekender zijn dan een halfjaar geleden. We hebben daar in augustus een winkel geopend, dat helpt, evenals het groeiend aantal volgers op social media. Op Facebook staat de teller nu op 55.000.”

Hoe is het met de bekendheid in Nederland?

“In Nederland zijn we nog niet bekend genoeg. Afgelopen zomer hebben we een pop-upwinkel gehad in de Negen Straatjes in Amsterdam en hoewel we daar goed hebben verkocht, heeft dat niet geleid tot veel meer naamsbekendheid. Onze producten liggen bij een aantal retailers en die verkopen we, maar het loopt nog niet hard. Daarom focussen we nu op het intensiveren van het distributienetwerk, zodat Affaso meer verkooppunten krijgt.”

Hoeveel verkooppunten zijn er nu?

“We zitten nu op zo’n 15 punten. Het doel is om onze markt elk jaar te verdubbelen. Ons streven is om zo snel mogelijk op 50 verkooppunten te zitten, inclusief locaties in het buitenland.”

Waarmee onderscheidt Affaso zich in de mannenmode?

“Ik denk de combinatie van de hele mooie kwaliteit van de stoffen, 100 procent geweven katoen, en de superieure fit. We zien dat Afrikaanse prints heel geliefd zijn in de markt en dat dat groeit.”

Op welke retailers richten jullie je?

“We zijn er niet op uit om zoveel mogelijk verkooppunten binnen te halen, maar om met bepaalde verkooppunten goed samen te werken. We kijken naar partners die begrijpen wat wij willen en waarbij wij kijken naar wat zij willen, zodat er synergie ontstaat. Oorspronkelijk richten we ons dan op mannenmodezaken in het hogere segment, maar in Afrika hebben we tijdens de catwalkshow van Affaso op de Congo Fashion Week gezien dat onze shirts vrouwen ook heel goed staan.”

Hoe werken jullie samen met de retailers?

“We beginnen met het testen van producten met partijen met wie we samenwerken. Zo kunnen we zien welke producten in de omgeving van die winkel werken en kunnen we bijsturen. We geven volumekorting en ondersteunen de retailer met onder meer marketing op social media en aanwezigheid op beurzen. Daarbij betrekken we grotere partners bij de totstandkoming van de komende collecties, omdat zij weten wat de wensen van hun consument zijn. Bepaalde detaillisten zitten immers vaak zo lang in dit vak, de hebben goed in de gaten wat wel en niet succesvol is. Laatst zat ik bijvoorbeeld bij een winkelier in Oud-Beijerland en die kon me precies uitleggen waarom een klant een product wel of niet koopt. Daar wil Affaso naar luisteren.”

Affaso heeft een programma ontwikkeld waarbij de retailer de collectie kan aanbieden in de webshop zonder per se in te hoeven inkopen. Hoe werkt dat precies?

“Het is een marketing affiliate programma, waarmee we ze de mogelijkheid geven om Affaso te verkopen zonder dat ze het hoeven inkopen. Op een website krijgt de retailer de informatie over Affaso en de productpagina’s en zodra er een order binnenkomt wordt die direct doorgesluisd naar Affaso. Wij houden de voorraad en dus het risico en zorgen voor de verwerking en verzendingen, de retailer krijgt er een commissie over. Hier zijn we twee weken geleden mee begonnen en we hebben al aanvragen binnen, maar ook hierbij willen we goed uitzoeken met wie we willen samenwerken.”

Waar wil je met Affaso naartoe groeien?

“We willen in Nederland en internationaal verder groeien in verkooppunten. Daar horen ook eigen winkels bij. De winkel zoals we die afgelopen augustus in Afrika hebben geopend loopt goed, dat zouden we ook wel willen in Nederland, maar ook in Londen of Parijs. Op dit moment focussen we qua uitbreiding vooral op West-Europa en Afrika, maar als er zich morgen een mogelijk voordoet in Amerika, dan zeggen we daar natuurlijk geen nee tegen.”